Oefentoets hoofdstuk 1

Planning
Lessonup account
Oefentoets hoofdstuk 1
Vragen over de toets?
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Planning
Lessonup account
Oefentoets hoofdstuk 1
Vragen over de toets?

Slide 1 - Slide

We hebben twee soorten behoeften

Primaire behoeften: onderdak, eten en drinken, kleding, zorg, onderwijs 

Secundaire behoeften: alle overige behoeften 

Slide 2 - Slide

Schaars
Een product is schaars als er productiemiddelen zijn gebruikt om het te produceren (middelen zijn  schaars).
Bijvoorbeeld: arbeid, machines en grond.

Slide 3 - Slide

Schaarse goederen 
Schaarse goederen moeten gemaakt worden. Wat is hier een schaars goed?

Slide 4 - Slide


Sociale beïnvloeding
Commerciële beïnvloeding

Slide 5 - Slide

De Marketingmix

Slide 6 - Slide

Soorten reclame

Slide 7 - Slide

Soorten inkomsten

Slide 8 - Slide

Soorten uitgaven
uitleg: 
regelmatig met wisselend bedrag 
vast moment, vast bedrag 
uitgaven die je soms doet, vaak groot bedrag
Soorten Uitgaven:
Dagelijkse uitgaven

Vaste lasten

Incidentele uitgaven

Slide 9 - Slide

Week-Maand-Jaar-Kwartaal

Slide 10 - Slide

Reserveren
Reserveren = sparen 

Slide 11 - Slide

Procentuele stijging of daling berekenen

Slide 12 - Slide

In 2017 waren er 12 apen in de dierentuin. In 2014 waren het er 8. Wat is de groei in procenten?
A
25%
B
50%
C
75%
D
150%

Slide 13 - Quiz


Welke formule gebruiken we bij het omrekenen van week naar maand?
timer
0:30
A
bedrag x 12 : 52
B
bedrag x 52 : 12
C
bedrag : 12 x 52
D
bedrag : 52 x 12

Slide 14 - Quiz

Wat gebeurt er met de koopkracht als er sprake is van inflatie?
A
De koopkracht blijft gelijk
B
De koopkracht neemt toe
C
De koopkracht neemt af

Slide 15 - Quiz

Wat bedoelen we met koopkracht?
A
De hoeveelheid geld wat iemand te besteden heeft.
B
De hoeveelheid geld plus goederen die iemand heeft.
C
De hoeveelheid goederen en diensten die iemand kan kopen.
D
Het inkomen waar goederen mee gekocht worden.

Slide 16 - Quiz

Inkomen uit arbeid
Inkomen uit bezit
overdrachtsinkomen
winst van je bedrijf
loon
huurtoeslag
Rente
WW-uitkering

Slide 17 - Drag question

Incidentele uitgaven
Vaste lasten

Dagelijkse uitgaven
Snoep
Abonnement mobieltje
Eenmalig extra belminuten
Abonnement tijdschrift
Kleding
Uitgaan
Tweedehands fiets

Slide 18 - Drag question

De dieselprijs per liter is in een week tijd gestegen van € 1,32 naar € 1,40.
Hoeveel is de dieselprijs gestegen in procenten?
A
5,3%
B
7,8%
C
6,1%
D
8,4%

Slide 19 - Quiz

                                     Marketingmix
Prijsbeleid
Plaatsbeleid
Productbeleid
Promotiebeleid
Presentatiebeleid
Personeelsbeleid
De kok van restaurant De Gouden Haan koopt alleen verse producten voor zijn gerechten
Adri heeft een snackbar gekocht midden in een woonwijk 
Alle werknemers van het bedrijf hebben dezelfde werkkleding aan. Dan zijn ze duidelijk herkenbaar voor de klanten
Anja de Boer zorgt ervoor dat alle artikelen in haar winkel goedkoop zijn.
De winkel ziet er netjes uit. 
Alle producten staan overzichtelijk in de schappen
Alle werknemers van het bedrijf hebben dezelfde werkkleding aan. Dan zijn ze duidelijk herkenbaar voor de klanten

Slide 20 - Drag question

Ideele reclame
Merkreclame
Commerciele reclame
Tekst
Reclame bedoeld om meer te verkopen
Reclame bedoeld om iets van mensen gedaan te krijgen of om mensen te informeren
Reclame die een merk promoot

Slide 21 - Drag question

De slogan : 100 % BOB, 0% op is een voorbeeld van.........
Leerdoel 23
A
commerciële reclame
B
ideële reclame

Slide 22 - Quiz

Welk van de onderstaande goederen en of diensten is een vrij goed?
A
De biologieles
B
Wind
C
Een zuurstoftank
D
kraanwater

Slide 23 - Quiz

Je abonnement op Spotify, zodat je op je mobiel streaming muziek kunt luisteren.
A
primaire behoeften
B
secundaire behoeften

Slide 24 - Quiz

Welk van deze productiemiddelen zijn schaars?
A
Goud
B
Hout
C
Tijd
D
zonlicht

Slide 25 - Quiz

Omdat je hele erge hoofdpijn hebt na een lange schooldag, neem je een paracetamol. Hierdoor voel je je gelukkig snel weer een stuk beter.
A
primaire behoeften
B
secundaire behoeften

Slide 26 - Quiz