Par. 4.5 Woordenschat: woorden opknippen

Vak: Nederlands
Woordenschat
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Terugblik
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Woordenschat
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Terugblik
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

Welkom!
Telefoon in de bak.
Neem plaats.
Jas uit.
Op tafel: Werkboek Nederlands of laptop en schrift dicht 
Tas op de grond.
Niet eten of drinken in de klas.
Presentie!
timer
2:00

Slide 2 - Slide

Lesdoel(en)
Aan het einde van deze les kan je:
  • de betekenis van onbekende woorden vinden door een woord op te knippen en te kijken naar een bekend woorddeel, en van een onbekend woord één zin opschrijven

Slide 3 - Slide

Vrijdag 11 april 2025
Wat: Par. 4.5
Wanneer: 10:30-11:20
Hoe: Gezamelijk/ zelfstandig werken
Klaar: Par. 4.5 opdrachten maken
HW: Par. 4.5 opdrachten maken
Lesdoel: Zie vorige slide!
Taaldoel: woordenschat

Slide 4 - Slide

timer
1:00
Woordenschat

Slide 5 - Mind map

Woorden opknippen
Woordenschat
Opknippen
Woorddeel


Slide 6 - Slide

Woorden opknippen en bekend woorddeel
Woorden opknippen en kijken naar een bekend woorddeel:

- Op zoek gaan naar delen van het woord die je al kent en nadenken over wat het woord kan betekenen

Slide 7 - Slide

WOORDEN


SCHAT


Slide 8 - Slide

OP


KNIPPEN




Slide 9 - Slide

WOORD

DEEL

Slide 10 - Slide

Woorden opknippen: 
Waarom zou het opknippen van woorden belangrijk zijn?

Slide 11 - Slide

Waarom zou het opknippen van woorden belangrijk zijn?
Als GEEN woordenboek bij de hand hebt, kan je door het opknippen van woorden, op zoek gaan naar delen van het woord die je al kent en een idee krijgen wat het woord betekent.

Slide 12 - Slide

Woorden
  1. Ondersteboven:  
  2. Achterstevoren:
  3. Nationaal:
  4. Internationaal: 
timer
3:00

Slide 13 - Slide

Opdracht: Zelfstandig werken
Wat ga je doen?
Je gaat bij elk woord kijken naar het woorddeel die je al kent (woorden opknippen)

Hoe ga je dat doen?
Daarna schrijf je op wat je denkt dat het woord zou kunnen betekenen



Slide 14 - Slide

Bespreek je antwoord met een klasgenoot. Vergelijk je antwoord met je klasgenoot. Vertel aan elkaar wat je hebt gedaan om achter de betekenis van een woord te komen.
  1. Ondersteboven:
  2. Achterstevoren:
  3. Nationaal:
  4. Internationaal:
timer
3:00

Slide 15 - Slide

Onderste-boven

Slide 16 - Slide

Achterste-voren


Slide 17 - Slide

Nationaal

Nationaliteit

Slide 18 - Slide

Inter-nationaal


Slide 19 - Slide

Antwoord:
Ondersteboven: met de onderkant naar boven, op z'n kop
Achterstevoren: omgekeerd, de achterkant eerst
Nationaal: uit één land
Internationaal: waar verschillende landen mee te maken hebben

Slide 20 - Slide

Kies één woord en schrijf een zin op met dit woord.

Ondersteboven: met de onderkant naar boven, op z'n kop
Achterstevoren: omgekeerd, de achterkant eerst
Nationaal: uit één land
Internationaal: waar verschillende landen mee te maken hebben
timer
3:00

Slide 21 - Slide

Lestaak
Par. 4.5
Opdracht 1 (basis)
Opdracht 7 (kader)

Slide 22 - Slide

Als ik niet weet wat een woord in de tekst betekent en geen woordenboek heb.................
A
Kan ik het woord opknippen
B
Lees ik verder, want ik het woord niet nodig
C
Woordraadstrategie
D
Knip ik het woord op en kijk naar een woorddeel

Slide 23 - Quiz

Exit ticket invullen!

Slide 24 - Slide

Mogelijke zinnen
1. Ondersteboven: Het boek ligt ondersteboven op de tafel.
3. Achterstevoren: Hij draagt zijn jas achterstevoren.
4. Nationaal: Het nationale team speelt vanavond een wedstrijd.
5. Internationaal: Het festival heeft veel internationale gasten.

Slide 25 - Slide