Zelfdiscipline

Wat is de belangrijkste factor voor het bepalen van succes op school?
A
intelligentie
B
zelfdiscipline
1 / 31
next
Slide 1: Quiz
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Wat is de belangrijkste factor voor het bepalen van succes op school?
A
intelligentie
B
zelfdiscipline

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Breingeheim 1
Zelfdiscipline wint van intelligentie.
Scholieren die aan het begin van het schooljaar meer zelfdiscipline hebben, halen hogere cijfers in de loop van het schooljaar dan hun medeleeringen die hoger scoren op een intelligentietest.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is zelfdiscipline?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Verboden woorden
Vertel aan degene naast je wat je gisteravond gedaan hebt. Let op: je mag de woorden toen en en niet gebruiken! 
Wissel na twee minuten om. 
timer
1:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waarom kan het moeilijk zijn je te houden aan je goede voornemens?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Noem een voorbeeld van iets in je dagelijks leven waar je zelfdiscipline voor nodig hebt.

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Vier afspraken met jezelf

Bedenk vier afspraken die te maken hebben met huiswerk maken en leren, die je voor de komende week met jezelf wil maken. Bijvoorbeeld goede voornemens of juist wat minder in je boeken zitten en meer ontspannen. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Breingeheim 2

Het voorste deel van je hersenen dat achter je voorhoofd ligt, heeft te maken met motivatie, keuzes maken en aandacht. Maar ook met het kunnen uitstellen van iets wat je graag wilt. Stel: je hebt morgen een toets en moet dus leren. Maar je hebt eigenlijk geen zin en zou liever naar een leuke film kijken. Om je er toch toe te zetten om te leren moet je de film uitstellen tot een andere keer. Dat noemen we uitstel van behoeftebevrediging. Als je dat kunt ben je een echter doorzetter en is de kans groot dat je je doel bereikt! 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

NIET toegeven
Over een week checken we of het gelukt is om je aan je vier afspraken met jezelf te houden. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Mentale spier
Zelfdiscipline werkt als een spier. Dat betekent dat je zelfdiscipline kunt aanleren en trainen. En dat je er in de toekomst beter in kunt worden.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Denk je dat het je gaat lukken om je aan de vier afspraken te houden?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Breingeheim 3
Even doorzetten!
Vind je iets moeilijk? Zet even door en de volgende keer gaat het gemakkelijker. Hoe dat komt? Stel het je voor als een tocht door een dicht bos. Met veel inspanning lukt het je om er door heen te komen. Je hebt een pad gemaakt. De volgende keer als je weer door het bos moet lopen, neem je weer dat pad. Hoe vaker je over het pad loopt, hoe meer het wordt aangetrapt. Op het laatst loop je er ontspannen en met plezier over heen. Het kost je geen enkele moeite meer! Hetzelfde gebeurt zo ongeveer in je hersenen. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoe kun je jezelf motiveren om je aan je plan te houden?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Meer tips
  • Vraag hulp: laat anderen je aansporen om vol te houden. 
  • Denk niet teveel na over andere keren toen het niet lukte om door te zetten. Begin gewoon opnieuw. 
  • Wanneer je doorzet, zie je resultaat. Dit motiveert nog meer om je aan je plan te houden. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Begin klein
Wanneer je een lange to do lijst hebt is het belangrijk om klein te beginnen. Begin met iets wat je vrij snel kunt afronden, zodat je al meteen een goed gevoel over jezelf kunt hebben. Dat motiveert!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wilskracht is geen onuitputtelijke bron
Uit een onderzoek van onder andere Roy Baumeister blijkt dat je zelfdiscipline kunt trainen. Zij lieten een groep studenten een tijdje vasten en plaatsten hen hongerig in een zaal met twee schalen: eentje met heerlijke chocoladekoekjes en eentje met slechts radijsjes. De ene groep mag zoveel koekjes eten als ze willen, de andere groep krijgt op het hart gedrukt alleen de radijsjes te eten, waarbij het bakje met de koekjes wel binnen handbereik ligt. Daarna moeten ze ingewikkelde wiskunde opdrachten maken, die eigenlijk niet oplosbaar zijn.Welke groep geeft het eerste op? Juist, de groep die al een deel van zijn wilskracht heeft gebruikt bij het zich beheersen de koekjes niet te eten! Dit simpele experiment maakt duidelijk dat wilskracht geen oneindige bron is, maar een energie die je zuinig moet inzetten.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Welke groep geeft het eerste op?
A
De groep die onbeperkt koekjes mocht eten
B
De groep die zich moest beheersen niet van de koekjes te eten

