This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Proefwerk Frans - wat vind ik nog moeilijk?
Slide 1 - Mind map
Duid het juiste antwoord aan. 'Bonjour' betekent...
A
je suis
B
dag, goedendag
C
gelukkige verjaardag!
D
dertien
Slide 2 - Quiz
Duid de juiste vertaling aan. 'ça va bien'
A
gaat het?
B
hoe gaat het?
C
het gaat goed
D
dat is tof
Slide 3 - Quiz
Je cherche un stylo. Deze persoon zoekt...?
A
een (bal)pen
B
een papier
C
een gom
D
een potlood
Slide 4 - Quiz
Hoe zeg ik 'een mama' in het Frans? (TIP: lees de antwoorden goed!)
A
une mère
B
un maman
C
une maman
D
un père
Slide 5 - Quiz
Vul aan met het juiste bijvoeglijk naamwoord: 'C'est une fille ... (sterk)'
A
grande
B
fort
C
chouette
D
forte
Slide 6 - Quiz
Hoe wens ik je een vrolijk kerstfeest?
A
Bonne année!
B
Bonne anniversaire!
C
Joyeux Noël!
D
Joyeux Pâques!
Slide 7 - Quiz
Wat betekent 'de rien'?
A
geen dank, graag gedaan
B
schitterend
C
hartelijk bedankt
D
sympathiek
Slide 8 - Quiz
Hoe zeg ik 'een (school)bord' in het Frans?
A
un table
B
un bureau
C
un ordinateur
D
un tableau
Slide 9 - Quiz
C'est ... cahier. Vul aan.
A
mon
B
ton
C
ma
D
ta
Slide 10 - Quiz
C'est ... gomme. Vul aan.
A
ton
B
mon
C
ta
D
ma
Slide 11 - Quiz
Duid het juiste meervoud aan. 'une armoire verte' (TIP: goed lezen!)
A
des armoire vertes
B
des armoires vertes
C
une armoires vertes
D
des armoires verte
Slide 12 - Quiz
janvier
février
mars
avril
mai
juin
juillet
août
septembre
octobre
novembre
décembre
januari
februari
maart
april
mei
juni
juli
augustus
september
oktober
november
december
Slide 13 - Drag question
être - zijn
avoir - hebben
je suis
j'ai
tu es
tu as
il/elle est
il/elle a
nous sommes
vous êtes
nous avons
vous avez
ils/elles sont
ils/elles ont
Slide 14 - Drag question
Zinnen
Bij de volgende oefeningen moet je zelf zinnen maken. Let er steeds goed op dat je zin start met een hoofdletter en eindigt met een leesteken! Doe je dit niet, is je antwoord fout!
Slide 15 - Slide
Maak negatief: Je suis content.
Slide 16 - Open question
Maak negatief: Elle est triste.
Slide 17 - Open question
Maak negatief: Il est grand.
Slide 18 - Open question
Maak negatief: Jos est le copain de Bob.
Slide 19 - Open question
Zet in het meervoud: Dans ma classe, il y a une armoire verte.
Slide 20 - Open question
Zet in het meervoud: Tu cherches un ordinateur noir?
Slide 21 - Open question
Zet in het meervoud: Sur ma table, il y a un cahier grand.
Slide 22 - Open question
Zet in het meervoud: J'ai un cadeau pour toi.
Slide 23 - Open question
Zet in het meervoud: Je cherche un jeux formidable.
Slide 24 - Open question
Vertaal: Gelukkige verjaardag!
Slide 25 - Open question
Vertaal: Wat is het?
Slide 26 - Open question
Vertaal: Wanneer?
Slide 27 - Open question
Vertaal: Hartelijk bedankt!
Slide 28 - Open question
Vertaal: In mijn klas.
Slide 29 - Open question
Vertaal: In mijn klas zijn er grote kasten.
Slide 30 - Open question
Vertaal: Ik heb een rode balpen.
Slide 31 - Open question
Vertaal: Ik heb een cadeau voor jou.
Slide 32 - Open question
Vertaal: Een blauwe balpen.
Slide 33 - Open question
Vertaal: Mijn familie is groot.
Slide 34 - Open question
Vertaal: Wat staat er? Wat is er?
Slide 35 - Open question
Vertaal: Mijn zus is erg blij.
Slide 36 - Open question
Vertaal: Wat is de datum?
Slide 37 - Open question
Vertaal: Mijn broer is jong.
Slide 38 - Open question
Vertaal: Wij zijn tof!
Slide 39 - Open question
Vertaal: Wanneer is jouw verjaardag?
Slide 40 - Open question
Hoe voel jij je nu voor het proefwerk Frans van morgen?