Want het is de Heer die wijsheid schenkt, Zijn woorden bieden kennis en inzicht.
Spreuken 2:6
1 / 65
next
Slide 1: Slide
GodsdienstHBOStudiejaar 4
This lesson contains 65 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Bijbelquizzz
Startweekend 31-08-2024
Want het is de Heer die wijsheid schenkt, Zijn woorden bieden kennis en inzicht.
Spreuken 2:6
Slide 1 - Slide
Hoeveel hoofdstukken telt het boek Genesis?
A
35
B
40
C
45
D
50
Slide 2 - Quiz
Even rekenen 1 el is 45 cm Hoe groot was de ark, 300 x 50 x 30 el in meters?
A
100x20x10 meter
B
150x25x15 meter
C
127x27x17 meter
D
135x22x13 meter
Slide 3 - Quiz
Wie overleed in het jaar van de zondvloed?
A
Lamech
B
Mahalaël
C
Methusalem
D
Henoch
Slide 4 - Quiz
In welke vlakte gingen de mensen na de zondvloed wonen.
A
Ur
B
Babel
C
Sinear
D
Irak
Slide 5 - Quiz
Hoe heette de vader van Abraham?
A
Haran
B
Nahor
C
Laban
D
Terach
Slide 6 - Quiz
Wie leefde er nog toen Abraham werd geboren?
A
Sem
B
Noach
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 7 - Quiz
Abraham had naast Sara en Hagar nog een vrouw. Wat was haar naam?
A
Mirjam
B
Atalja
C
Ketura
D
Sedekia
Slide 8 - Quiz
Wie van de volgende oudvaders is het oudst geworden?
A
Abraham
B
Isaäk
C
Jakob
D
Jozef
Slide 9 - Quiz
Wat was de 2de droom van Jozef.
A
Van de korenschoven
B
Van de zon en de maan
C
Van de schenker en de bakker
D
Van de 7 vruchtbare en onvruchtbare jaren.
Slide 10 - Quiz
Wat was de oppergod van Egypte?
A
Anoebis
B
Amoeteb
C
Ra
D
Osiris
Slide 11 - Quiz
Waar staan de stenen op de borst van de hogepriester voor?
A
De 10 geboden
B
De 10 plagen
C
De 12 stammen
D
De levieten
Slide 12 - Quiz
Hoe kwam Mozes door de rode zee?
A
fiets
B
boot
C
God maakte een pad door de zee
D
zwemmend
Slide 13 - Quiz
Waar telde Mozes in opdracht van God het aantal mensen van het volk?
A
Egypte
B
in het dal van Eskol
C
in de wildernis van Sinaï
D
Syrië
Slide 14 - Quiz
Aan welk gebod verbind God een belofte?
A
Gij zult niet stelen
B
Gij zult niet begeren
C
Eert uw vader en uw moeder
D
Gedenk de sabbatdag
Slide 15 - Quiz
Hoe oud was Mozes toen hij stierf?
A
116
B
118
C
120
D
122
Slide 16 - Quiz
Wat moet er met Jericho gebeuren na de inname?
A
De stad mag nooit meer opgebouwd worden
B
De stad moet zsm opgebouwd worden
C
De stad moet verdedigt worden
D
De stad moet in brand gestoken worden
Slide 17 - Quiz
Wanneer moet volgens het boek Leviticus een jubeljaar gevierd worden?
A
om het jaar
B
om de 5 jaar
C
om de 15 jaar
D
om de 50 jaar
Slide 18 - Quiz
In 1 en 2 koningen komt de kolokwint voor. Wie of wat is dat?
A
een soort aap
B
een pompoenachtige plant
C
een afgod met een slangenkop
D
een mytische rivier
Slide 19 - Quiz
waar of niet waar... Tijdens de regering van David was Sadok priester.
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
Wie in de Bijbel noemt ook David als aartsvader?
A
Petrus
B
Paulus
C
de Here Jezus
D
niemand
Slide 21 - Quiz
Welke persoon hoort niet bij de rechters van Israël?
A
Debora
B
Simson
C
Jaïr
D
Dothan
Slide 22 - Quiz
Met hoeveel kilo graan kwam Ruth thuis toen ze voor het eerst koren ging rapen op het land van Boaz?
A
5
B
10
C
20
D
30
Slide 23 - Quiz
In welke 2 Bijbelboeken wordt het woord ´God´ niet genoemd?
