BS1: Organismen en hun omgeving

Aan de slag
  • Wat? Maak opdracht 3, 4, 7 en 8 van basisstof 1
  • Hoe? Zelfstandig 
  • Hulp? Steek je vinger op
  • Tijd? 15 minuten (waarvan 5 in stilte)
  • Klaar? Lees basisstof 2 door en beantwoord de eerste 3 opdrachten. 
Huiswerk = Opdracht 3, 4, 7 en 8 van basisstof 1
timer
5:00
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Aan de slag
  • Wat? Maak opdracht 3, 4, 7 en 8 van basisstof 1
  • Hoe? Zelfstandig 
  • Hulp? Steek je vinger op
  • Tijd? 15 minuten (waarvan 5 in stilte)
  • Klaar? Lees basisstof 2 door en beantwoord de eerste 3 opdrachten. 
Huiswerk = Opdracht 3, 4, 7 en 8 van basisstof 1
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Thema 6:
Duurzaamheid & Ecologie

Basisstof 1: Organismen en hun omgeving 
Basisstof 2: Voedselrelaties en kringlopen
Basisstof 3: Samenleven 
Basisstof 4: Natuurbeheer
Basisstof 5: Mens en milieu
Basisstof 6: Duurzaamheid
Basisstof 7: Energiestroom in een ecosysteem
Basisstof 8: voedselproductie 

Slide 2 - Slide

Bedenk 3 woorden/zinnen
over het onderwerp
duurzaamheid
timer
0:30

Slide 3 - Open question

Bedenk 3 woorden over het onderwerp
ecologie.
timer
0:30

Slide 4 - Open question

Wat is ecologie en duurzaamheid?
  • Ecologie = Wetenschap die zich richt op de wisselwerking tussen organismen en zijn milieu (omgeving). 
  • Duurzaamheid = dingen die gemaakt of verkregen zijn op een manier die het milieu en de natuur zo min mogelijk belast.  

Slide 5 - Slide

Leerdoelen basisstof 1
Aan het einde van de les kun je: 
  • De invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren 
  • De niveaus van de ecologie beschrijven 
  • In een ecosysteem de voedselrelaties aangeven 

Slide 6 - Slide

Milieu
  • Het milieu (leefomgeving) bepaald de leefomgeving van een organismen 
  •  Ecologie = relaties tussen organismen en hun milieu 
  • Biotische factor = levend invloed op de leefomgeving 
  • Abiotische factor = levenloze invloed op de leefomgeving
  • Abiotische EN biotische factoren hebben invloed op de leefomgeving van een organisme. 

Slide 7 - Slide



  • Individu = 1 organisme
  • Populatie = individuen van dezelfde soort in hetzelfde gebied, die zich onderling voortplanten
  • Levensgemeenschap = Alle populaties in een bepaald gebied
  • Biotoop = alle abiotische factoren in een gebied
  • Ecosysteem = Gebied waar een levensgemeenschap en een biotoop een eenheid vormen
  • Biosfeer = Alle ecosystemen over de hele
  • Individu = 1 organisme
  • Populatie = individuen van dezelfde soort in hetzelfde gebied, die zich onderling voortplanten
  • Levensgemeenschap = Alle populaties in een bepaald gebied 
  • Biotoop = alle abiotische factoren in een gebied
  • Ecosysteem = Gebied waar een levensgemeenschap en een biotoop een eenheid vormen 
  • Biosfeer = Alle ecosystemen over de hele wereld samen
Niveaus van ecologie

Slide 8 - Slide

Niveaus van ecologie

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Vragen
  • Met welke schakel begint een voedselketen altijd?
  • Producent (planten)
  • Welk voorbeeld werd gebruikt als producent?
  • Perifyton (vastzittende algen)
  • Hoe noem je de tweede schakel in de voedselketen?
  • Consument (planteneters)
  • Hoeveel schakels bevatte de voedselketen van het filmpje?
  • Uit 5 schakels 

Slide 11 - Slide

voedselketen
                                      Voedselketen

  • Voedselketen = Een rij (reeks) met diersoorten wat voedsel is voor elkaar.
  • Onderaan de voedselketen is het eerste organismen dat gegeten wordt 



Slide 12 - Slide

Voedselweb
In een voedselweb staan alle voedselrelaties in een ecosysteem (meerdere voedselketens)

Een voedselketen begint altijd met een plant.
Wat is de langste en kortste? 

Slide 13 - Slide

Biomassa
Piramide van biomassa
  • Deze piramide heeft altijd een piramidevorm
  • In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel kleiner (10% blijft over)
  • Biomassa = totale hoeveelheid energierijke stoffen in een organisme (bv: koolhydraten)

Slide 14 - Slide

Piramide van aantallen
Piramide van aantallen

Slide 15 - Slide

Accumulatie
Zware metalen (gif): wordt niet afgebroken en opgeslagen in het vetweefsel.

Accumulatie (opeenhoping) zorgt voor problemen in de hogere schakels in de voedselketen.

Slide 16 - Slide

Pesticiden (bestrijdingsmiddelen) en accumulatie

Slide 17 - Slide

In een zoetwaterhabitat vormen algen de basis van het voedselweb, waar ze zonlicht omzetten in energie via fotosynthese. Deze algen worden gegeten door de muggenlarven die in het water leven. De kikkervisjes voeden zich op hun beurt met deze muggenlarven, terwijl de baars zich voedt met zowel de kikkervisjes als de muggenlarven. De snoek staat hoger in de voedselketen en jaagt op de baars, waardoor dit organisme bovenaan in de voedselketen staat. 
Lees de tekst in STILTE. 
Maak een voedselweb van de genoemde organismen uit de tekst.
timer
0:30

Slide 18 - Slide

In een zoetwaterhabitat vormen algen de basis van het voedselweb, waar ze zonlicht omzetten in energie via fotosynthese. Deze algen worden gegeten door de muggenlarven die in het water leven. De kikkervisjes voeden zich op hun beurt met deze muggenlarven, terwijl de baars zich voedt met zowel de kikkervisjes als de muggenlarven. De snoek staat hoger in de voedselketen en jaagt op de baars, waardoor dit organisme bovenaan de voedselketen staat. 
Maak een voedselweb van de genoemde organismen uit de tekst.
Algen 
muggenlarve
kikkervisjes
Baars
Snoek

Slide 19 - Slide

Lesplan

  • Herhaling vorige les
  • Leerdoelen basisstof 1
  • Uitleg deel 2 van basisstof 1
  • Aan de slag 

Slide 20 - Slide

Wat is het verschil tussen een voedselweb en een voedselketen

Slide 21 - Open question

Wat is biomassa?
A
Alle planten in een ecosysteem
B
Het gewicht van een groep organismen in een ecosysteem
C
Alle biotische factoren in een ecosysteem
D
Het totale gewicht van alle organische stoffen in een organisme

Slide 22 - Quiz

Bespreken opdracht 6

Slide 23 - Mind map

Accumulatie is ...
A
.. het ophopen van gifstoffen in het milieu
B
.. het afbreken van gifstoffen door het milieu
C
.. het afbreken van gifstoffen door een ziekteverwekker
D
.. het ophopen van gifstoffen in organismen

Slide 24 - Quiz