BS 5 Luchtkwaliteit en longaandoeningen

Luchtkwaliteit en longaandoeningen

- Je kunt uitleggen welke dingen invloed hebben op de luchtkwaliteit

- Je kunt noemen welke longaandoeningen zijn en wat er aan de hand is bij elke aandoening en wat het gevolg is
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Luchtkwaliteit en longaandoeningen

- Je kunt uitleggen welke dingen invloed hebben op de luchtkwaliteit

- Je kunt noemen welke longaandoeningen zijn en wat er aan de hand is bij elke aandoening en wat het gevolg is

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Luchtkwaliteit
Ingeademde lucht - bacteriën, stuifmeelkorrels, 
sporen, fijnstof, (uitlaat)gassen, roet & fijnstofdeeltjes

Longaandoeningen - extra last of 
veroorzaakt door 'slechte' lucht
smog; hoge concentratie fijnstof,
stikstofdioxide, zwaveldioxide

Slide 3 - Slide

Luchtkwaliteit
Alle lucht die we inademen is verontreinigd
  • Uitlaatgassen: koolstofdioxide, stikstofdioxide, zwaveldioxide, roet, fijnstof
  • Hoge concentratie = smog
  • Zelfs bij parfum adem je deeltjes in
  • Bij roken veel schadelijke deeltjes
  • Mensen met een longziekte zijn hier extra gevoelig voor

Slide 4 - Slide

Effecten van Luchtvervuiling
- Luchtvervuiling kan leiden tot ademhalingsproblemen en verergering van longaandoeningen.
- Dit zorgt er ook voor dat de luchtkwaliteit een stuk slechter wordt.

Slide 5 - Slide

Soorten Longaandoeningen
Astma, COPD (longemfyseem,  bronchitis) en longkanker zijn voorbeelden van longaandoeningen.

Slide 6 - Slide

Longaandoeningen

Astma: overgevoeligheid voor prikkels, spieren en de bronchiën trekken krampachtig samen

Bronchitis: de wand van bronchiën is ontstoken. De luchtwegen maken meer slijm aan waarbij meer slijm wordt opgehoest
Hooikoorts: allergie voor stuifmeel (pollen van planten, vaak grassen of boomsoorten
Longemfyseem: een chronische ziekte, waarbij longblaasjes verloren gaan



Slide 7 - Slide

Astma
  • Chronisch
  • Bij astma zijn de bronchiën ontstoken
  • Spiertjes in de luchtwegen trekken samen bij een astma-aanval. 

Slide 8 - Slide

COPD
Bij COPD zijn je longen beschadigd. Per dag neem je 10.000 liter zuurstof op, maar de COPD alleen de helft. Met COPD heb je minder energie. COPD is niet te genezen en roken is de oorzaak.

Twee vormen van COPD
  • Chronische bronchitis
  •  Longemfyseem

Slide 9 - Slide

Ziekte waarbij de bronchiën ontstoken zijn. Niet altijd klachten
A
Astma
B
Longemfyseem
C
COPD
D
Hooikoorts

Slide 10 - Quiz

Bij welke longaandoening worden de luchtwegen nauwer, door samentrekkende spiertjes in de luchtpijptakjes.
A
Astma
B
COPD

Slide 11 - Quiz

Juist of onjuist?
Inhalatie medicaties worden gebruikt bij longaandoeningen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Wat is GEEN symptoom van COPD?
A
Moe
B
Hoesten
C
Niezen
D
Kortademig

Slide 13 - Quiz

Van welke verschijnselen heeft een COPD patiënt vaak last? Wat is een belangrijke veroorzaker van COPD?
A
verschijnsel -huiduitslag veroorzaker-roken
B
verschijnsel -huiduitslag veroorzaker-huisstof
C
verschijnsel -benauwheid en hoesten veroorzaker-roken
D
verschijnsel -benauwheid en hoesten veroorzaker-huisstof

Slide 14 - Quiz

Wat is ONJUIST?
A
Als je rook van iemand binnenkrijgt die naast je rookt, beschadigen jouw longen daardoor.
B
Van roken kun je bronchitis krijgen.
C
Van roken kun je longemfyseem krijgen.
D
Je longen kunnen weer helemaal herstellen als je stopt met roken.

Slide 15 - Quiz

Wat is ONJUIST over longemfyseem?
A
Je hebt beschadigde longblaasjes.
B
Er zijn veel longblaasjes afgestorven.
C
Je kunt minder zuurstof opnemen in je bloed dan iemand zonder longemfyseem.
D
Kapotte longblaasjes kunnen weer aangroeien.

Slide 16 - Quiz

Bij welke longaandoening worden de luchtwegen nauwer, door samentrekkende spiertjes in luchtpijptakjes?
A
astma
B
COPD

Slide 17 - Quiz

Bij Astma:
A
is de oorzaak meestal roken
B
is de oorzaak vaak een allergie
C
klachten zijn hoesten en slijm
D
chronisch en wordt steeds slechter

Slide 18 - Quiz

Wat is astma?
A
Chronische ontsteking darmkanaal
B
Chronische ontsteking in de boezems
C
Chronische ontsteking in de luchtwegen
D
Chronische ontsteking in de longen

Slide 19 - Quiz

Longemfyseem is
A
Beschadiging van de longblaasjes
B
Beschadiging van de haarvaten in de longen
C
Beschadiging van de bronchiën
D
Hetzelfde als COPD

Slide 20 - Quiz

COPD is......
A
Een soort astma
B
Een probleem van het hart
C
Een chronische longziekte
D
Een ziekte die alleen bij rokers voorkomt

Slide 21 - Quiz

Lees de volgende situatieschets.

Als je ’s middags bij mevrouw Jacobs komt, zie je meteen dat er iets aan de hand is. Ze zit in haar stoel en kijkt je paniekerig aan. ‘Ik moest net zo ontzettend hoesten, ik kwam bijna niet meer bij’, snikt ze. Ze ademt moeilijk en je ziet gewoon dat ze zich benauwd voelt. Je probeert snel een inschatting te maken van wat je moet doen. Uit het zorgplan weet je dat mevrouw Jacobs een chronische longaandoening heeft.
Wat is er waarschijnlijk aan de hand met mevrouw Jacobs?

A
Ze heeft een longontsteking.
B
Ze heeft een klaplong.
C
Ze heeft een longembolie.
D
Ze heeft een astma-aanval.

Slide 22 - Quiz

Astma
A
Longblaasje vermeerderen zich in sneltempo
B
De slijmvliezen in de luchtwegen zijn verdikt
C
Longblaasjes gaan stuk
D
De luchtpijpringen zijn stuk

Slide 23 - Quiz

Roken kan COPD veroorzaken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

ontsteking van de bronchiën; plotselinge benauwdheid bij prikkeling van de luchtwegen
blijvende ontsteking van de bronchiën waardoor ademhalen moeilijker gaat
beschadiging van de longblaasjes waardoor minder zuurstof wordt opgenomen in het bloed
allergie voor stuifmeel (pollen)
chronische bronchitis en longemfyseem
astma
chronische bronchitis
longemfyseem
hooikoorts
COPD

Slide 25 - Drag question

Astma
COPD
Long-emfyseem
Gezonde luchtwegen
Gezonde longblaasjes

Slide 26 - Drag question

COPD
Astma
Bronchitis
Longemfyseem
verzamelnaam voor longziekten
meer slijmvorming door ontstekingen 
vernauwing van de luchtwegen
kapotte longblaasjes

Slide 27 - Drag question