Les 13 - H3 Speling: Komma's

Welkom

Voordat de timer afgaat...

- Boek, schrift en pen op tafel
- Jas uit
- Tas van tafel
- Telefoon in tas
timer
2:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom

Voordat de timer afgaat...

- Boek, schrift en pen op tafel
- Jas uit
- Tas van tafel
- Telefoon in tas
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Lesplanning
- Lesdoel
- Overzicht YES-week 2
- Uitleg: Meest gemaakte fout schrijfopdracht
- Opdracht 
- Opdracht bespreken
- Afsluiting

Slide 2 - Slide

Overzicht YES-week 2
Schrijfopdracht: een van de onderstaande (2x) 

- Zakelijke e-mail
- Zakelijke brief
- Column
- Artikel
- Nieuwsbericht 

Slide 3 - Slide

Aan het einde van de les... 
... kun je de komma's correct in een zin plaatsen

Slide 4 - Slide

Wanneer gebruiken we een komma?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Video

Komma
De komma is een korte pauze in een zin
Je gebruikt een komma...
bijvoorbeeld
Als je iemand aanspreekt
'Hé, wat doe jij hier?'
Tussen delen van een opsomming
In de zomer ga ik fietsen, zwemmen, wandelen en raften.
Voor voegwoorden als: want, maar, omdat, zoals.
In deze zin staat een komma, want er staat een voegwoord in.
Tussen twee persoonsvormen
Pas toen hij dat zei, vielen de puzzelstukjes op z'n plaats.

Slide 7 - Slide

Plaats de komma's en licht toe
1. De appels peren druiven ananas en mandarijnen staan al op tafel. 

2. Het duurt even voordat ze antwoord geeft want ze zit in een vergadering.

3. Als je wilt kunnen we vanavond samen leren

4. Wow dat is wel heel ver!

5. Wanneer gaan jij je moeder en vader op vakantie?


timer
7:00

Slide 8 - Slide

Plaats de komma's
1. De appels, peren, druiven, ananas en mandarijnen staan al op tafel. 
- Opsomming: appels, peren, druiven, ananas en mandarijnen 
2. Het duurt even voordat ze antwoord geeft, want ze zit in een vergadering.
- Voegwoord: want
3. Als je wilt, kunnen we vanavond samen leren
- Twee persoonsvormen: wilt en kunnen
4. Wow, dat is wel heel ver!
- Aanspreking
5. Wanneer gaan jij, je moeder en vader op vakantie?
- Opsomming: jij, je moeder en vader

Slide 9 - Slide

Welke is juist?
A
Toen ze thuis kwam, zag ze dat de lamp al brandde.
B
Toen ze thuis kwam zag ze dat de lamp al brandde.

Slide 10 - Quiz

Waar moet de komma?
A
Als jij een film uitzoekt maak, ik het eten klaar.
B
Als jij een film uitzoekt maak ik het eten klaar.
C
Als jij een film uitzoekt, maak ik het eten klaar.
D
Als jij een film, uitzoekt maak ik het eten klaar.

Slide 11 - Quiz

Waar moet de komma?
A
Ik rijd te hard want ik heb haast.
B
Ik rijd te hard, want ik heb haast.
C
Ik rijd te hard want ik heb haast.
D
Ik rijd te hard want, ik heb haast.

Slide 12 - Quiz

Zelfstandig werken / verlengde instructie
Wat
Hoofdstuk 5 Spelling
Blz. 188: Opdracht 1 en 2
Hoe
Boek en schrift
Hulp
Zelfstandig of uitleg (bij mij)
Tijd
25 minuten
Klaar?
Nakijken
timer
5:00

Slide 13 - Slide