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welke groep geeft het eerste op? Juist, de groep die al een deel van zijn wilskracht heeft gebruikt bij het zich beheersen de koekjes niet te eten! Je moet je energie dus zuinig  inzetten. Wanneer je al je wilskracht al hebt aangewend voor kleine dagelijkse keuzes, heb je minder mentale energie over voor de belangrijke zaken. Je gaat enorm opzien tegen nieuwe taken en hebt geen power meer om jezelf te motiveren.


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkel gewoontes
Ontwikkel gewoontes die passen bij je doelen. Wanneer je veel gewoontes hebt, hoef je je beperkte hoeveelheid zelfdiscipline niet aan te spreken. Je kunt het beste een nieuwe gewoonte ontwikkelen door kleine veranderingen aan te brengen in je gedrag. Wanneer de verandering namelijk te groot is, zul je het minder goed vol houden. Dus pas je gedrag aan in kleine stapjes en erg belangrijk bij het creëren van een nieuwe gewoonte: houd vol!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hoe lang duurt het om een nieuwe gewoonte echt in je systeem te krijgen?
A
6-8 weken
B
gemiddeld 66 dagen
C
9,5 weken

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Maak vooraf een plan
Als je van tevoren nadenkt: 'als dit of dit gebeurt, dan doe ik zo of zo', dan ben je goed voorbereid en kost het minder energie. Maak bijvoorbeeld een plan: als iemand vraagt of ik af wil spreken, zeg ik dat ik eerst even mijn huiswerk af ga maken en dat ik daarna kom. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Niet te streng
Stel duidelijke doelen voor jezelf, maar leg de lat niet te hoog. Lukt het je vandaag niet zo goed om te leren? Spreek dan met jezelf af dat je maar tien minuutjes aan je huiswerk gaat werken. Zet een timer. Bedenk na tien minuten: zit je er eigenlijk wel lekker in en wil je nog even doorwerken? Of is het echt genoeg geweest voor vandaag? Dan ben je in ieder geval begonnen!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Twee soorten motivatie:
Intrinsieke motivatie
Extrinsieke motivatie


Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Intrinsieke motivatie

komt vanuit jezelf. Je wilt iets zelf, bijvoorbeeld omdat je het heel leuk vindt!
Extrinsieke motivatie

ontstaat vanuit de omgeving. Dingen van buiten jezelf motiveren je iets te doen!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Intrinsieke motivatie of extrinsieke motivatie?
Intrensiek
Extrensiek
Je wilt supergraag profvoetballer worden
Je moet van je ouders de havo halen!
Je vrienden dragen een bepaald merk waardoor jij deze kleding ook wil!
Je doet extra je best bij Engels, omdat je later een reis door Amerika wilt maken!
Je doet mee aan een sport omdat je prijzen wilt winnen!

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Hoe kan jij je motivatie verbeteren?

Slide 27 - Slide

  • Lees de tekst op de slide voor.
Extra informatie
Het is mogelijk om motivatie van buitenaf in motivatie van binnenuit te veranderen door vrijwillig te kiezen voor de dingen die je nu opgelegd worden. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Door na te denken over waar je heen wilt en je vervolgens te bedenken hoe de dingen die je moet doen daar naartoe leiden kun je motivatie creëren voor dingen waar je geen zin in hebt.
Intrinsiek of extrinsiek:
"Ze gaat babysitten, want dat levert extra geld op."
A
Intrinsieke motivatie
B
Extrinsieke motivatie

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Intrinsiek of extrinsiek:
"Hij gaat naar de tekenles, omdat hij graag tekent."
A
Intrinsieke motivatie
B
Extrinsieke motivatie

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Intrinsiek of extrinsiek:
"Hij leest graag in dat boek omdat hij zoveel mogelijk over dieren wil weten."
A
Intrinsieke motivatie
B
Extrinsieke motivatie

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Intrinsiek of extrinsiek:
"Ze leert graag voor wiskunde, omdat ze dan de beste van de klas kan zijn."
A
Intrinsieke motivatie
B
Extrinsieke motivatie

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions