v5 10.12.2021 Imperativ

Willkommen
10.12.2021
1 / 26
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Willkommen
10.12.2021

Slide 1 - Slide

Heute
  • Kurzes Video
  • Imperativ: Aufgabe 10  
  • Hörübung + Wortschatz
  • Substantiv: Aufgabe 11

Das Ziel von heute: Hörfertigkeit üben + Imperativ wiederholen 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Was hast du vom Video gelernt?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Der Imperativ 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Toepassing

Met de gebiedende wijs gebieden wij iemand iets te doen!

Beispiel:

Halten Sie!Steigen Sie ein!Fahren Sie mich zum Bahnhof!

Slide 9 - Slide

3- vormen

gebiedende wijs- ev

gebiedende wijs- mv

gebied. wijs- beleefdheidsvorm

Slide 10 - Slide

Gebieden wijs e.v

Deze wordt gevormd door de stam van de  -du- vorm te nemen.


Soms met -e bij werkw met een d-t / m-n in de stam

Beispiel:Antworte, bitte- Atme durch!Waarom -du vorm?ich sprechedu sprichst-> geb.wijs enk wordt-> sprich!

Slide 11 - Slide

Gebiedende wijs -mv

Voor deze vorm gebruik je de -IHR vorm

-Sprecht Kinder!

-Hört mich AN (luister naar mij)

-atmet!  (adem!)

(ihr vorm is stam plus -t )

Slide 12 - Slide

Beleefdheidsvorm

Dit is de -u vorm.

Hele werkwoord+ Sie

Dus:

Schlafen Sie,  

Atmen Sie, Herr Aan het Rot



Slide 13 - Slide

samengevat

e.v= stam du- vorm       (Let op! +e bij stam op d/t, m/n)

m.v= ihr- vorm

Beleefdheidsvorm= hele werkwoord+ Sie

Slide 14 - Slide

Mal üben!

Slide 15 - Slide

Beleefdheid (kommen) ...
Komt u naar huis
A
kommt nach Hause
B
kommen Sie nach Hause
C
kommt Sie nach Hause
D
kömmen Sie nach Hause

Slide 16 - Quiz

lassen(=laten)
... mich in Ruhe, Peter!
A
lasst
B
lasse
C
lass
D
lassen Sie

Slide 17 - Quiz

Let op!


Bij een stam op een d,t
krijg je een extra-e
antworten- antwort-> ihr antwort-et

Slide 18 - Slide

warten (=wachten)
Ilse und Erika, .... auf mich!
A
warten
B
wart
C
warst
D
wartet

Slide 19 - Quiz

Gebied. wijs ev van "denken"
A
denkt
B
denken Sie
C
denk
D
denkst

Slide 20 - Quiz

gebied. wijs e.v van sprechen
A
sprech
B
sprecht
C
sprich

Slide 21 - Quiz

Gebied wijs mv tragen
A
trägt
B
tragt
C
trage

Slide 22 - Quiz

Mach: Aufgabe 10 (Kapitel 3)
Schreib ein paar Sätze auf!


Fertig? Aufgabe 11 & 12 (Hausaufgaben)

Slide 23 - Slide

Kapitel 3: Aufgabe 1
Hörfertigkeit

Slide 24 - Slide

Wortschatz (Geschichte)
Aufgabe 2 

Slide 25 - Slide

Aufgabe 11 & 12
Genus & Plural von Substantiven

(Wiederholung)

Slide 26 - Slide