This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
WELKOM!
Les paragraaf 2.3
Nodig:
Chromebook
Schrift + pen voor aantekeningen.
Slide 1 - Slide
Planning
Bespreken 3.2
Check of de leerdoelen overgekomen zijn
Slide 2 - Slide
Leerdoelen 3.2 (deel 1)
Anders dan planner: die gaan alleen over leerboek.
Je weet wat er gebeurt als de Nazcaplaat wegduikt onder de Zuid- Amerikaanse plaat (subductie).
Je weet (en herkent!) wat de eigenschappen zijn van explosief vulkanisme, stratovulkanen en calderavulkanen.
Je kunt de vier onderdelen en kenmerken van de dwarsdoorsnede van de aarde benoemen en beschrijven.
Slide 3 - Slide
Hoe noemen we het proces van het bewegen van platen?
A
Platentektoniek
B
Epicentrum
C
Convectiestroom
D
Aardkorstplaat
Slide 4 - Quiz
Hoe ontstaat een aardbeving bij Chili?
Slide 5 - Open question
Een hooggebergte ligt tussen welke hoogten?
A
0 - 200 meter
B
200 - 500 meter
C
500 - 1500 meter
D
meer dan 1500 meter
Slide 6 - Quiz
Zijn de Schotse Hooglanden jong of oud gebergte? leg je antwoord uit waarbij je twee kenmerken uit de afbeelding haalt.
Slide 7 - Open question
Een gebied tussen de 200 - 500 meter noemen we?
A
Laagland
B
Heuvelland
C
Middelgebergte
D
Laagvlakte
Slide 8 - Quiz
Welke begrippen horen bij de letters A en B?
Slide 9 - Open question
Zet de hoogtegordels op de juiste plaats in de tekening.
timer
1:30
loofboomgordel
naaldboomgordel
alpenweiden
rotsgordel
eeuwige sneeuw
Slide 10 - Drag question
Benoem 2 fouten en verbeter ze!
timer
1:30
Slide 11 - Open question
Welk soort gebergte ontstaat bij blauwe pijl?
A
Breukgebergte
B
Plooiingsgebergte
C
Horst
Slide 12 - Quiz
Hypocentrum
Epicentrum
Slide 13 - Drag question
A
divergent, convergent, transform
B
convergent, divergent, transform
C
transform, divergent, convergent
D
transform, convergent, divergent
Slide 14 - Quiz
Wat is dit?
Aardkorst=Dunne laag gesteente om de aarde, met een dikte van 1 tot 7 km onder oceanen en 20 tot 70 km onder continenten.
Wat is dit?
Convectiestroom= Stroming van het gesmolten gesteente onder de aardkorst binnen in de aarde.
Aardkern (binnen en buiten)
Het binnenste, zeer hete deel van de aarde tussen 2900 km en 6370 km diepte. De aardkern bestaat uit ijzer en nikkel. De aardkern is onder te verdelen in een vaste binnenkern en een stroperige buitenkern. De buitenkern ligt om de binnenkern heen.
Aardmantel
Het gedeelte tussen de aardkorst en de aardkern. Het onderste deel (tegen de buitenkern aan) is vast gesteente, buitenste deel van de mantel is stroperig. Er vinden convectiestromen plaats die zorgen dat de aardplaten bewegen.
Exogene kracht
Kracht die van buitenaf de aardkorst verandert.
Voorbeelden: plantengroei zofrgt er voor dat een steen uit elkaar valt of het afslijpen van gebergten door wind gevuld met bijv. steentjes en zand.
Endogene kracht
Kracht die van binnenuit de aardkorst verandert.
Voorbeelden: vulkanen, aardbevingen
Slide 15 - Slide
Vulkanen
Vulkanisme komt voor op alle plekken waar magma aan het oppervlak kan komen door breuken/scheuren (mid-oceanische ruggen, subductie) + hotspots
Explosief of effusief?
Een vulkaanuitbarsting kan explosief of effusief zijn (eruptietype). Explosief wil zeggen dat de uitbarstig hevig is, met veel kracht. Dit komt voor bij subductiezones.
Effusief wil zeggen dat de uitbarsting rustig is, dat de lava rustig uit de vulkaan stroomt. Effusief komt voor bij divergentie en hotspots.
Slide 16 - Slide
Explosief vulkanisme
Explosief vulkanisme (= eruptietype) ontstaat dus bij een convergente plaatbeweging, dus waar subductiezones te vinden zijn.
Er ontstaan dan 2 vulkaanvormen:
Stratovulkaan
Calderavulkaan
Subductie?
Subductie betekent dat de oceanische korst onder de continentale korst duikt. Dit gebeurt dus bij Chili: de Nazcaplaat duikt onder de Zuid-Amerikaanse plaat. Pas als de oceanische plaat diep genoeg is gedoken vindt er smelt plaats! Te ondiep = geen smelt = geen vulkanisme.
Slide 17 - Slide
1. Stratovulkanen
Kenmerken stratovulkanen
Stratovulkaan - altijd bij subductiezones!
Smelten van de oceanische plaat + deel continentale korst bij → dit mengsel geeft stroperig magma. Eenmaal buiten de vulkaan heet magma lava. De stroperige lava koelt snel af op de helling. Hierdoor ontstaat de kenmerkende steile helling (kegelvorm). Door de snelle afkoeling wordt lava het gesteente basalt.
In de stroperige magma kunnen gassen niet makkelijk ontsnappen. Hierdoor ontstaat een hoge druk in de kraterpijp: deze raakt verstopt. Het vrijkomen van de hoge druk zorgt voor explosief vulkanisme.
Slide 18 - Slide
2. Calderavulkanen
Slide 19 - Slide
2. Calderavulkanen
Kenmerken Calderavulkanen
Caldeira ontstaat bij zeer krachtige uitbarsting waardoor de magmahaard voor groot deel leegloopt.
Gevolgen:
- bovenliggende gesteentelagen storten in
- er ontstaat een komvormig gebied met een doorsnede tot 50 km
Maar ook: de uitbarsting is zo explosief dat het bovenste deel van de vulkaankegel ontploft.
Modderstroom?
Sneeuw op de vulkaan smelt tijdens een uitbarsting. Dit zorgt ervoor dat er modderstromen kunnen ontstaan naast de uitbarsting zelf.
Slide 20 - Slide
Explosieve vulkaan
Krater
Pyroclastische wolk
Aswolk
Kegel- of stratovulkaan
Lava
Pyroclastische stroom
Dat zijn als het ware lawines van hete gassen, vermengd met asdeeltjes en grotere uitgestoten fragmenten. Door de ingesloten asdeeltjes zijn gloedwolken zwaarder dan lucht; daarom stromen ze over de vulkaanhelling omlaag, waarbij de hete gassen een soort luchtkussen vormen dat ervoor zorgt dat de gloedwolk vrijwel ongehinderd omlaag kan stromen.
Slide 21 - Slide
Aardkorst
Aardmantel
Binnenkern
buitenkern
Convectiestromen
Slide 22 - Drag question
Zet de letters in de goede volgorde zodat er een duidelijk uitleg ontstaat over het ontstaan van een vulkaan. Begin met A.
Slide 23 - Open question
In de bron zie je de vulkaan de Karangetang. Welke vulkaanvorm en welk eruptietype heeft de Karangetang?
Slide 24 - Open question
Aan de slag!
Maak nu een duidelijke foto van je aantekeningen en plaats deze direct in/bij het Google document in de Classroom.
Maak via de methodesite van 3.2:
Opdracht 2abc, 4ab en 5abc.
09:05 terug in de Meet
Slide 25 - Slide
Na deze les,
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (geef je antwoord in de chat van de Meet)
Slide 26 - Poll
Welk cijfer geef je jouw werkhouding tijdens deze le?
Slide 27 - Poll
Welk cijfer geef je de uitleg van de docent?
Slide 28 - Poll
Welk cijfer geef je de online lessen van de docent tot nu toe?