WK41, 2B blokuur Chapter 1I (grammar)

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Wat weet je nog over de Past Simple?

Past Simple

Today's goals

I can make questions about the past.

I can make negative sentences about the past.

Road map

• Voice-overs

• Review
• Looking ahead

Grammar explanation (M+H)	Grammar explanation (M+H)
Work on tasks	Grammar explanation (H)
Additional instruction	Work on tasks

In your grammar notebook:

Past Simple - Vragen stellen

Met het werkwoord to be / can          zet in de verleden tijd

was / were / could           aan het begin van de zin:

Was he asleep? 

Were they at school last week?

Could you leave class early?

Past Simple - Vragen

Bij andere werkwoorden gebruik je het hulp werkwoord to do in de verleden tijd             did

Did + onderwerp + HELE WW

Did he sleep?

Did we do that?

Met did heb je de zin al in de verleden tijd gezet en gebruik je daarna het hele WW

Vragen met WH-words

When/where/how/why

Je zet het vraagwoord (WH-word) aan het begin van de zin:

Where were you on Saturday?
How did you do on the test?

When did you travel to Johannesburg?

Ontkenningen in de tegenwoordige tijd

Weet je nog? 

He plays soccer every day.                                   I love chocolate.

He does not play soccer every day.                 I do not love chocolate

       (doesn't play)                                                      (don't love)

                  je gebruikt een hulp WW (does)

Hoe zet je de ontkenning in de verleden tijd?

Past simple - Ontkenningen

Bij was/were en could: voeg not of -n't toe aan het werkwoord:

was not-> wasn't

were not -> weren't

could not -> couldn't

Past simple - Ontkenningen

Bij andere werkwoorden (dus niet to be of can) voeg je didn't toe. Na didn't gebruik je altijd het hele WW:

Did not (didn't) + HELE WW

I didn't like that movie.

We didn't ask questions.

Past simple vorm

1. Hele WW
2. Werkwoord + to be
3. Hele ww + onregelmatig WW
4. Werkwoord + -ed of onregelmatige WW

Past simple gebruik

1. Iets is in het verleden begonnen maar nu nog bezig
2. Tegenwoordige tijd
3. Iets is in het verleden gebeurd en nu afgelopen
4. Iets gaat nog gebeuren

Last year I ...... in Ireland (to be)

Last year I ...... to Ireland (to go)

Last year we ...... in Ireland (to be)

Tasks (m)

vanaf p. 64: oefeningen 56-60

Maak oefening 60 in je boek

Klaar?

Check je vocabulary notebook: is het compleet?

Pak een boekje van de tafel om te lezen of

Werk in ReadTheory of 

Werk in Slim Stampen in Stepping Stones online

(H) Past continuous

Past simple: action happened in the past (now finished)

Past continuous: events in the past that were happening for a while:

I was running

he was walking

you were sailing

(H) Questions and negations in the past continuous

I was running.

Question: Was I running?

Negation: I wasn't running.

You were sailing.

Question: Were you sailing?

Negation: You weren't sailing.

apps.noordhoff.nl

(H) tasks

Lees grammar 2B en schrijf op (grammar schrift) hoe je de past simple en de past continuous  samen kunt gebruiken.

Maak 55-57a

57a maak je in een google doc die je deelt met mij met bewerkingsrechten

Hele klas werk tot 10.00, dan pak je je chromebook

Review today's goals

I can make questions about the past.

I can make negative sentences about the past.

Write one sentence each about the past:
1. a question
2. a negative sentence

dashboard.blooket.com

Looking ahead

Alle taken van vandaag af

Vocabulary notebook check

Revise all of Chapter 1!

Revision revision revision for tests