Les 4_1A

Vrijdag: poëzie in mei of in mij
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vrijdag: poëzie in mei of in mij

Slide 1 - Slide

poëzie en proza
Gedichten worden vaak onderscheiden van proza, omdat gedichten van oudsher in versvorm worden geschreven en dus geen doorlopende tekst zoals proza vormen. Er zijn echter wel zogenaamde prozagedichten en sommige gedichten bevatten stukken prozatekst. In het algemeen is poëzie daarom moeilijk van proza af te bakenen.

Inhoud
Ook over de inhoud van gedichten valt weinig algemeens te zeggen. Een gedicht kan gevoelens, toestanden, gebeurtenissen, processen, ideeën, waarnemingen, taal enzovoorts oproepen, beschrijven, bevatten of bespreken. De inhoud beslist niet of een tekst een gedicht is, maar wel wat voor soort gedicht het is.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Werkboek pg 250

Slide 4 - Slide

Werkboek pg 251

Slide 5 - Slide

Poëzie
"Dag vrienden van de poëzie"
        Herman de Coninck


Toon Hermans

Slide 6 - Slide

Poëzie
Toon Hermans
        Je hebt iemand nodig
        (5' 50")

Slide 7 - Slide

Opdracht
1. Ga naar jouw bibliotheek of naar de boekenkast thuis en ontleen een  
    poëziebundel.
    Ga oriënterend te werk!
    Overweeg goed je keuze en vraag eens leesadvies 
    aan de balie of je ouder.

 

Slide 8 - Slide

Opdracht
2. Stuur de leerkracht Nederlands een mail     
    (Smartschool)... volledig en duidelijk met de info:
        - waar heb je dit poëzieboek gevonden?
        - hoe kom je tot het kiezen van dit boek?
        - welk gedicht kies je uit deze bundel?
        - hoe kom je tot je keuze van dit gedicht?

 

Slide 9 - Slide

Opdracht
Aandachtspunten:
- mijn boodschap per mail is duidelijk en volledig.
- de richtvragen heb ik beantwoord.
- mijn mail is vriendelijk opgesteld.
- mijn mail is foutloos.
- ik voeg een kopie van de boekcover en mijn gekozen gedicht 
  toe bij mijn mail (mag ook een duidelijke foto zijn)
- ik dien tijdig in: tegen volgende dinsdagmiddag
  

Slide 10 - Slide

Opdracht
Aandachtspunten:
- ik breng mijn boek en dus ook mijn gedicht mee naar de les 
  van woensdag 
- Puntenverdeling: 10 punten voor de verzonden mail
                            10 punten voor de lespresentatie

Vragen: steeds welkom, ook via Smartschool!

Slide 11 - Slide

Een vers is ...




A
...een regel die voortdurend terugkomt in een gedicht.
B
...een aantal regels dat samenhoort.
C
...een ander woord voor een regel in een gedicht.

Slide 12 - Quiz

Een reeks verzen die samenhoort, vaak met een witregel op het einde is een ...



A
.. een strofe
B
... alliteratie.
C
... een refrein.
D
.. een gedicht.

Slide 13 - Quiz

Een of meerdere versregels die terugkomen in een gedicht, vormen een ...






A
... stijlfiguur.
B
... thema.
C
... refrein.
D
... strofe.

Slide 14 - Quiz

Ik voel me ozo heppie
zo heppie deze dag.
en als je vraagt: wat heppie
als ik eens vragen mag,
dan zeg ik: hoe wat heppie,
wat heppik aan die vraag,
heppie nooit dat heppieje
dat ik hep vandaag?
A
gekruist rijm Gekruist rijm
B
Vrij vers
C
Gepaard rijm
D
Omarmend rijm

Slide 15 - Quiz

"Ik ben geboren uit zonnegloren." Welke stijlfiguur herken je hier?




A
alliteratie
B
binnenrijm

Slide 16 - Quiz

Wat is vrij vers?





A
Een gedicht dat rijmt, maar de rijm komt geknutseld over.
B
Een gedicht zonder rijm.
C
Een gedicht dat verschillende vormen rijm bevat.
D
Een gedicht dat met één bepaald rijmsoort is opgebouwd.

Slide 17 - Quiz

Natuur is voor tevredenen of legen.
En dan: wat is natuur nog in dit land?
Een stukje bos, ter grootte van een krant,
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.

Geef mij de grauwe, stedelijke wegen,
De in kaden vastgeklonken waterkant,
De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand
Door zolderramen, langs de lucht bewegen.
A
Omarmend rijm
B
Gekruist rijm
C
vrij vers
D
Gepaard rijm

Slide 18 - Quiz

Heerlijk Helder Heiniken
A
alliteratie
B
binnenrijm
C
assonantie

Slide 19 - Quiz

Ik ben een snookerball in het diepst van mijn gedachten
En lig geduldig op de........
A
stoot
B
eerste
C
wachten
D
te

Slide 20 - Quiz