A
Esther en Hooglied
B
Esther en Spreuken
C
Hooglied en Spreuken
D
Job en Numeri
Slide 24 - Quiz
Welk van deze uitspraken komt NIET in het boek Prediker voor.
A
Er is een tijd om te zoeken en een tijd om te verliezen.
B
Er is een tijd om te waken en een tijd om te slapen.
C
Er is een tijd om te huilen en een tijd om te lachen.
D
Er is een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten.
Slide 25 - Quiz
Welke profeet heeft Jezus als mensenzoon in een gezicht gezien?
A
Jesaja
B
Jeremia
C
Daniel
D
Zacharia
Slide 26 - Quiz
Welke profeet mocht niet trouwen van de Here?
A
Jesaja
B
Jeremia
C
Ezechiel
D
Hosea
Slide 27 - Quiz
Welke profeet en zijn kinderen waren een zinnebeeld (symbool)voor Israël?
A
Jesaja
B
Jeremia
C
Hosea
D
Amos
Slide 28 - Quiz
Welk van deze 4 positief klinkende teksten is afkomstig uit Klaagliederen?
A
Elke morgen schenkt Hij nieuwe weldaden-veelvuldig blijkt uw trouw
B
De Heer is mijn kracht en mijn schild, op Hem vertrouwde mijn hart.
C
Mijn ziel zal voor u zingen en niet zwijgen, Heer, mijn God, U wil ik eeuwig loven.
D
Ik wil vrolijk zijn, voor U juichen, Uw naam bezingen
Slide 29 - Quiz
waar of niet waar... Het hoofd van een groot beeld in Nebukadnezars droom was van zilver.
A
waar
B
niet waar
Slide 30 - Quiz
Welke beroep oefende Amos, naast zijn werk voor God als profeet, uit?
A
Visser
B
Boer
C
Priester
D
Tollenaar
Slide 31 - Quiz
Welke bekende woorden komen uit het laatste hoofdstuk van Habakuk?
A
Groot en ontzagwekkend is de dag van de Heer! Wie kan die dag doorstaan?
B
U, Heer, roep ik aan, mijn rots, houdt U niet doof.
C
Al zou de vijgenboom niet bloeien (...) toch zal ik juichen voor de Heer.
D
Hoe rijk zijn Uw gedachten, God, hoe eindeloos in aantal (...) ontwaak ik, dan ben ik nog bij u
Slide 32 - Quiz
Haggaï vraagt de mensen in hoofdstuk 1 om goed na te denken. Wat was het probleem?
A
De mensen hadden te
weinig stenen om aan de tempelbouw te beginnen.
B
De mensen spanden zich voor van alles in behalve voor de tempel. Waardoor het resultaat mager was.
C
De mensen wilden oogsten maar hadden geen zin om eerst te ploegen en te zaaien
D
De mensen bleven terug verlangen naar het land waar ze uit bevrijd waren.
Slide 33 - Quiz
Rekensom: Het aantal zilverlingen van Judas + Het aantal jaren dat de Israëlieten in Egypte gewoond hebben.
A
450
B
460
C
440
D
470
Slide 34 - Quiz
Pauze
Slide 35 - Slide
Welke profeet had aangekondigd dat Jezus in Bethlehem geboren zou worden?
A
Zacharia
B
Nahum
C
Jesaja
D
Micha
Slide 36 - Quiz
Waar begint en eindigt het evangelie van Lucas?
A
Bethlehem
B
de Jordaan
C
Rome
D
Tempel van Jeruzalem
Slide 37 - Quiz
Wie heeft Johannes de Doper vermoord?
A
Herodes de grote
B
Herodes Archelaüs
C
Herodes Antipas
D
Herodes Agrippa
Slide 38 - Quiz
Hoevaak moet je iemand vergeven volgens Jezus?
A
42
B
420
C
49
D
490
Slide 39 - Quiz
Waarom kon de Here Jezus in Nazareth ‘geen enkele kracht’ doen? ‘Alleen genas Hij enkele zieken door handoplegging’. Hoe kwam dat?
A
Door hun ongeloof
B
Omdat Zijn broers, die ook in Nazareth woonden, in die periode ook niet geloofden
C
Omdat een profeet in zijn vaderstad nu eenmaal niet geëerd wordt
D
Omdat Zijn moeder Maria ook in Nazareth woonde.
Slide 40 - Quiz
Uit welke stad kwam de jongen die door Jezus uit de dood werd opgewekt.
A
Bethanië
B
Bethel
C
Naïn
D
Beth-Fagé
Slide 41 - Quiz
Wie had de tempel in de tijd van Jezus laten bouwen?
