H1.2 les 4 Smelt- en stolcurves

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

1.2 - Deeltjesmodel en stofeigenschappen      3havo      les 4

Benodigheden

- Schrift

- Pen, potlood

- Boek NOVA

LessonUp: 

JA!

Telefoons in de telefoontas!

deze les

- wat weet je nog van de vorige les?

- hoe loopt een smelt en een stolcuve van een zuivere stof?

- eigen werk op NOVA online

Hoe heet deze faseovergang?

Je zet een bakje limonade in de vriezer om er een ijsje van te maken

1. smelten
2. stollen
3. verdampen
4. condenseren

Hoe heet deze faseovergang?

De spiegel in de badkamer beslaat

1. smelten
2. stollen
3. verdampen
4. condenseren

Hoe heet deze faseovergang?

Als een waxinelichtje brandt zie je in het midden wat vast kaarsvet dat vloeibaar wordt

1. smelten
2. stollen
3. verdampen
4. condenseren

Leerdoelen

Aan het eind van deze les:

- kun je de drie fasen beschrijven op macro en op micro niveau

- kun je het kook/smeltpunt aflezen uit een diagram

- kun je een verschil in dichtheid en warmtegeleiding verklaren op microniveau

Smeltpunt

Bij een smeltdiagram  zie je 

verschillende fasen-en overgangen

 als je warmte toevoegt.

Het smeltdiagram van stearinezuur.

A

C

B

Smeltdiagram van stearinezuur 

Gegeven: de stof is bij A vast

1. Welke fase heeft de stof in C?

2. Hoe heet de temperatuur bij B en hoe groot is deze?

1. Welke fase heeft de stof in A?

Welke fase heeft de stof in C?

2. Hoe heet de temperatuur bij B en hoe groot is deze?

De temperatuur blijft tijdens het smelten constant. Hoe denk jij dat dat komt?

Verklaring met deeltjesmodel

moleculen gaan steeds harder trillen

Verklaring met deeltjesmodel

energie wordt gebruikt voor verbreken bindingen

moleculen gaan steeds harder trillen

Verklaring met deeltjesmodel

energie wordt gebruikt voor verbreken bindingen tussen moleculen

moleculen gaan steeds harder trillen

moleculen gaan steeds harder trillen

Sleep de woorden naar de juiste plek.

kookpunt

smeltpunt

smelten

condenseren

verdampen

stollen

Sleep de woorden naar de juiste plek.

kookpunt

smeltpunt

smelten

verdampen

vaste stof

vloeistof

gas

gegeven: de stof is bij A gasvormig

1. Welke fase heeft de stof in C?

2. Hoe heet de temperatuur bij B en hoe groot is deze?

temperatuur 

-273 

temperatuur 

NOTEER 

graden Celsius en Kelvin in elkaar omrekenen

-273 

Welke fase heeft zuurstof bij 0 graden Celsius?

1. vast
2. vloeibaar
3. gas

Bij hoeveel Kelvin smelt stearine?

1. -203 Kelvin
2. 343 Kelvin

Welke fase heeft butaan bij 0 Kelvin?

1. vast
2. vloeibaar
3. gas

Leg met het deeltjesmodel uit waarom de dichtheid van een gas lager is dan van een vaste stof

Schrijf je antwoord op zoals je dat op een toets zou doen!

(oefen in formuleren)

DENKEN

DELEN

UITWISSELEN

eigen werk

Doorlezen: blz 20 

Leren: tabel 1 blz 18/19 en figuur 2 op blz 20

Maken: 1.2 opgave  2 en 4 t/m 9 op NOVA max online