U1 oefentoets PW

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Lunsi 21 octobre
Les objectifs pour aujourd'hui :

Je beheerst alle onderdelen van Unité 1.

Slide 2 - Slide

Exercice numéro 1
Choisis le mot correct et traduis-le. Kies het juiste woord en vertaal het.


Slide 3 - Slide

Selin habite dans le quartier/ l'heure du Pijp (x = x)

Slide 4 - Open question

Lidl est la rue/ tout près de Pieter Nieuwland College (x = x)

Slide 5 - Open question

Qui/ Comment est ici ? (x = x)

Slide 6 - Open question

Exercice numéro 2

Traduis les mots et complète les phrases. Vertaal de woorden en vul de zinnen aan met het juiste woord.

12 woorden / 12 zinnen. Vul in en vertaal.

Slide 7 - Slide

Exercice numéro 3

Réponds aux questions. Utilise le verbe être. Geef antwoord en vul de juiste vorm van être in.

Slide 8 - Slide

Tu es Néerlandais ?
Oui, .......... Néerlandais

Slide 9 - Open question

Vous êtes dans la classe ?
Oui, ............. dans la classe

Slide 10 - Open question

Keano et Isaac sont en B1A ?
Oui, ............. en B1A.

Slide 11 - Open question

Exercice numéro 4

Complète la règle de grammaire. Vul de grammaticale regel aan.

Slide 12 - Slide

Vertaling van "de/ het" mannelijk:
Vertaling van "de/ het" vrouwelijk:

Slide 13 - Open question

Vertaling van "een" mannelijk:
Vertaling van "een" vrouwelijk:

Slide 14 - Open question

Exercice numéro 5

Traduis et complète les phrases avec le bon article. Vertaal en vul de zinnen met het juiste lidwoord in.

Slide 15 - Slide

Cheriano habite dans ..... (een huis)

Slide 16 - Open question

Il y a ...... dans la classe (meisjes)

Slide 17 - Open question

Il va à ..... (de zee)

Slide 18 - Open question

Amsterdam est .... sympa (een stad)

Slide 19 - Open question

Exercice numéro 6

Réponds aux questions. Remplace les mots en gras par le bon pronom. Beantwoord de vragen. Vervang de vetgedrukte woorden door het juiste voornaamwoord.
(il/ elle/ ils/ elles)

Slide 20 - Slide

Arham habite à Amsterdam ? Oui, ... habite à Amsterdam.

Slide 21 - Open question

Les filles de la classe sont sympas ? Oui, .... sont sympas.

Slide 22 - Open question

Le village est petit ? Oui, .... est petit.

Slide 23 - Open question

La classe est super ? Oui, ... est super.

Slide 24 - Open question

Exercice numéro 7

Vertaal de zinnen in het Frans.

Slide 25 - Slide

Waar woon je?

Slide 26 - Open question

Ik hou van voetbal

Slide 27 - Open question

Het is een vriendin

Slide 28 - Open question

De bus is ver

Slide 29 - Open question

Dat is dichtbij het zwembad

Slide 30 - Open question

De fiets van Madelief is leuk

Slide 31 - Open question

De jongen is blij/ tevreden

Slide 32 - Open question