* Letterformules vergelijken * Thuisoefeningen nakijken * Werken in de les * Thuisoefeningen
Slide 3 - Slide
formules vergelijken
a x 4 + 2 = b c x 3 + 5 = d e x 2 + 1 = e
2 + a x 4 = b c + 5 x 3 = d
Slide 4 - Slide
Samen: opgave 9
a. 15 + a x 8 = b
€15,- zit al in de pot. aantal weken keer €8,- (erbij). Dan krijg je het (gespaarde) bedrag.
b. 7 x €8,- per week.
c. 15 + 7 x 8 =
15 + 56 = 71.
Na 7 weken heeft Maaike €71,-.
d.
Slide 5 - Slide
Thuisoefening
Maak opgaven 1, 3, O4, 5, 6 en O7 op blz. 160, 161, 162 en 163.
Khulan, Valerie en Tobias: Maak opgaven 1, 5, 6, 7, U1 en U2 op blz. 160, 161, 162 en 163.
Slide 6 - Slide
Opgave 1
a.
Bij 11 bakjes is de winst voor Evert €16,50.
Opgave 1
b. Aantal bakjes x 1,50 = bedrag
3 x 1,50 = 4,50
15 x 1,50 = 22,50
20 x 1,50 = 30
Slide 7 - Slide
Opgave 3
Opgave O4
a. 6 x 0,50 + 5 =
3 + 5 = 8. Ze krijgt van haar vader €8,-.
b.
Slide 8 - Slide
Opgave O4
c. aantal rondjes x 0,50 + 6 = bedrag.
d. 32 x 0,50 + 6 =
16 + 6 = 22. Dorien krijgt €22,-.
Opgave 5
a. aantal rondjes x 0,75 + 3 = bedrag
10 x 0,75 + 3 = bedrag
7,50 + 3 = 10,50.
b.
Slide 9 - Slide
Opgave 5
c.
Bij 15 rondjes krijgt ze €14,25.
d. Voor elk rondje krijgt ze €0,75.
Opgave 5
e. Joke krijgt 1 keer €3,- voor de sponsorloop.
Slide 10 - Slide
Opgave 6
a. a betekent aantal en b betekent bedrag.
b. a x 0,75 + 3 = b
26 x 0,75 + 3 = b
19,50 + 3 = 22,50.
Opgave 6
a x 0,75 + 3 = b
14 x 0,75 + 3 = b
10,50 + 3 = 13,50.
c. Bij b is het bedrag berekend voor het lopen van 26 of 14 rondjes.
Slide 11 - Slide
Opgave 6
d. de formule is a x 1,50 = b.
Opgave 7
a. t x 2,5 = h
b.
c. 3 x 2,5 = 7,5. Na 3 minuten staat het water 7,5 cm hoog.
Slide 12 - Slide
Opgave 7
d.
e. Een stapgrootte van 2 of 2,5 cm is handig.
Opgave 7
f.
Slide 13 - Slide
Opgave O7
a. a x 0,70 + 3 = b
b.
c.
Opgave O7
d.
Slide 14 - Slide
Opgave U1
Als er €15,- is en het abonnement kost al €5,-, dan blijft er 15 - 5 = €10,- over voor smsjes. 1 smsje kost €0,09. Dan kunnen er 10 : 0,09 = 111,111... dus 111 smsjes gestuurd worden.
Opgave U2
a.
Slide 15 - Slide
Opgave U2
b.
Opgave U2
c. Uit de grafiek is af te lezen dat er ongeveer 4,5 dagen gewerkt is. als je 4,5 invult in de grafiek, klopt dit ook.
4,5 x 80 + 250 = 610.
Slide 16 - Slide
Oefenen!
Maak opgaven 8, 10, 11, 12, O13 en 14 op blz. 164, 165, 166 en 167.
Khulan, Valerie en Tobias: Maak opgaven 10, 11, 12, 13, U3 en U4 op blz. 164, 165, 166 en 167.
Slide 17 - Slide
Thuisoefening
Maak opgaven 8, 10, 11, 12, O13 en 14 op blz. 164, 165, 166 en 167.
Khulan, Valerie en Tobias: Maak opgaven 10, 11, 12, 13, U3 en U4 op blz. 164, 165, 166 en 167.