This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
programma
herhaling paragraaf 2
huiswerk paragraaf 2
(uitleg en maken paragraaf 3)
Slide 1 - Slide
De loonheffing bestaat uit .......
A
loonbelasting + premies volksverzekeringen
B
loonbelasting + premies werknemersverzekeringen
C
premies volks- en werknemersverzekeringen
D
alleen loonbelasting
Slide 2 - Quiz
Hoe bereken je het nettoloon?
A
Brutoloon - loonbelasting + premies
B
Brutoloon - loonbelasting - premies
C
Brutoloon + loonheffing
D
Brutoloon - btw
Slide 3 - Quiz
Geef een voorbeeld van een volksverzekering
Slide 4 - Open question
Hogere of lagere? Automatisering leidt tot een ........ arbeidsproductiviteit?
A
hogere
B
lagere
Slide 5 - Quiz
De winkels zijn in december elke avond open. Wordt hierdoor de arbeidsproductiviteit groter?
A
ja
B
nee
C
kun je niet weten
Slide 6 - Quiz
Geef aan waar of niet
Alleen door automatisering kan de arbeidsproductiviteit toenemen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Hoe beïnvloedt concurrentie de arbeidsproductiviteit?
A
Doordat je sneller en beter gaat produceren neemt de arbeidsproductiviteit af
B
Doordat je beter wil zijn dan je concurrenten, gaat dat vanzelf
C
Doordat je beter wil zijn dan je concurrent blijft de arbeidsproductiviteit gelijk
D
Doordat je de concurrentie voor wilt blijven, ga je sneller en beter produceren en neemt de arbeidsproductiviteit toe
Slide 8 - Quiz
McDonalds Landgraaf bakt 5.400 hamburgers per drie weken. Er werken 10 werknemers. Het restaurant is 6 dagen per week geopend. BEREKEN DE ARBEIDSPRODUCTIVITEIT PER WERKNEMER PER DAG
Slide 9 - Open question
Huiswerk
Maken paragraaf 5.2
Klassikaal 5.1 vraag 8 en 12
5.2 vraag 3 en 5
Slide 10 - Slide
paragraaf 3 reclame maken
Leerdoelen
Je kunt de vijf P's van de marketingmix onderscheiden en toepassen.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Marketingmix
Marketingmix bestaat uit:
- Prijsbeleid - Productbeleid
- Plaatsbeleid
- Promotiebeleid
- Personeelsbeleid
Slide 13 - Slide
Marketing
Alles wat een onderneming doet om zijn product zo aantrekkelijk mogelijk te maken en daarmee zoveel mogelijk te verkopen, met als doel: winst maken.
Hoe aantrekkelijker een winkel/ product eruit ziet, hoe groter de kans dat de klant het product wil kopen.
Slide 14 - Slide
Plaatsbeleid
Op welke plek koop je spullen?
Slide 15 - Slide
Plaats
Om een zo hoog mogelijke verkoop te halen, is het belangrijk dat het product/ winkel een goede plaats heeft.
product -> ooghoogte
winkel -> in het centrum
internet-> goed vindbaar
Slide 16 - Slide
Prijs
De prijs van een product is belangrijk voor de verkoop van een product. Klanten letten vaak op de prijs.
Bedrijven/ winkels zetten in op hele lage prijzen (Aldi, Action, Zeeman) of juist op heel hoog geprijsde producten (Ferrari, Gucci, enz.)
Slide 17 - Slide
Prijsbeleid
Wat is de prijs van mijn product
Slide 18 - Slide
Promotiebeleid
Meer verkopen door reclame of promotie
Slide 19 - Slide
Promotie
Om klanten aan te trekken maken bedrijven/ winkels reclame voor hun producten. Ze plaatsen advertenties in kranten, folders en laten reclamespotjes zien op internet en tv. Dit noem je promotie.
Slide 20 - Slide
Product
Winkels richten zich op bepaalde producten om klanten te trekken. Ze verkopen bv bepaalde merken of bepaalde producten.
Slide 21 - Slide
Productbeleid
Welk product ga ik verkopen
Slide 22 - Slide
Hoe zit het met deze marketingmix?
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
merkreclame
Slide 25 - Slide
Productreclame
De aanbieder promoot de kwaliteiten van het product
Slide 26 - Slide
wat is prijsdiscriminatie?
Hetzelfde product aanbieden tegen verschillende prijzen
Hoe? Aan verschillende groepen
Slide 27 - Slide
verzin eens een voorbeeld van prijsdiscriminatie!
vliegreizen, hotels (duurder in hoogseizoen)
autoverzekering (korting voor goede rijders, vrouwen, etc).
museum (65+ en kinderkorting)
1e en 2e klas in de trein
kindermenu in een restaurant
Slide 28 - Slide
paragraaf 3 reclame maken
Leerdoelen
Je kunt de vijf P's van de marketingmix onderscheiden en toepassen.