Toets Theme 2- K

Toets Theme 2
Games and Gadgets
1 / 45
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Toets Theme 2
Games and Gadgets

Slide 1 - Slide

Jullie maken de Toets van Theme 2 online via 
deze LessonUp.
Vooraf aan elke opgave vind je een slide met uitleg.

Je hebt 20 minuten de tijd voor deze Toets.
Leerlingen met dyslexie hebben 5 minuten extra.

Succes!

Slide 2 - Slide

A. Vocabulary (10 pnt.)
Sleep het juiste woorden naar de zinnen, 
zodat de zinnen kloppen.
Je houdt 3 woorden over die je niet kunt gebruiken.

Slide 3 - Slide

1. I don't know which desert to           ...             .

2. What are the            ...            for this game?

3. They            ...             beautiful when they sing.

4. This            ...            can find hidden metal object.

5. You need to            ...            some salt to this dish.
battery
sound
while
choose
add
sign up
device
rules

Slide 4 - Drag question

6. She's got a gold            ...            on her wrist.

7. Who are you going to             ...            for?

8. A hammer is a            ...            for hitting nails with.

9. I want to            ...            a new app and be rich!

10. Can you            ...            me how to do it?
vote
show
escape
skill
invent
bracelet
ring
tool

Slide 5 - Drag question

B. Vocabulary (5 pnt.)
In de volgende opgaven staan Engelse zinnen. 
In elke zin staat 1 woord dat je moet vertalen. 
Vertaal dit woord naar het Nederlands.
Zorg dat jouw vertaling klopt in de zin!

Slide 6 - Slide

"Press the escape key."
Vertaal het woord KEY.

Slide 7 - Open question

"Press the right number to select your drink?"
Vertaal het woord SELECT.

Slide 8 - Open question

"They will announce the winner soon."
Vertaal het woord ANNOUNCE.

Slide 9 - Open question

"Can you imagine what it's like to be rich."
Vertaal het woord IMAGINE.

Slide 10 - Open question

"Please turn off the TV now."
Vertaal het woord TURN OFF.

Slide 11 - Open question

C. Vocabulary (5 pnt.)
In de volgende opgaven staan Engelse zinnen. 
In elke zin staat 1 Nederlands woord tussen haakjes, vertaal dit woord naar het Engels. 
Zorg dat jouw vertaling klopt in de zin!

Slide 12 - Slide

"I have (draadloze) speakers."
Wat is DRAADLOOS in het Engels?

Slide 13 - Open question

"Read the (aanwijzingen) first."
Wat is AANWIJZINGEN in het Engels?

Slide 14 - Open question

"Roll a six in the (dobbelsteen)."
Wat is DOBBELSTEEN in het Engels?

Slide 15 - Open question

"Let's (verstoppen) under the desk."
Wat is VERSTOPPEN in het Engels?

Slide 16 - Open question

"My (doel) in life is to become a doctor."
Wat is DOEL in het Engels?

Slide 17 - Open question

D. Stones (6 pnt.)
Vertaal de zinnen naar het Engels.

Slide 18 - Slide

Kun je mij vertellen hoe dit werkt?

Slide 19 - Open question

Om terug te gaan naar start, druk de linker toets in.

Slide 20 - Open question

Het spijt me, maar ik begrijp het niet.

Slide 21 - Open question

Eerst installeer je het spel.

Slide 22 - Open question

Kun je me een voorbeeld geven?

Slide 23 - Open question

Ik kan je heel veel voorbeelden geven.

Slide 24 - Open question

E. Grammar (13 pnt.)
Welk antwoord past in de zin op de stippenlijn? 
Het bijvoeglijk naamwoord of het bijwoord?

Bijvoeglijk naamwoord: beschrijft iets of iemand.
Bijwoord: beschrijft HOE je iets doet, vaak met -ly erachter.

Slide 25 - Slide

He thinks English is an ... language.
A
easily
B
easy

Slide 26 - Quiz

George behaved ... .
A
bad
B
badly

Slide 27 - Quiz

Your sister is a ... singer.
A
well
B
good

Slide 28 - Quiz

Jeannet is a ... driver.
A
careful
B
carefully

Slide 29 - Quiz

My grandmother sang a ... song.
A
sad
B
sadly

Slide 30 - Quiz

I ... grabbed my jacket.
A
quick
B
quickly

Slide 31 - Quiz

That is a ... picture.
A
beautiful
B
beautifully

Slide 32 - Quiz

She runs ... .
A
slowly
B
slow

Slide 33 - Quiz

Take as ...... time as you need.
A
much
B
many

Slide 34 - Quiz

I eat ...... apples a day.
A
much
B
many

Slide 35 - Quiz

My friend has ..... brothers and sister.
A
much
B
many

Slide 36 - Quiz

There isn't ...... butter left in the fridge.
A
much
B
many

Slide 37 - Quiz

Tim hasn't earned ....... money this week.
A
much
B
many

Slide 38 - Quiz

F. Reading (4 punten)
Lees de volgende tekst en maak de opdrachten 

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

In welk land is het spel uitgevonden?

Slide 41 - Open question

Waar werd het spel nog meer voor gebruikt in de tweede wereldoorlog?

Slide 42 - Open question

In welk jaartal kwam er een Britse versie?

Slide 43 - Open question

Ze gebruikten als pion bedeltjes van een armband.
Geef hier 3 voorbeelden van. (regel 28-38)

Slide 44 - Open question

     Je bent klaar!!!
   
            Alvast een fijn weekend!


    Bye!


Slide 45 - Slide