This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
nabespreking
The happy few
Slide 1 - Slide
De voorstelling is 12+. Is dat een terechte keuze?
ja
nee
Slide 2 - Poll
Vond je de voorstelling grappig?
ja
nee
Slide 3 - Poll
Vond je de voorstelling irritant?
ja
nee
Slide 4 - Poll
Vond je de voorstelling moeilijk?
ja
nee
Slide 5 - Poll
Vond je de voorstelling te lang?
ja
nee
Slide 6 - Poll
Welke beelden, scènes of zinnen heb je onthouden?
Slide 7 - Open question
DE ACTEURS + DE KOSTUUMS
Slide 8 - Slide
Wat was de rode draad doorheen de voorstelling?
Slide 9 - Open question
De rode draad doorheen de voorstelling...
Slide 10 - Slide
Waarom veranderden de personages aan het begin van de voorstelling kleine zaken aan hun uiterlijk?
A
Ze gaven zichzelf/elkaar een andere identiteit.
B
Ze wouden niet zichzelf zijn.
C
Ze begonnen zich daardoor beter te voelen.
Slide 11 - Quiz
We zagen de acteurs zich omkleden op de scène zelf om aan te geven...
A
dat ze een 'rol' spelen.
B
dat ze switchen naar een ander personage.
Slide 12 - Quiz
Waarom kleedden de acteurs zich soms achter het scherm om?
A
Daar konden ze zelf kiezen wie ze wouden 'spelen'.
B
Dat hoort gewoon zo.
Slide 13 - Quiz
De acteurs werden soms aangekleed door de andere acteurs. Waarom was dat?
A
Dat was gewoon een mooi beeld.
B
Onze omgeving bepaalt soms voor ons hoe we ons kleden of gedragen.
Slide 14 - Quiz
Waarom zag je meermaals 'vulling' uit beha's vliegen?
A
'Borsten' zijn soms ook 'fake'.
B
Ik heb geen idee.
Slide 15 - Quiz
HET DECOR
Slide 16 - Slide
Naar wat verwees het blauwe licht dat je zag voor de voorstelling begon.
A
Het blauwe licht verwijst naar het licht van een smartphone.
B
Dat was toevallig.
Slide 17 - Quiz
Wat was de betekenis van de zwarte schermen?
A
Ze stelden het scherm van een smartphone voor.
B
Ze zorgden ervoor dat we konden 'gluren' naar de acteurs.
C
Ze waren de verbinding tussen de online en offline wereld.
Slide 18 - Quiz
Wat was de functie van de microfoon op een staander?
A
Via de microfoon kregen de personagesecht een 'stem'.
B
Anders zouden we de acteurs niet begrijpen.
C
De personages zeggen pas iets als ze 'aandacht' krijgen.
Slide 19 - Quiz
Waarom stonden er een ligzetel en planten op de scène?
A
Ze verwezen naar een terras.
B
Ze verwezen naar een kabinet van een psycholoog.
C
Ze gaven de scène meer kleur.
Slide 20 - Quiz
Waarom bleven de planten en de ligzetel lange tijd op de scène staan?
A
Er werd vanaf dan dieper ingegaan op de personages.
B
Het was te veel werk om dat allemaal op te ruimen.
Slide 21 - Quiz
Waarom stond er een karretje met drankflessen op de scène?
A
Dat was om aan te geven dat dat personage een alcoholprobleem had.
B
Dat was handig om zaken op te zetten.
C
Dat beeldde het bureau van de psychologe uit.
Slide 22 - Quiz
HET SCRIPT
Slide 23 - Slide
Welk personage zag je niet?
A
een 70-jarige
B
een medewerker in de zoo
C
Lucien le magicien
D
een lispelende Hollywoodacteur
Slide 24 - Quiz
Ik voelde vooroordelen bij het bekijken van de personages.
ja
nee
Slide 25 - Poll
Welk fenomeen vanop sociale media zag je niet?
A
unboxing video
B
Youtuber
C
succesvolle vlogger
D
dansvideo's op TikTok
Slide 26 - Quiz
De personages die we zagen waren meestal succesvolle mensen.
A
ja
B
nee
Slide 27 - Quiz
De antikapitalist werd nadien door zijn moeder op zijn plaats gezet.
A
ja
B
nee
Slide 28 - Quiz
De rijkeluiszoon werd geconfronteerd met zijn situatie door de rapper.
A
ja
B
nee
Slide 29 - Quiz
"Ben jij een slet?", vraagt iemand in The happy few. "Nee", antwoordt de ander, "ik ben vegan." Maar kun je jezelf wel in één term definiëren?
ja
nee
Slide 30 - Poll
Wat ben jij in 1 woord gezegd?
Slide 31 - Open question
Hoor jij bij 'the happy few' die zelf kunnen bepalen wie ze zijn, zonder dat anderen daar een rol in spelen?
A
ja
B
nee
Slide 32 - Quiz
Hoor jij bij 'the happy few' die op sociale media kunnen tonen wie ze écht zijn zonder te faken?
A
ja
B
nee
Slide 33 - Quiz
Zijn sociale media enkel voor 'de happy few' waarvan het leven wel interessant genoeg is om het te tonen?
A
ja
B
nee
Slide 34 - Quiz
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
CHOREOGRAFIE
Slide 37 - Slide
Waarom beeldden de acteurs soms 'tics' uit of stonden ze niet wankel op hun benen bij bepaalde dansen?
A
De personages die ze speelden voelen zich onzeker.
B
De personages tonen zich sterker dan ze zijn.
Slide 38 - Quiz
DE BELICHTING + MUZIEK
Slide 39 - Slide
Wat was de functie van de muziek en de belichting?
A
duidelijk maken dat er een ander onderwerp kwam
B
sprong in de tijd maken
C
duidelijk maken dat er een andere scène kwam
Slide 40 - Quiz
Slide 41 - Video
Slide 42 - Video
Slide 43 - Video
Slide 44 - Video
"Ik ben ermee gestopt om me druk te maken over wat anderen van mij vinden, wat anderen over mij zeggen, wat anderen van mij verwachten, want als ik dat wel bleef doen, dan..." Op jou van toepassing?