6.1 bloemen

                        Thema 6. Bloemen, Vruchten, zaden
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

                        Thema 6. Bloemen, Vruchten, zaden

Slide 1 - Slide

Planning
Planning en leerdoelen bespreken.
Uitleg planten/bloemen.
Zelfstandig werken. 


Slide 2 - Slide

Lesdoelen

Aan het einde van de les:


Ken je de onderdelen van een bloem.

Weet je de functie van de bloem .


Slide 3 - Slide

Functie


de functie van bloemen is

VOORTPLANTEN.

Slide 4 - Slide

Bloemen
De gekleurde bladeren van een bloem, kroonbladeren, lokken insecten naar de bloem.

De groene bladeren, kelkbladeren, beschermden de bloem toen die nog in de knop zat. 

Slide 5 - Slide

Bloem mannelijk
Stuifmeelkorrels: mannelijke geslachtscellen
Meeldraden: maken stuifmeel

Een meeldraad bestaat uit een helmdraad en een helmknop. De helmknop bestaat uit helmhokjes, waarin stuifmeel ontstaat.


Slide 6 - Slide

Bloem vrouwelijk
Stamper = vrouwelijke voortplantingsorgaan 

Een stamper bestaat uit een stempel, stijl en vruchtbeginsel

In het vruchtbeginsel zitten  zaadbeginsels. Hierin  ontstaat één eicel.    

Slide 7 - Slide

De stamper is het vrouwelijke voortplantingsorgaan
De meeldraden zijn de mannelijke voortplantingsorganen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

De bouw van bloemen
De functie van een bloem
De meeste bloemen hebben ongeveer dezelfde bouw. Bloemen kunnen er wel heel verschillend uitzien. 

Een bloem staat op een bloemsteel. 
De bloembodem bestaat uit de bloemkelk met kelkbladeren. Meestal is dit deel groen.

De bloemkroon bestaat uit kroonbladeren.

De functie van bloemen is voortplanten

Kroonbladeren hebben vaak 
een mooie kleur

Slide 10 - Slide

Ingeklapte bloem
Uitgeklapte bloem

Slide 11 - Slide

De bouw van een bloem
Hiernaast zie je een schematische tekening van een bloem.

Veel bloemen bestaan uit een
Mannelijke deel en een 
Vrouwelijke deel. 

Slide 12 - Slide

Organen van de plant
Bloem:
Zorgt voor voortplanting.
Uit bloemen groeien vruchten met daarin zaden.

Slide 13 - Slide

Insectenbloem
Geur
Felle kroonbladeren
Grote kroonbladeren
Nectar
Stamper en meeldraden in bloem.
Weinig stuifmeel
Zwaarder stuifmeel
Windbloem
Geurloos
Kleurloze kroonbladeren
Kleine kroonbladeren
Geen nectar
Stamper en meeldraden buiten bloem.
Veel stuifmeel
Licht stuifmeel

Slide 14 - Slide

Helmhokje
Mannelijk onderdeel van bloem.
Produceert stuifmeel.
Kroonblad
Gekleurd of groen onderdeel van bloem.
Gekleurd en groot bij insectenbloem. Trekt insecten aan.
Groen (onopvallend) of afwezig bij windbloem.
Zaadbeginsel
Vrouwelijk onderdeel van de bloem.
Hier liggen de eicellen van de bloem in de zaadbeginsels, om zaden te maken bij bestuiving.
Kelkblad
Groene bladeren die om de knop van een bloem heen zit ter bescherming. Blijven als kleine groene bladeren onderaan de bloem zichtbaar of vallen af.
Stamper - Stempel
Vrouwelijk onderdeel van de bloem.
Stempel is bovenste deel van de stamper. Vangt de stuifmeelkorrels op.
Stamper - Vruchtbeginsel
Vrouwelijk onderdeel van de bloem.
Hier liggen de zaadbeginsels in.
Steel
Deel waarmee de bloem vastzit aan de rest van de plant.

Slide 15 - Slide

Zelfstandig werken
Wat?  Lees blz.168 &169 en maak opgave 1 t/m 8
Hoe?  Je mag na 5 minuten zachtjes overleggen in je groep
Hulp? Kijk in je boek, vraag binnen je groep, steek dan je vinger op. 
Tijd? 15 minuten. 
Uitkomst?
Je kent alle onderdelen van de bloem.
Je kunt de functie van elk onderdeel uitleggen.
Je geeft aan of het deel mannelijk of vrouwelijk is. 
Klaar? Vraag om een nakijkblad. 
timer
5:00

Slide 16 - Slide