Lijdend voorwerp

Lijdend voorwerp
1 / 12
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lijdend voorwerp

Slide 1 - Slide

Mijn zus
fietst

naar
school.
Persoonsvorm

Slide 2 - Drag question

Mijn moeder

bakt

een ei.
Onderwerp

Slide 3 - Drag question

Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 4 - Open question

Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp is een mens, dier of ding waarmee iets gedaan wordt.



Slide 5 - Slide

Hoe vind je het lijdend voorwerp?

Slide 6 - Open question

Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp is een mens, dier of ding waarmee iets gedaan wordt.

Hoe vind ik een lijdend voorwerp?
wie/wat + gezegde + onderwerp?

Slide 7 - Slide

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
Persoonsvorm

Slide 8 - Drag question

Ik
heb
een boek
gekocht.
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
lijdend voorwerp
persoonsvorm
Werkwoordelijk gezegde

Slide 9 - Drag question

Mijn moeder

drinkt
dagelijks
koffie.
Lijdend voorwerp
Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde

Slide 10 - Drag question

Nu gaan we zelf zinnen maken!
- Maak 10 zinnen met een lijdend voorwerp op het blaadje.

Slide 11 - Slide

Ik weet hoe ik het lijdend voorwerp kan vinden
Ja
Nee
Een beetje

Slide 12 - Poll