1.3 Kernbegrippen maatschappijleer

Deze les;  
- HW controle afgelopen vrijdag (1.2)
- Kort herhalen vorige week (1.1 en 1.2)
- Uitleg 1.3 
- Zelfstandig werken 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Deze les;  
- HW controle afgelopen vrijdag (1.2)
- Kort herhalen vorige week (1.1 en 1.2)
- Uitleg 1.3 
- Zelfstandig werken 

Slide 1 - Slide

Herhalen vorige week!! (6 MIN)
Post-it

Schrijf op de POST-it welk antwoord jij denkt dat het is. 
Dus --> (A-B-C-D)
Houdt het antwoord dus voor jezelf!! 

Slide 2 - Slide

Wat is een voorbeeld van een wetsregel?
A
Na toiletbezoek je handen wassen
B
Geen afval op straat gooien
C
Op de buitendeuren moeten goede sloten zitten
D
In restaurants geef je een fooi

Slide 3 - Quiz

Een ander woord voor de maatschappij is:
A
belangengroep
B
sociale omgeving
C
overheid
D
samenleving

Slide 4 - Quiz

Terugblik: koppel de binding aan het juiste voorbeeld.
Economische binding
kennisbinding
politieke binding
gevoels-
binding
Je belt een vriend.


Je ontvangt salaris bij de Jumbo
Je rijdt over het fietspad naar school
Je doet mee aan de training

Slide 5 - Drag question

Met wie ben je verbonden?
  • Om jezelf in leven te kunnen houden            ............. binding​
  • Kennis opdoen/dingen leren            ...............binding
  • Iedereen waarmee je emotioneel verbonden mee bent heb je                                     .................................bindingen​
  • Overheidstaken            Politieke bindingen​
​In de samenleving zijn we afhankelijk van elkaar. Je hebt met verschillende mensen, verschillende soorten bindingen.​

Slide 6 - Slide

Als de bindingen tussen mensen sterk zijn en mensen het gevoel hebben dat ze bij elkaar horen noem je:
A
sociale cohesie
B
sociale omgeving
C
polarisatie
D
samenleving

Slide 7 - Quiz

Als mensen/bevolkingsgroepen scherp tegenover elkaar staan doordat de nadruk ligt op de tegenstellingen noem je dat:
A
sociale cohesie
B
sociale omgeving
C
polarisatie
D
samenleving

Slide 8 - Quiz

Leerdoelen 
Aan het eind van deze les kan je: 

  • Uitleggen wat waarden en normen zijn en hier een voorbeeld bij noemen.
  • Door middel van een voorbeeld uitleggen wat een belang en een belangentegenstelling is.
  • Uitleggen welke machtsmiddelen er zijn en welke volgens jou het best werken.
  • Begrip sociale ongelijkheid uitleggen en aangeven hoe dat in jou omgeving zit.

    Slide 9 - Slide

    Slide 10 - Slide

    Normen
    Opvattingen / regels over hoe je je op grond van waarden behoort te gedragen.
    Let op! Normen horen altijd bij een bepaalde waarde!

    Slide 11 - Slide

    Waarden
    Uitgangspunt of principe dat mensen belangrijk vinden in hun leven.
    Voorbeelden hiervan zijn:
    1. Gezondheid.
    2. Status.
    3. Vrijheid.
    4. Familie.
    5. Discipline.


    Slide 12 - Slide

    waarde 
    norm
    respect
    een persoon ouder dan jij met u aanspreken
    niet vloeken
    rijkdom
    gezond eten
    goed je best doen op school

    Slide 13 - Drag question

    Belangen
    Het voor-of nadeel dat iemand ergens bij heeft

    als er belangen spelen is er ook bijna altijd een belangen tegenstelling.


    Slide 14 - Slide

    Belang
    Het voordeel dat iemand ergens bij heeft

    Slide 15 - Slide

    Noem een belang wat je
    als scholier hebt:

    Slide 16 - Mind map

    Slide 17 - Slide

    0

    Slide 18 - Video

    Welke belangen komen er voorbij in dit filmpje? (jongeren/overheid)

    Slide 19 - Open question


    In hoeverre is hier sprake van tegen gestelde belangen?

    Slide 20 - Open question

    macht:




    het vermogen om het gedrag van anderen te beinvloeden

    Slide 21 - Slide

    Hoe kan je anderen beinvloeden?
    • Macht : Het vermogen om het gedrag of het denken
      van anderen te beïnvloeden.
    • Machtsmiddelen: Middelen waarmee je het gedrag
      van anderen kunt beïnvloeden.


    Slide 22 - Slide

    Machtsmiddelen:
    • Geld/baan/kennis/overtuigingskracht
    • Vaardigheden.
    • charisma.
    • Macht van het getal.

    Slide 23 - Slide

    sociale ongelijkheid
    niet iedereen heeft dezelfde kansen in de samenleving

    Slide 24 - Slide

    ZELFSTANDIG WERKEN 
    Maken van 1.3 in je werkboek:
    opgaven 1 t/m 8 pagina 8
    opgaven 9-10-11 pagina 9
    opgaven 12 en 13 pagina 10


    Klaar? = mij laten weten! 
    HOE: De afbeeldingen laten het je zien! 
    TIJD: tot 10:05--> controle 

    Slide 25 - Slide

    Huiswerk morgen: 
    Maken van 1.3 in je werkboek:
    opgaven 1 t/m 8 pagina 8
    opgaven 9-10-11 pagina 9
    opgaven 12 en 13 pagina 10

    Je hebt als het goed is al een groot deel gemaakt net! 

    Slide 26 - Slide