Oefenvragen Globalisering GEO H123

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Jullie willen natuurlijk weten ...

Wat er allemaal nou echt belangrijk is voor het SE

...maar volgens mij weten jullie het zelf al wel!

Stelling I: Landlocked zijn is meestal een nadeel

Stelling II: Een eenzijdige economie kan ook economisch goed zijn voor een land.

1. Stelling I & II juist
2. Stelling I & II onjuist
3. Stelling I juist Stelling II onjuist
4. Stelling I onjuist Stelling II juist

Geen enkel land in Oost-Azië heeft te maken met vergrijzing, vanwege hun jonge bevolking

1. juist
2. onjuist

De drie relatief rijkste landen (bnp per inwoner) zijn:

1. China, Japan & Zuid-Korea
2. Japan, Zuid-Korea & Taiwan
3. China, Zuid-Korea & Taiwan
4. Japan, China & Noord-Korea

Welk land is het welvarendste in zuidoost- Azië?

1. Indonesië
2. Thailand
3. Singapore
4. Filipijnen

Centrum

Semi-periferie

Periferie

Japan

BRIC

Lage productiviteit

Laag BNP per hoofd

Politieke macht

Hoofdkantoren MNO

Hoofdkantoren MNO

Verouderde en moderne technologie

Sterk groeiende eigen markt

Hoge arbeidsproductiviteit

Gevaar ruilvoetverslechtering

Eenzijdige handel

Hoge industrialisatiegraad

Zet de hegenominale staten op volgorde:

Vroeger- nu

1

2

3

Verenigde staten

Spanje & Portugal

Groot- Brittannië

Wat betekent:
De internationale arbeidsverdeling?

Uit welke landen bestaat de Triade?

1. Japan, China & VS
2. VS, China & Europa
3. Japan, Europa & VS
4. China, Zuid-Korea & Brazilië

De laatste decennia zijn er steeds meer kapitaalstromen tussen (semi)-perifere landen. Dit noem je

1. noord-zuid investeringen
2. zuid-zuid investeringen
3. Oost-zuid investeringen
4. West-zuid investeringen

De rode lijn geeft de ............. aan

1. Absolute afstand
2. Relatieve afstand
3. Canadese afstand
4. Vancouver afstand

De relatieve afstand kan veranderen.

1. goed
2. fout

Probeer in eigen woorden het begrip: hub and spokes
uit te leggen

De EU-landen zijn bij elkaar gekomen om te overleggen over klimaatveranderingen.
Hier is vooral sprake van:

1. Sociale globalisering
2. Culturele globalisering
3. Economische globalisering
4. Politieke globalisering

De volgende zinnen gaan over globalisering. Welke is juist?

1. Door globalisering wordt de handel met het buitenland steeds lastiger.
2. Internet heeft het proces van globalisering versneld.
3. Nu we te maken hebben met globalisering wordt de hele wereld een vrijhandelszone.
4. Steeds minder producten of ingrediënten komen uit het buitenland.

Welk begrip past
hierbij?

1. Globalisering
2. Duurzaam
3. Keurmerk
4. Armoedegrens

Noord-Korea wil niet met andere leiders over kernwapens praten, wat voor soort globalisering hoort hierbij?

1. Economische globalisering
2. Politieke globalisering
3. Culturele globalisering
4. Ik weet het niet

Regionale ongelijkheid kom je vooral tegen in

1. rijke landen
2. industrialiserende en globaliserende landen
3. arme landen
4. landen zonder veel globalisering

Hoe noemen we de verschuiving van het economisch zwaartepunt in de wereld naar Oost- en Zuidoost- Azië

1. Globalisering
2. Global shift
3. Wereldeconomie
4. Ik weet het niet

Het toerisme draagt bij aan de globalisering van de Filipijnen op cultureel, economisch en politiek gebied.

Maak de juiste combinaties.

Door de contacten met buitenlandse bezoekers nemen de Filipijnen gewoonten over uit andere delen van de wereld.

Door de werkgelegenheid in het toerisme kunnen de Filipijnen zich meer producten van buiten de Filipijnen veroorloven. 

Door de contacten met buitenlandse bezoekers maken de Filipijnen kennis met andere ideeën over democratie.

Culturele globalisering

Economische globalisering

Politieke globalisering