3.2 Waar spaar jij voor? KRN

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

3.2 - Waarvoor spaar jij???

Deze week heb je een begin gemaakt met H3. Je hebt paragraaf 3.1 gedaan en  opdrachten gemaakt. Vandaag beginnen we met een herhaling en wat opgaven. Daarna gaan we door met paragraaf 3.2

Als je het niet meer zo goed weet kun je eerst nog even naar de volgende samenvatting van paragraag 3.1 kijken. Je mag ook meteen met de opgaven beginnen.

Opgaven

Maak nu eerst de volgende opgaven..

Reken uit!

Je hebt € 345,00 op je rekening. Je ontvangt deze week € 175,00 loon. Je ontvangt € 50,00 zakgeld.

Maar je hebt ook uitgaven.
Je geeft € 78,99 uit aan een broek, € 652,00 voor je scooterreparatie en € 15,75 bij Mac Donalds.
Wat is je saldo aan het eind van de week. Zet erbij of dit een debet of credit saldo is.

leg uit en schrijf in je schrift:

1. Geld heeft de volgende functies:
   1.
   2.
   3.
2. Chartaal geld is:
3. Giraal geld is:

leg uit en schrijf in je schrift:

4. Noem een voordeel en een nadeel van een creditcard

5. Noem een voorbeeld van directe ruil

3.2

We gaan nu verder met paragraaf 3.2

Deze paragraaf gaat over sparen. Lees eerst alle theoriestukjes (met de rode stippels) uit deze paragraaf en ga daarna verder.

Spaarmotieven...

• Doel 
  
  
• Voorzorg
  
  
• Rente

nu maken

pagina 74: opgave 1 tot en met 4

Spaarvormen

Als je gaat sparen kun je bij de bank kiezen voor verschillende spaarvormen:

• bij elke spaarvorm gelden andere regels;
• soms meer rente als je het spaargeld een tijd vastzet;
• soms bonusrente, bijv. als je gedurende een bepaalde tijd geen geld opneemt;
• soms boeterente als je eerder geld opneemt dan de afgesproken periode.

Hoeveel rente krijg je?

Dat is afhankelijk van de grootte van het bedrag, en van de tijd dat je het op de bank laat staan.

Verschillende spaarrekeningen

Je kunt bij de bank kiezen tussen twee verschillende soorten spaarrekeningen:

• een spaarrekening waar je altijd geld vanaf kunt halen;
    je krijgt VARIABELE rente
• een spaardeposito waar je je geld vast zet voor een bepaalde periode en tussentijds niet mag opnemen.
    je krijgt een VASTE rente

nu maken

pagina 75: opgave 5 en 6

Wat voor soort rente krijgt je?

Enkelvoudige rente:

rente wordt per jaar uitgekeerd.

Samengestelde rente:

je ontvangt rente over rente.

Enkelvoudige rente

• je krijgt rente aan het einde van het jaar uitbetaald
• je spaarbedrag blijft dus gelijk

maken opgave 7

Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Voorbeeld enkelvoudige rente

Voorbeeld:

Rob heeft € 200 op zijn spaarrekening staan. De bank vergoedt 3% rente.

Rente na 1 jaar               →  € 200 : 100 x 3 = € 6

Rente na 2 jaar              →  (€ 200 : 100 x 3) x 2 = € 12

Rente na 1 maand        →  (€ 200 : 100 x 3) : 12 = € 0,50 

Rente na 5 maanden  →  (€ 200 : 100 x 3) : 12 x 5 = € 2,50

Samengestelde rente

• de rente wordt bijgeschreven op je rekening
  
• het jaar erna krijg je rente over je spaarbedrag en over de ontvangen rente ('rente op rente')
  

Samengestelde rente = 

rentepercentage x (spaarbedrag + bijgeschreven rente)

Rekenvoorbeeld samengestelde rente

Je hebt € 1.000 op je spaarrekening staan. Je krijgt 1% rente van de bank. Hoeveel euro rente heb je gekregen na 3 jaar als er sprake is van samengestelde rente?

