Possessive 'of' & Much/many

Welcome
Rob & Brit

1 / 41
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome
Rob & Brit

Slide 1 - Slide

Contents

  • Recap possessive 's/'/ of
  • exercises possessive s
  • much and many 
  • Exercises much and many 

Slide 2 - Slide

Noteer de bezitsvormen

Slide 3 - Open question

Wat is de regel bij deze bezitsvormen?

Slide 4 - Open question

Possessive 'of' / much & many
Goals:
-I can use the possessive 'of'
-I know the difference between much & many
-I can use much & many in simple sentences

Slide 5 - Slide

Recap!
Remember, remember: the 's

-> Bezit van 1 persoon/dier/: John's car
-> Meervoud dat eindigt op een s: My parents' house
-> Uitzonderingen mv: The children's dog
-> tijdsaanduidingen: Yesterday's newspaper

Slide 6 - Slide

This lesson: bezit met 'of'
Als het gaat om 'dingen van dingen' gebruik je 'of':
(kan geen bezit van elkaar zijn)

The name of the game is Super Mario
The title of the book is The Shining
The door of the classroom
The keys of the laptop

Slide 7 - Slide


Vertaal: Het dak van de school
A
The roof of the school
B
The roof from the school
C
The school's roof
D
The schools' roof

Slide 8 - Quiz


Vertaal: de deur van de auto
A
The door from the car
B
The car's door
C
The door of the car
D
The car of the door

Slide 9 - Quiz


Vertaal: De hoek van de straat
A
The street's corner
B
The corner of the street
C
The corner from the street
D
The street of the corner

Slide 10 - Quiz


Vertaal: Het dak van de school

Slide 11 - Open question


Vertaal: De deur van de auto

Slide 12 - Open question


Vertaal: De hoek van de straat

Slide 13 - Open question

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

These are the ________ (boy – pencils).
A
boys’s pencils
B
boys’ pencils
C
pencils of the boys
D
boy's pencils

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

________ (John – sister) is twelve years old.
A
John’s sister
B
John’ sister
C
sister of John

Slide 15 - Quiz

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

The ________ (children – room) is upstairs.
A
children’s room
B
children’ room
C
room of the children

Slide 16 - Quiz

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

My ________ (parents – car) was not expensive.
A
parents’s car
B
parents’ car
C
car of my parents

Slide 17 - Quiz

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

________ (Charles – CD player) is new.
A
Charles’s CD player
B
Charles’ CD player
C
The CD player of Charles

Slide 18 - Quiz

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

This is ________ (Peter – book).
A
Peter’s book
B
Peters’ book
C
the book of Peter
D
Peters's book

Slide 19 - Quiz

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

This is the ________ (boy – bike)
A
boy’s bike
B
boy’ bike
C
bike of the boy

Slide 20 - Quiz

Wat is de juiste possessive? ('s, ')

________ (John – sister) is twelve years old.
A
John’s sister
B
John’ sister

Slide 21 - Quiz

Much and many
What do these words mean?

Slide 22 - Slide

Much and many
What do these words mean?
Much + many betekenen beide 'veel'
Much gebruik je als je het woord dat erna komt NIET kan tellen.
Many gebruik je als je het woord dat erna komt WEL kan tellen.

Slide 23 - Slide

Het gaat erom of je het woord kan tellen!

Slide 24 - Slide

Welke woorden hieronder kan je tellen?
Er zijn er twee goed!
A
Grapefruit
B
Knowledge
C
Water
D
Bottle

Slide 25 - Quiz

Welke woorden hieronder kan je niet tellen?
Er zijn er twee goed!
A
Money
B
Sand
C
Dollar
D
Face mask

Slide 26 - Quiz

Much:

Woorden die je niet kan tellen (er kan geen 1, 2, 3 voor)

I don't have much knowledge about cars. 

I had so much fun yesterday!
Many:

Woorden die je kan tellen (er kan wel 1, 2, 3 voor)

Many teenagers like the game Fortnite

I don't know how many episodes I watched.

Slide 27 - Slide

Translate:
Veel koeien (use much/many)

Slide 28 - Open question

Translate:
Veel zelfvertrouwen (use much/many)

Slide 29 - Open question

Translate:
Veel geld (use much/many)

Slide 30 - Open question

Translate:
Veel bloemen (use much/many)

Slide 31 - Open question

Telbare woorden krijgen 'many'
Met telbare woorden worden woorden bedoeld waar je '1, 2, 3, 4, 5, 6, enz' voor kan zetten. 

Table is telbaar (one table, two tables, enz)
Apple is telbaar (I have three apples)
Laptop is telbaar (there are more than 20 laptops in this room)

Slide 32 - Slide

Telbare woorden krijgen 'many'
Alle woorden die je kan tellen krijgen 'many' als je 'veel' wilt aangeven. 

There are many children in this classroom. 
I have many books at home
There are many people in the world

Slide 33 - Slide

Waar wordt 'veel bloemen' juist vertaald?
A
Much flowers
B
Many flowers

Slide 34 - Quiz

Waar wordt 'veel water' juist vertaald?
A
Much water
B
Many water

Slide 35 - Quiz

Waar wordt 'veel plezier' juist vertaald?
A
Much fun
B
Many fun

Slide 36 - Quiz

Waar wordt 'veel honden' juist vertaald?
A
Much dogs
B
Many dogs

Slide 37 - Quiz

I can use the possessive 'of'
(ik kan bezit met 'of' gebruiken)
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll

I know the difference between much & many
(ik ken het verschil tussen much & many)
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll

I can use much & many in simple sentences
Ik kan much & many in simpele zinnen gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

Ik wil hier graag een extra instructie over
Ja
Nee

Slide 41 - Poll