A
Herodes Archelaüs
B
Herodes de Grote
C
Herodes Antipas
D
Herodes Agrippa
Slide 42 - Quiz
waar of niet waar... Filippus was 1 van de oorspronkelijke 12 discipelen.
A
waar
B
niet waar
Slide 43 - Quiz
Waarmee wordt het Koninkrijk van de hemel NIET vergeleken door Jezus?
A
Met een sleepnet dat in het meer wordt geworpen en allerlei vissoorten vangt
B
Met een prachtige oase in de droge, dorre woestijn.
C
Met een mens die goed zaad op zijn akker uitstrooide.
D
Met een koopman die op zoek is naar mooie parels.
Slide 44 - Quiz
Wat had Paulus per ongeluk bij Karpus in Troas laten liggen?
A
zijn (klei)Tablet
B
zijn sandalen
C
zijn rugzak
D
zijn Bijbel
Slide 45 - Quiz
Welke beschrijving is het meest van toepassing op Paulus?
A
De afgezant van de Joden.
B
De apostel voor de heidense volken.
C
De apostel van de liefde.
D
De zachtmoedige leerling.
Slide 46 - Quiz
In welke zee leed Paulus Schipbreuk?
A
De noordelijke ijszee
B
De waddenzee
C
De middellandse zee
D
De zwarte zee
Slide 47 - Quiz
Wie was de grootmoeder van Timotheüs?
A
Eunice
B
Anna
C
Loïs
D
Maria
Slide 48 - Quiz
Efeze: 2 : 12-13
´Want Hij is onze vrede: Hij heeft met Zijn dood Joden en niet-Joden verenigd, de muur van vijandschap, die hen scheidde, afgebroken en de WET met zijn geboden en voorschriften buiten werking gesteld...´
Slide 49 - Slide
Hoe gaat de tekst die hierboven staat verder?
A
door genade bent u gered
B
omdat God zo barmhartig en liefdevol is
C
en deze redding dankt u niet aan uzelf
D
om uit die 2 in zichzelf één nieuwe mens te scheppen.
Slide 50 - Quiz
Wat is het 9de boek van het NT?
A
Romeinen
B
Galaten
C
Efeziërs
D
1 Korinthe
Slide 51 - Quiz
Wie heeft de meest nieuwtestamentische boeken geschreven?
A
Petrus
B
Johannes
C
Paulus
D
Lukas
Slide 52 - Quiz
Ontbrekend woord...
acht in alle nederigheid de ander ...... dan uzelf
A
nederiger
B
belangrijker
C
beter
D
wijzer
Slide 53 - Quiz
Wat zei de dichter, die Paulus citeert in Titus 1, over de eiland bewoners van Kreta?
A
Ze zijn blijmoedig en maken zich nooit zorgen
B
Ze liegen altijd, zijn gemeen en vadsig
C
Ze strijden en discussiëren eindeloos met elkaar
D
Ze blijven rustig en maken geen ruzie
Slide 54 - Quiz
Filemon 1 : 10
Ik zou u om een gunst willen vragen voor iemand die tijdens mijn gevangenschap mijn kind is geworden: Onesimus. Hij was u destijds niet van nut, maar nu kan hij zowel u als mij goede diensten bewijzen.
Slide 55 - Slide
Wat betekent de naam Onesimus?
A
Lui
B
Nuttig
C
IJverig
D
Nutteloos
Slide 56 - Quiz
Hoeveel hoofdstukken heeft het boek Judas?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 57 - Quiz
Maak de zin af... Had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan....
A
Een zachte gong
B
Een schallende cymbaal
C
Een beperkte profeet
D
Een raadselachtig beeld
Slide 58 - Quiz
Hoeveel schalen van gramschap zijn er?
A
3
B
2
C
7
D
5
Slide 59 - Quiz
Petrus voorzegt dat er in de laatste dagen spotters zullen komen. Wat houdt hun spot in?
A
Waar blijft de belofte van Zijn komst
B
het kan nog wel duizend jaar duren voordat Hij komt?
C
De dag des Heren is reeds aangebroken.
D
De opstanding heeft reeds plaatsgehad.’
Slide 60 - Quiz
Wat gebeurde er toen de 2de schaal werd leeg gegoten?
A
Er kwamen gezwellen
B
Het water werd bloed
C
Alle levende wezens in de zee stierven
D
Er kwamen sprinkhanen
Slide 61 - Quiz
Wat is er niet meer nodig in het Nieuwe Jeruzalem?