1e jaar: € 1.000 : 1 x 100 = € 10

2e jaar: € 1.010 : 1 x 100 = € 10,10

3e jaar: € 1.020,10 : 1 x 100 = € 10,20
Aan het einde van jaar 3 heb je  € 1030, 30  -  Totaal € 30,30 rente ontvangen.

Het kan ook sneller: zelfde voorbeeld

1000 euro; 1 % rente 

1: 1% delen door 100 = 0,01

2: 0,01  + 1 = de groeifactor

na 3 jaar:

1000 x 1,01 x 1,01 x 1,01=€ 1030, 30

nu maken: samen 11

pagina 76: opgave 7 tot en met 13

Wat voor soort rente krijgt je?

Bij een normale (internet)spaarrekening kun je constant geld opnemen. Dit geld is vrij opneembaar. Je krijgt variabele rente. Het rentepercentage kan elk moment veranderen.

Bij een spaardeposito kun je niet bij je geld. Je krijgt een vaste rente. Het rentepercentage staat vast voor een afgesproken periode. De rente is hoger dan bij een normale spaarrekening omdat de bank langer gebruik kan maken van jouw geld.

oefenen

Maak de volgende opgaven en vragen
en herhalingsopdrachten 3.2 pagina 88

Bereken de samengestelde rente na 3 jaar sparen:
€1000 op de rekening tegen 2% rente.

1. €1.061,21
2. €1.060

Bereken de enkelvoudige rente na 2 jaar sparen:
€1000 op de rekening tegen 2% rente.

1. € 40,00
2. € 120,00
3. € 60,00
4. € 100,00

Spaarrekening: € 1.500
1,2% rente
Hoeveel (enkelvoudige) rente ontvang je na 3 jaar?

1. € 54
2. € 54,65
3. € 1.554
4. € 1.554,65

Ik zet € 600 op mijn spaarrekening. De rente bedraagt 2%. Bereken de enkelvoudige rente in euro's die je na 1 jaar krijgt.

Lotte ze € 100 op een spaarrekening. Ze krijgt 3% rente. Hoeveel euro bedraagt de enkelvoudige rente?

Jesse heeft €17.000 op een spaarrekening staan. De rente is 2.1%. Bereken hoeveel rente hij na drie jaar heeft als je rekent met samengestelde rente.

Juist of onjuist?

Samengestelde rente levert meer op dan enkelvoudige rente.

1. juist
2. onjuist

Welke rente hoort bij een internetspaarrekening?

1. vast
2. variabel

samenvatting

Kijk nu naar de uitgebreide samenvatting van deze paragraaf 3.2

Na de samenvatting volgen als laatste nog een paar korte vragen

Wat is geen spaarmotief?

1. Voorzorg
2. Doel
3. Vakantie
4. Rente

Door de inflatie kan ik...

1. meer besteden
2. minder besteden

Wat zijn geen soorten rentes?

1. Variabele
2. horizontale
3. vaste
4. verticale

Bereken de enkelvoudige rente na 1 jaar sparen:
€1000 op de rekening tegen 2% rente

1. €50,00
2. €60,00
3. €30,00
4. €20,00

Bereken de samengestelde rente na 2 jaar sparen:
€1000 op de rekening tegen 2% rente

1. €1040,10
2. €1040,20
3. €1040,30
4. €1040,40

Bereken de enkelvoudige rente na 2 jaar sparen:
€1000 op de rekening tegen 2% rente

1. €40,00
2. €120,00
3. €60,00
4. €100,00

Bereken de samengestelde rente na 3 jaar sparen:
€1000 op de rekening tegen 2% rente

1. €1061,60
2. €1061,61
3. €1061,62
4. €1061,63

Welk belang heeft de bank erbij dat jij spaart?

Welke spaarmotieven zijn er?

einde van deze les

Als je wil oefenen kun je nog naar de opgaven in je boek kijken.