Module A2 inleiding in de zorg voor mensen met een beperking

1 / 29
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Terugkoppeling toets GGZ

Slide 2 - Slide

Voorbereidende opdracht
Doornemen:
Theorie Thieme-Meulenhoff Module 1 en 2

Slide 3 - Slide

Wat was de voornaamste benadering van zorg voor mensen met een beperking tot halverwege de twintigste eeuw?
A
liefdadigheid en medische zorg
B
integratie in de samenleving

Slide 4 - Quiz

Welk van de volgende uitspraken is waar met betrekking tot een stoornis?
A
Een stoornis is altijd subjectief en kan niet objectief worden vastgesteld.
B
Een stoornis is een afwezigheid of afwijking van een psychologische, fysiologische of anatomische structuur of functie.

Slide 5 - Quiz

Welke term werd gebruikt voor mensen met een stoornis, zowel lichamelijk als verstandelijk, vóór de twintigste eeuw?
A
krankzinnig
B
zwakzinnig
C
gebrekking
D
invalide

Slide 6 - Quiz

Wat is een belangrijke overweging bij het vaststellen van een verstandelijke beperking, naast het IQ?
A
Sociale status van de zorgvrager.
B
Etnische achtergrond van de zorgvrager.
C
Zelfredzaamheid van de zorgvrager.
D
Het aantal jaren onderwijs dat de zorgvrager heeft genoten.

Slide 7 - Quiz

Wat is een belangrijke taak van een verpleegkundige bij de zorg voor mensen met een lichamelijke beperking?
A
Het bieden van aanvullende ondersteuning aan zorgvragers voor taken die ze niet zelfstandig kunnen uitvoeren.
B
Het overnemen van alle taken van de zorgvrager om hen volledig te ontlasten.
C
Het minimaliseren van alle vormen van ondersteuning om de zelfstandigheid van de zorgvrager te vergroten.
D
Het negeren van de beperkingen van de zorgvrager om hen te stimuleren meer onafhankelijk te zijn.

Slide 8 - Quiz

Welke wet in Nederland gaf 'krankzinnigen' recht op verpleging en genezing?
A
Wet BOPZ
B
Krankzinnigenwet van 1841
C
Wet Zorg en dwang
D
Wet maatschappelijke ondersteuning

Slide 9 - Quiz

Wat was een belangrijke gebeurtenis die leidde tot meer nadruk op zelfbeschikking en individuele rechten van mensen met een beperking?
A
Oprichting van de CVLG in 1926
B
Invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning
C
De Dennendal-affaire
D
Introductie van Fokuswoningen in 1979

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Link

Wat is een voorbeeld van een voorziening die mensen met een lichamelijke beperking in staat stelt zelfstandig te wonen?
A
Intramurale dagbesteding
B
Fokuswoning
C
Verpleeghuis
D
GVT

Slide 12 - Quiz

Welke wet richt zich op het bevorderen van de maatschappelijke integratie van mensen met een beperking?
A
Wet maatschappelijke ondersteuning
B
Wet Bopz
C
Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)
D
Wet Zorg en dwang

Slide 13 - Quiz

Welke classificatie richt zich op het totale 'plaatje' van een zorgvrager, inclusief zijn functioneren in relatie tot zijn omgeving?
A
International Classification of Diseases (ICD)
B
International Classification of Impairments, Disabilities and Handicaps (ICIDH)
C
International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF)
D
World Health Organization Classification (WHO-C)

Slide 14 - Quiz

Hoe wordt het niveau van functioneren van mensen met een verstandelijke beperking ingedeeld?
A
In drie categorieën
B
In vier categorieën
C
In vijf categorieën
D
In zescategorieën

