Grote getallen en wetenschappelijke notatie

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Grote getallen en wetenschappelijke notatie

Grote getallen

Grote getallen

Uitleg met Voorbeeld:

schrijf in cijfers

3,6 miljard = 3 600 000 000

3,56 biljoen = 3 560 000 000 000

schrijf in woorden

12 830 000 =                       12,83 miljoen

25 650 000 000 000 =       25,7 biljoen. Rond af op 1 decimaal

1,25 duizend

Hoe schrijf je dat?

1. 12500
2. 1250
3. 125
4. 125000

Schrijf met cijfers: 9,3 miljard

1. 930 000 000
2. 9 300 000 000
3. 93 000 000 000
4. 930 000 000 000

56 345 876 is ongeveer

1. 56,34 miljard
2. 56,35 miljard
3. 56,34 miljoen
4. 56,35 miljoen

1. 40 654 973
2. 154 973
3. 3 895 027
4. geen idee hoe ik dit moet aanpakken

1) schrijf met cijfers: 408,25 biljoen
2) Schrijf met het woord miljard of miljoen:
23 450 000 000

Eenheden van informatie

Zet de eenheden van informatie van groot naar klein 

TB

GB

MB

kB

byte

PB

7,3 TB = ... GB

1. 7 300
2. 0,0073
3. 7,300
4. 730

65 000 MB = ... TB

1. 65
2. 0,065
3. 65.000.000
4. 650

Weet je nog? Komma verschuiven

273,9 x 100 = 27390

749,263 : 1000 = 0,749263

Bereken zonder rekenmachine (komma verschuiven)
5,21 x 1000 =

1. 52,1
2. 0,0521
3. 521
4. 5210

Wetenschappelijke notatie

Wetenschappelijke notatie

Wetenschappelijke notatie

Wat is waar over de wetenschappelijke notatie? (meerdere antwoorden kunnen goed zijn)

1. Er kan maar 1 cijfer voor de komma staan
2. Het cijfer voor de komma mag geen 0 zijn
3. Je zet het in een macht van 10
4. Je mag het ook in een andere macht zetten dan 10

Is dit in de wetenschappelijke notatie?

0,4×10​11​​

1. Ja
2. Nee

Is dit in de wetenschappelijke notatie?

1. Ja
2. Nee

De wetenschappelijke notatie van 951000 is:

1. 951x10^3
2. 95,1x10^4
3. 9,51x10^5
4. 9,51x10^3

Wat is de wetenschappelijke notatie van 26 750 000 000

1. 2,68×10​10​​
2. 2,68×10​9​​
3. 2,67×10​9​​
4. 2,67×10​10​​

Schrijf de volgende getallen in wetenschappelijk notatie
a) 123 456
b) 96 345 000 000
c) 564 300

Huiswerk

Maken opgave 5, 8, 10, 21, 22, 26, 28 en 30