PW2 voorbereiding

PW 2 voorbereiding
hoofdstuk 1 t/m 3.1
1 / 24
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

PW 2 voorbereiding
hoofdstuk 1 t/m 3.1

Slide 1 - Slide

Wat gebeurt er met moleculen als je ze gaat verwarmen?
A
Ze gaan sneller bewegen
B
Ze gaan langzamer bewegen
C
Ze gaan stil staan
D
Ze blijven even snel bewegen

Slide 2 - Quiz

Bij indampen verdampt de stof met het ..(1).. kookpunt en blijft de stof met het ..(2).. kookpunt achter
A
(1) Hoogste (2) Laagste
B
(1) Laagste (2) Hoogste
C
(1) Hoogste (2) Hoogste
D
(1) Laagste (2) Laagste

Slide 3 - Quiz

Bij (papier)chromatografie hebben stippen hoog op het chromatografiepapier :
een ... (1) aanhechtingsvermogen aan papier en een ... (2) oplosbaarheid in de loopvloeistof
A
(1) klein (2) grote
B
(1) klein (2) kleine
C
(1) groot (2) grote
D
(1) groot (2) kleine

Slide 4 - Quiz

Veranderen de moleculen wanneer je een mengsel gaat scheiden?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

In klas 3 doen we een project met cola. Voor sommige proefjes heb je ontkleurde cola nodig. Met welke scheidingmethode haal je de bruine kleur uit cola?
A
chromatografie
B
destillatie
C
filtratie
D
adsorptie

Slide 6 - Quiz

Een kaars wordt lichter als die brandt. Dat komt omdat het kaarsvet...
A
verdwijnt.
B
verdampt.
C
wordt omgezet in gas.
D
van de kaars druipt.

Slide 7 - Quiz

Het smelten van boter is een ... proces
A
exotherm
B
endotherm
C
dit is niet van toepassing op faseveranderingen
D
de reactie-energie verandert niet

Slide 8 - Quiz

Er zijn 5 factoren die invloed hebben op de reactiesnelheid. Welke kun je verklaren met het begrip activeringsenergie?
A
Temperatuur
B
Soort stof
C
Katalysator
D
Concentratie

Slide 9 - Quiz

Welke reactie zal het snelst verlopen?
A
0.1 M zwavelzuur + magnesiumlint
B
0.01 M zwavelzuur + magnesiumlint
C
0.1 M zwavelzuur + magnesiumpoeder
D
0.01 M zwavelzuur + magnesiumpoeder

Slide 10 - Quiz

Geef de molecuulformule van zwaveldioxide
A
CO2
B
SO2
C
NO2
D
S2O

Slide 11 - Quiz

Wat zit er in de kern?
A
Protonen
B
Neutronen
C
Elektronen en Protonen
D
Neutronen en Protonen

Slide 12 - Quiz

Hoeveel protonen heeft Boor (B)
A
5
B
11
C
6
D
13

Slide 13 - Quiz

Hoeveel elektronen heeft Ni2+?
A
21
B
28
C
26
D
59

Slide 14 - Quiz

Isotopen verschillen van elkaar in ...
A
Aantal protonen
B
Aantal elektronen
C
Aantal protonen en elektronen
D
Aantal neutronen

Slide 15 - Quiz

Een deeltje heeft 3 protonen, 3 neutronen en 2 elektronen. Wat is de naam van dit deeltje?
A
lithiumatoom
B
heliumatoom
C
heliumion
D
lithiumion

Slide 16 - Quiz

Hoe heten de elementen in groep 18 van het periodiek systeem?
A
edelgassen
B
edelmetalen
C
halogenen
D
alkalimetalen

Slide 17 - Quiz

Voorbeeld: Een glas wijn bevat 12% alcohol. Het volume van het glas wijn is 150 mL. Hoeveel mL alcohol zit er in dit glas?
A
15 mL
B
130 mL
C
18 mL
D
24 mL

Slide 18 - Quiz

In een kop koffie zit 125 mg cafeïne (C8H10N4O2). Hoeveel moleculen cafeïne zijn dit?
A
194,2
B
3,88 x 10(20)
C
0,000644
D
1,46 x 10(28)

Slide 19 - Quiz

Zout
Moleculaire stof
Metaal
P2O5
NaCl
Ca
Geleidt altijd
Geleidt alleen in vloeibare fase
Geleidt nooit

Slide 20 - Drag question

Hoeveel moleculen bevat 2,0 mol CO2?
A
1,20 x 10(24)
B
3,3 x 10(-24)
C
88,02
D
0,045

Slide 21 - Quiz

Hoeveel moleculen bevat 2,0 mol H2O?
A
1,20 x 10(24)
B
3,3 x 10(-24)
C
36,032
D
0,11

Slide 22 - Quiz

Wat voor reactie is dit?
A
Exotherm
B
Endotherm

Slide 23 - Quiz

SUCCES!

Slide 24 - Slide