Slide 15 - Quiz


Welk van de onderstaande omschrijvingen is kenmerkend voor een aangeboren stoornis?
A
De zorgvrager heeft een normale ontwikkeling doorgemaakt tot het moment van het ontstaan van de stoornis.
B
Mogelijke oorzaken zijn erfelijke/genetische factoren, stofwisselingsstoornissen, stoornissen tijdens de zwangerschap of de geboorte, en stoornissen in het eerste levensjaar.
C
De zorgvrager moet omschakelen naar een leven met beperkingen, wat gepaard kan gaan met fasen van verzet, woede en uiteindelijk aanvaarding.
D
Het gevolg van deze stoornis is vaak een gestoorde of vertraagde ontwikkeling, en ouders kunnen te maken krijgen met gevoelens van teleurstelling, verdriet, schuldgevoel of schaamte

Slide 16 - Quiz

Wat is een mogelijke oorzaak van een niet-aangeboren beperking?
A
Een cerebrovasculair accident (CVA)
B
Chromosoomafwijkingen
C
Stoornissen tijdens de zwangerschap door infectieziekten bij de moeder
D
Ernstige mishandeling (bijvoorbeeld het ‘shaken baby syndroom’)

Slide 17 - Quiz

Termen
Stoornis

Beperking

Handicap

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Opdracht Authentieke situatie
Neem de casus van Benny Zwagerman door
Beantwoord de 7 vragen die er op volgen

Je mag in 2-tallen werken

45 min.

Slide 20 - Slide

Nabespreken

Slide 21 - Slide

Het ondersteuningsplan
Het ondersteuningsplan is een elektronisch (of schriftelijk) document tussen de cliënt en zorgaanbieder waarin de afspraken over de zorg voor de cliënt worden vastgelegd. Het ondersteuningsplan wordt opgesteld naar aanleiding van een gesprek met de cliënt en vormt de basis voor de te verlenen zorg.

Slide 22 - Slide

Kenmerken ondersteuningsplan gehandicaptenzorg
  • gebaseerd op de mogelijkheden, beperkingen, wensen en behoeften van de cliënt.
  • gericht op het in stand houden of verbeteren van diens kwaliteit van bestaan.
  • omvat de aan te wenden strategieën en hulpbronnen.
  • er is aangegeven wie de cliënt kan aanspreken met betrekking tot de voortgang en coördinatie van de uitvoering van het ondersteuningsplan.
  • benoemt betrokken (professionele en niet-professionele) personen, die bij het werken aan de doelen en afspraken betrokken zijn.
  • er is aangegeven wie voor de verschillende onderdelen van de zorgverlening verantwoordelijk is.
Bron: Handreiking ondersteuningsplannen 2013, Kennisplein gehandicaptensector






Slide 23 - Slide

Mogelijke indeling ondersteuningsplan
  • Informatie over zorgvrager en andere betrokkenen.
  • Beeld van de zorgvrager.
  • Perspectief en ondersteuningsbehoefte. ‘Perspectief’ is de gewenste toekomstige invulling van het leven van de zorgvrager op hoofdlijnen.
  • ‘Ondersteuningsbehoefte’ zijn die aspecten en acties, waarbij de zorgvrager hulp nodig heeft.
  • Doelen (‘Wat wil de zorgvrager bereiken op korte en lange termijn?’).
  • Afspraken over zorg en ondersteuning, in de vorm van wat men dagelijks kan verwachten.
  • Afspraken over bejegening van de (omgang met) zorgvrager en aandachtspunten daarbij.
  • Rapportage.
  • Evaluatieafspraken.
  • Ondertekening door zorgvrager of (wettelijk) vertegenwoordiger.









Slide 24 - Slide

Opdracht week 1: Syndromen bij mensen met een verstandelijke beperking

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Volgende week....
Asynchrone les:
- Inleveren opdracht week 1, op de PADLET
- Zelfstandig doornemen (ingesproken) PowerPoint 'Autistisch spectrum stoornis'
- Bekijken documentaire 'Het beste voor Kees' (link in PP)
- Maken (formatieve) toets 'Autistisch spectrum stoornis' op Itslearning

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide