Les 4 Omgaan met collega's. Kijken en luisteren in een werkoverleg

Gesprekstechnieken
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Gesprekstechnieken

Slide 1 - Slide

Welke gesprekstechnieken ken jij

Slide 2 - Open question

Wat is een voorbeeld van een zakelijk gesprek
A
werkoverleg
B
sollicitatie
C
a,b,en d zijn goed
D
adviesgesprek

Slide 3 - Quiz

Tegen bewoners van een verzorgingshuis gebruik je...
A
Informeel taalgebruik
B
Formeel taalgebruik

Slide 4 - Quiz

Signaalwoorden
Samenvatting
Conclusie
Kortom
Dus
Al met al
Hieruit volgt
Alles bij elkaar genomen
Dan ook

Slide 5 - Drag question

Lesdoelen
Aan het eind van de les weet ik:
  • het verschil tussen een feit en een mening
  • voorbeelden van zakelijke gesprekken
  • verschillende gesprekstechnieken
  • 3 soorten discussies
  • wat figuurlijk taalgebruik is

Slide 6 - Slide

Wie mag op zijn stage of werk bij een werkoverleg aanwezig zijn?

Slide 7 - Poll

Communicatie
  • Non-verbaal/ verbale communicatie
  • Communicatiedoel
  • Vragen stellen en beantwoorden
  • Uit laten praten
  • Reageren op een ander
  • Ruis

Slide 8 - Slide

Zakelijke gesprekken
  • Klachtengesprek
  • Advies of verkoopgesprek
  • Sollicitatiegesprek
  • Functioneringsgesprek
  • Interview
  • Discussie
  • Werkoverleg/ vergadering

Slide 9 - Slide

Feit en een mening
  • Feit: controleerbaar, neutraal objectief gegeven
  • Mening: niet controleerbaar, waarderende uitspraak, subjectief, iedereen kan er anders over denken

Slide 10 - Slide

Gesprekstechnieken
  • Voordeel: beter gesprek voeren, bij discussie standpunt beter naar voren brengen.
  • Voorbeelden: controlevragen stellen, beurt houden/ nemen, draad oppakken, LSD luisteren, samenvatten, doorvragen, non- verbaal reageren, tegenargumenten geven en weerleggen, vragen om extra informatie/ uitleg/ voorbeelden. 

Slide 11 - Slide

Discussie
Met argumenten elkaar proberen te overtuigen van een standpunt (mening). Luisteren, inhoud vergelijken, onderbouwen argumenten
  • Meningvormende discussie
  • Probleemoplossende discussie
  • Besluitvormende discussie

Slide 12 - Slide

Figuurlijk taalgebruik
  • Uitdrukkingen die niet letterlijk bedoelt zijn (mond vol tanden)
  •  Beeldspraak (een beer van een vent)
  • Stijlfiguren (inslapen i.p.v. doodgaan)

Slide 13 - Slide

Oefening in tweetallen
Stelling: De verkoop van zeer zwak-alcoholische drank aan jongeren tussen de 16 en 18 jaar moet legaal worden.

Eens: 2 argumenten + voorbeeld
Oneens: 2 argumenten 
+ voorbeeld 



Slide 14 - Slide

Evalueren
Aan het eind van de les weet ik:
  • het verschil tussen een feit en een mening
  • voorbeelden van zakelijke gesprekken
  • verschillende gesprekstechnieken
  • 3 soorten discussies
  • wat figuurlijk taalgebruik is

Slide 15 - Slide

Bedankt jullie aandacht

Slide 16 - Slide