MC1 Les 33

Willkommen!
22.02.23
1 / 26
next
Slide 1: Slide
DuitsMBOStudiejaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Willkommen!
22.02.23

Slide 1 - Slide

Planung
- (Bespreken) oefentoets 
- Het invullen van een formulier 

Slide 2 - Slide

Ziel
Aan het eind van deze les
- weet hoe de in te vullen formuliervelden in het Duits heten,
- weet je door bovenstaande kennis wat je bij Staatsangehörigkeit en PLZ moet invullen,
- weet je hoe je Nederland en Nederlands moet schrijven,
- weet je hoe je je geslacht en je status moet beschrijven in het Duits. 

Slide 3 - Slide

(Bespreken) oefentoets
- MC1A + V maken oefentoets
- MC1B bespreken oefentoets 

Slide 4 - Slide

Terugblik

Slide 5 - Slide

In welke situaties vul je eigenlijk een formulier in?

Slide 6 - Open question

Welke zaken vul je zoal in op een formulier?

Slide 7 - Open question

In de volgende slide vinden jullie een woordenoefening waarmee jullie jullie kennis over formulieren invullen koppelen aan de Duitse woorden.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Opdracht
Jullie gaan zo meteen zelf een klein formulier invullen.

Slide 10 - Slide

Vul jouw info in bij 'Geschlecht'.

Slide 11 - Open question

Vul jouw info in bij 'Postleitzahl'

Slide 12 - Open question

Vul jouw info in bij 'Land'

Slide 13 - Open question

Vul jouw info in bij 'Staatsangehörigkeit'

Slide 14 - Open question

Persoonlijke brief

Slide 15 - Slide

de aanhef - Hoe is de aanhef als je een brief of e-mail aan Anne stuurt?

Slide 16 - Open question

de aanhef - Hoe is de aanhef als je een brief of e-mail aan Peter stuurt?

Slide 17 - Open question

De eerste letter van de inhoud (na de aanhef) is een...
A
hoofdletter
B
kleine letter

Slide 18 - Quiz

De juiste afsluiting is:
A
liebe grüße
B
Grüße
C
Liebe Grüße
D
Liebe grüsse

Slide 19 - Quiz

Je eindigt de persoonlijke brief of e-mail met je...
A
voornaam
B
voor- en achternaam
C
voorletter en achternaam
D
je achternaam

Slide 20 - Quiz

Hoe zeg je "Hoe gaat het met je?" in het Duits?
A
Wie geht es mit dir?
B
Wie geht es mit dich?
C
Wie geht es dich?
D
Wie geht es dir?

Slide 21 - Quiz

Bij een persoonlijke brief of e-mail spreek je degene aan met "Sie"
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Sleep de zinnen in de juiste volgorde!
Lieber Peter,
wie geht es dir?
Liebe Grüße
je voornaam

Slide 23 - Drag question

Waar horen hoofdletters te staan?:
ich habe bald geburtstag und schicke dir eine einladung.
A
Bald- Geburtstag - Dir
B
Geburtstag- Dir - schicke
C
Ich -Geburtstag - Einladung
D
Bald - Dir - Einladung

Slide 24 - Quiz

Ik verheug me op jouw antwoord.
A
Ich verheue mich auf deine Antwort.
B
Ich bin froh auf deine Antwort.
C
Ich freue mich auf deine Antwort.

Slide 25 - Quiz

Na de vakantie
- Week na de vakantie geen Duits

Slide 26 - Slide