§2.9 Kernenergie in Frankrijk

§2.9 Kernenergie in Frankrijk
1 / 12
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

§2.9 Kernenergie in Frankrijk

Slide 1 - Slide

Vanaf wanneer ging Nederland over op aardgas?
A
1930
B
1960
C
1980
D
2000

Slide 2 - Quiz

Waarom verhuizen de Groningers niet als ze zoveel last hebben van de aardbevingen?

Slide 3 - Open question

Uitleg (1)
In Frankrijk wordt veel elektriciteit opgewekt in kerncentrales. In principe werkt een kerncentrale net als een gewone elektriciteitscentrale. Door warmte wordt water aan de kook gebracht en met de stoom daarvan wordt een turbine in beweging gezet. Alleen in een kerncentrale komt die warmte van het spitsen van uraniumatomen. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Uitleg (2)
Kernenergie heeft voor- en nadelen.
Voordelen: Je hebt maar weinig uranium nodig voor veel energie. 1 gram uranium levert evenveel energie op als 3000 kilo steenkool. Kernenergie is relatief goedkoop. En kernenergie is schoon: bij de productie komt geen CO2 vrij.
Nadelen: Bij kernsplijting komt radioactieve straling vrij. Die straling komt ook vrij bij een ongeluk in een kerncentrale. Die straling is erg gevaarlijk. Ook blijft er na het opwekken kernafval over. Dat is ook erg radioactief en dus levensgevaarlijk. Het blijft duizenden jaren radioactief en moet dus heel zorgvuldig worden opgeslagen.

Slide 6 - Slide

Uitleg (3)
Frankrijk heeft wel 58 werkende kerncentrales, Nederland maar 1 (Borssele in Zeeland). 
Nederland is voor zijn energie niet afhankelijk van kernenergie vanwege het aardgas uit Groningen.
Frankrijk heeft zelf weinig energiebronnen en wil niet afhankelijk zijn van het buitenland. Dus maakt met zelf energie met kerncentrales.
Ook is Frankrijk bezig met waterkracht. Dat kunnen ze meer, omdat delen van Frankrijk bergachtig is.

Slide 7 - Slide

Uitleg (4)
Frankrijk wil graag duurzamer worden en daarom heeft het wetten aangenomen om het energieverbruik te verminderen. Ook wil het land minder kernenergie gaan produceren. Om dat te bereiken moeten er maatregelen genomen worden. Er moet meer duurzame energie worden opgewekt en moet het aantal kerncentrales worden terug gebracht. Daarvoor zijn flinke investeringen nodig, want kernenergie is relatief goedkoop. 

Slide 8 - Slide

Antwoord vraag 1 en 2
1a: uranium - splijting - fossiele - biomassa - verbranding
1b: In uranium zit geen koolstof dat vrij kan komen. In steenkool, bruinkool, aardgas en 
      aardolie zit koolstof en dat komt vrij bij de verbranding.
2a: (1) Er komt geen CO2 vrij bij het splijten van uranium. (2) Kernenergie is goedkoop te 
      produceren. (3) De voorraad uranium is bijna onuitputtelijk, omdat er maar een klein 
      beetje uranium nodig is om veel energie te kunnen produceren.
2b: (1) Er komt radioactieve straling vrij bij de splijting van uranium. Veel radioactieve 
      straling is schadelijk voor mens en milieu. (2) Het radioactieve kernafval is een blijvend 
      probleem. Het kan niet worden vernietigd, maar alleen worden opgeslagen. Het 
      transport en de opslag zijn duur en niet zonder risico’s.

Slide 9 - Slide

Antwoord vraag 3, 4 en 5
3a: Landen die uranium importeren, kunnen het uranium uit verschillende landen halen. 
      Bovendien hoeven ze zelf geen fabrieken neer te zetten om uranium te winnen. Ze 
      lopen dan ook minder risico dat er iets mis kan gaan bij de productie.
3b: Zuid-Amerika
4a: Frankrijk heeft zelf uranium. Uranium is een goedkope manier om energie te 
      produceren.
4b: importeert
5a: Nederland
5b: minder - aardgas

Slide 10 - Slide

Antwoord vragen 6 en 7
6a/b: Windenergie (Frankrijk heeft een lange kustlijn war het veel waait); waterkracht 
         (Frankrijk heeft grote gebieden met veel hoogteverschil waar waterkrachtcentrales 
         gebouwd kunnen worden); zonne-energie (het zuiden van Frankrijk heeft veel zonne-
         uren).
7a: Kernenergie
7b: Alle productie uit fossiele energiebronnen afbouwen en volledig overgaan op 
      kernenergie, eventueel in combinatie met biomassa en windenergie.
7c: Hoe minder energie een land gebruikt, hoe minder energie er opgewekt hoeft te worden 
      en hoe minder een land afhankelijk is van de energieproductie.

Slide 11 - Slide

Huiswerk
Lees voor de volgende keer §2.10 en maak de vragen. Upload de uitwerkingen naar Opdrachten.

Slide 12 - Slide