Ik weet wat het ongeveer teken is en kan dit toepassen wanneer nodig.
Ik weet dat je geen worteltrekken van een negatief getal.
Ik kan het wortelteken invoeren op mijn rekenmachine.
Ik kan afronden op een aantal decimalen.
Ik kan wortels uitrekenen waar een geheel getal uitkomt.
Ik kan sommen uitrekenen waarin eerst de wortel uitgerekend moet worden.