This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
hst 7.3 "stoffen scheiden"
Slide 1 - Slide
leerdoelen
Slide 2 - Slide
vandaag
Herhaling vorige paragrafen
Slide 3 - Slide
Op welke 3 manieren kan je de gasdruk verhogen?
Slide 4 - Open question
In eigen woorden: wat is gasdruk?
Slide 5 - Open question
In eigen woorden: Wat is het absolute nulpunt?
Slide 6 - Open question
In eigen woorden: Hoe reken je om van Kelvin naar Celcius of andersom?
Slide 7 - Open question
maak hier een woordenlijst van 7.2 met behulp van de blauwe woorden.
Slide 8 - Open question
hst 7.3
Slide 9 - Slide
Uitleg
Noem minimaal 2 en maximaal 5 dingen waar je aan denkt bij het woord 'scheiden'.
Waar denk je aan bij het woord 'scheiden'?
Slide 10 - Mind map
Bekijk de volgende video vanaf
8 minuten en 40 sec
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Wat is een mengsel?
Veel stoffen die wij nodig hebben, komen uit de natuur.
Die stoffen vind je meestal niet in zuivere vorm, maar in een mengsel.
Een mengsel bestaat uit verschillende soorten moleculen.
Lucht is een mengsel van meerdere gassen
Beton is een mengsel van water, cement en zand
Extra
Net zoals bij een fase overgang, veranderen de moleculen van een stof niet. Dus de verschillende stoffen in een mengsel behouden dezelfde moleculen.
Om die verschillende soorten moleculen van elkaar te scheiden gebruik je een scheidingsmethode
Slide 13 - Slide
Stoffen scheiden
Om stoffen van elkaar te scheiden, gebruik je een scheidingsmethode.
Welke je gebruikt hangt af van de stoffen die in het mengsel aanwezig zijn.
Extra
De scheidingsmethodes die wij in deze paragraaf gaan behandelen, zijn indampen, filtreren en extraheren.
Indampen
Filtreren
Extraheren
Slide 14 - Slide
Indampen
Voorbeeld
Zeewater is een oplossing van zout in water. Wanneer je dat gaat verhitten, verdampt het water en blijft het zout als vaste stof achter. Het scheiden van deze 2 stoffen op deze manier heet indampen.
Extra
Indampen is dus een manier om een opgeloste stof te scheiden van een oplosmiddel.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Na het indampen blijft achter...
A
Het oplosmiddel
B
De oplossing
C
Het mengsel
D
De opgeloste stof
Slide 17 - Quiz
Wat is indampen?
Slide 18 - Open question
Filtreren
Je giet het mengsel voorzichtig in een filter. De vloeistof (filtraat) gaat door het filter heen en de vaste stof (residu) blijft achter.
Extra + voorbeeld
Door filtreren kun je een vaste stof scheiden van een vloeistof.
Een voorbeeld hiervan is een mengsel van zand en water. Wanneer je dat door een filter laat lopen, blijft het zand in de filter achter.
Slide 19 - Slide
Extraheren
Extra
Door extraheren kun je oplosbare stoffen scheiden van niet-oplosbare stoffen. Je moet dus het juiste oplosmiddel (extraheermiddel) vinden om te gebruiken.
Voorbeeld
Een voorbeeld van extraheren is koffie of thee zetten. Als je heet water bij een theezakje giet, lossen sommige stoffen op in het water en sommige niet. De theebladeren blijven namelijk achter in het filter (theezakje). Stoffen die wel oplossen zijn onder andere de geur-, kleur- en smaakstoffen.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Filtreren gebruik je om een … van een … te scheiden
A
gas - vaste stof
B
Vaste stof - vloeistof
C
vloeistof - gas
D
opgeloste stof - vloeistof
Slide 22 - Quiz
Hoe heet de stof wat achter blijft in de filter bij het filtreren?
A
Filtraat
B
Rendement
C
Residu
D
Heeft geen naam
Slide 23 - Quiz
Welke stoffen worden gescheiden bij extraheren?
Slide 24 - Open question
Zuiveren
Als je een stof gaat zuiveren, ben je eigenlijk de moleculen aan het sorteren. Je zorgt ervoor dat de moleculen van dezelfde soort bij elkaar terechtkomen. Dat sorteren en zuiveren doe je door scheidingsmethodes te gebruiken.
Voorbeeld
Het zuiveren van suiker. Suikerbieten die in de fabriek worden verwerkt, bestaan voor ongeveer 20% uit suiker. Stap voor stap wordt de suiker gescheiden van de andere stoffen. Uiteindelijk blijven er dan witte kristallen over die voor meer dan 99% uit suiker bestaan.
Afbeelding 12
Een mengsel van 3 stoffen
Afbeelding 13
3 zuivere stoffen
Slide 25 - Slide
Zuivere stof
In theorie kun je een stof zo ver zuiveren dat je een 100% zuivere stof overhoudt. Alle moleculen in die stof zijn dan van dezelfde soort. (Zie afbeelding 13 van je boek)
In praktijk is dat niet haalbaar: er blijven altijd kleine hoeveelheden van andere moleculen achter.
In het dagelijks leven betekent 'zuiver' dat je een stof veilig kunt gebruiken.
Kraanwater is geen zuivere stof: er zitten opgeloste stoffen in. Toch is het wel 'zuiver drinkwater': je kunt het zonder gevaar drinken.
Slide 26 - Slide
Uitleg
Sleep de blauwe vlakjes (met een plaatje of beschrijving erin) naar de juiste scheidingsmethode. Let op! Sommige kunnen bij meerdere scheidingsmethodes.
Waterkoker met kalkaanslag
Filtreren
Indampen
Extraheren
Suiker uit water halen
Geur- en smaakstoffen uit de theeblaadjes halen
Slide 27 - Drag question
Leg uit wat een zuivere stof is
Slide 28 - Open question
Marjolein wil een mengsel van zout en suiker scheiden door met water te extraheren. Leg uit waarom dat niet gaat lukken
Slide 29 - Open question
Sjors heeft een mengsel van zand en zout en wil dit scheiden. Hij wil droog zand en zout overhouden. Bedenk hoe Sjors dit kan aanpakken. Zet de stappen in de juiste volgorde en beschrijf iedere stap gedetailleerd.
Slide 30 - Open question
Stappenplan: Het mengsel zand en zout scheiden
Bij het mengsel voeg je water toe. Het zout lost op en het zand niet.
Je hebt nu een mengsel van een vloeistof en een vaste stof: dit ga je filtreren.
Je hebt nu een mengsel van een opgeloste stof en het oplosmiddel: dit ga je indampen.
Extraheren
Bij stap 1 ben je aan het extraheren. De ene stof lost wel op en de andere niet.
Filtreren
Bij stap 2 ga je filtreren. Het zand blijft achter in het filter en het water met daarin de opgeloste stof (zout) gaat door het filter heen.
Indampen
Bij stap 3 ga je indampen. Het water verdampt en het zout blijft in vaste vorm achter.
Slide 31 - Slide
Wat heb je geleerd?
Slide 32 - Open question
Wat vond je fijn aan deze manier van les geven? (Welke onderdelen en waarom)
Slide 33 - Open question
Wat vond je niet fijn aan deze manier van les geven? (wat is je tip daarbij)