Les 46 Hoe herken je programma's die op je gevoel inspelen?

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Noteer drie verschillende emoties die je kunt voelen.

Slide 11 - Open question

Lees de tekst. Waarom wordt de lynx met uitsterven bedreigd?
A
hij vindt steeds minder prooidieren
B
er leven er nog maar 84
C
Hij heeft zwaar
D
Hij kan het weer niet aan

Slide 12 - Quiz

Lees de tekst. Hoeveel procent van de zoogdieren wordt met uitsterven bedreigd?

A
33%
B
25%
C
50%
D
75%

Slide 13 - Quiz

Lees de tekst. Wat doet de IUCN?

A
lijsten opstellen voor het behoud van zoogdieren
B
vechten voor natuurbehoud
C
wereldwijd rode lijsten maken
D
dieren helpen om voedsel te vinden

Slide 14 - Quiz

Lees de tekst. Hoe kunnen we 5% redden?

A
Door ze in dierentuinen te plaatsen, dan worden ze beschermnd
B
Door beter hun bescherming voor de leefomgeving te regelen
C
door hun leefomgeving weg te nemen bij de mensen
D
door ze beter te beschermen tegen mensen

Slide 15 - Quiz

Lees de tekst. Waarover gaat deze tekst?

A
De rode lijst van de IUCN is lang
B
De bedreigde Iberische lynx
C
we moeten de dieren beter schermen tegen de mensen
D
Er zijn te weinig dieren op de wereld

Slide 16 - Quiz

Lees de tekst. In de tekst wordt uitgelegd wat 'zuurdesem' is. Hoe zou jij het uitleggen?
A
luchtig brood
B
broodkorstjes
C
oud deeg
D
deeg voor soep

Slide 17 - Quiz

Lees de tekst. Wat kun je het beste doen met 'bij toeval'?
A
veranderen in 'door toeval'
B
vervangen door 'toevallig'
C
gewoon laten staan zoals het nu is
D
vervangen door 'toen'

Slide 18 - Quiz

Lees de tekst. Wat moest de slaaf in deze tekst dagelijks doen?

A
vers brood maken
B
brood maken
C
broodpap bereiden
D
brood verkopen

Slide 19 - Quiz

Lees de tekst. Wat moet er op de plaats van ..... [ 1 ] ...... staan?

A
zuurdesem
B
deeg
C
brood
D
rijzen

Slide 20 - Quiz

Wat zijn emoties?
A
emotie is dat je blij bent
B
emotie is een gevoel, kan blij, boos of verdrietig zijn
C
emotie is dat je huilt bij een film of programma
D
emotie is dat het onderwerp van een programma zielig is

Slide 21 - Quiz

Wat zijn de kenmerken van programma's die emoties oproepen?
A
muziek helpt niet, er zijn altijd alleen afbeeldingen
B
afbeeldingen helpen niet, muziek helpt wel om emoties los te laten
C
muziek en beelden helpen allebei om emoties op te roepen
D
geen één antwoord is juist

Slide 22 - Quiz

Einde les
Als je klaar bent met de les en je hebt geen vragen, geef dit aan bij de juf. 

Goed gewerkt! 

Slide 23 - Slide