What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
1A 28 maart 2023
Nederlands
28 maart 2023
y.smail@roc-nijmegen.nl
EZLV41A
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
28 maart 2023
y.smail@roc-nijmegen.nl
EZLV41A
Slide 1 - Slide
Hoe gaat het met jullie?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 2 - Poll
Inhoud
- Herhalen als / dan
- Herhalen stellende, vergrotende en overtreffende trap
- herhalen betrekkelijke voornaamwoorden
- Opdrachten maken studiemeter / boek lezen
Slide 3 - Slide
Stellende trap / vergrotende trap / overtreffende trap
Slide 4 - Slide
De overtreffende trap van kort is
A
kort
B
korter
C
kortst
Slide 5 - Quiz
De vergrotende trap van lang is
A
lang
B
langer
C
langst
Slide 6 - Quiz
De stellende trap van veel is
A
veel
B
meer
C
meest
Slide 7 - Quiz
De overtreffende trap van weinig is
A
weinig
B
weiniger
C
weinigen
D
minst
Slide 8 - Quiz
Betrekkelijke voornaamwoorden
Slide 9 - Slide
Met betrekkelijke voornaamwoorden verwijs je naar woorden die eerder in de tekst staan.
Het-woorden enkelvoud De-woorden enkelvoud of meervoud
Dat/ dat Die/ deze
Slide 10 - Slide
Het geld
dat
wij hebben verdiend.
De jongen
die
een jong zusje heeft.
De plannen
die
Sandra had gemaakt.
Slide 11 - Slide
Wat
gebruik je:
Na onbepaalde voornaamwoorden als
iets, niets, alles
of enige:
- Alles
wat
je hier ziet, is zelfgemaakt.
Na
dat
of
datgene
:
- Dat
wat
je niet hebt, is altijd het aantrekkelijkst.
Als verwijzing naar een zin die ervoor staat:
- I
k ben heel zie
k
,
wat
niet goed uitkomt.
Slide 12 - Slide
De betrekkelijke voornaamwoorden
wat
en
wie
verwijzen naar iets of iemand eerder in de tekst.
Slide 13 - Slide
Verwijswoorden gebruik je in een tekst omdat...
A
verwijswoorden handig zijn om te gebruiken
B
het lezen hierdoor gemakkelijker wordt
C
de schrijver niet steeds hetzelfde woord wil gebruiken
D
de schrijver lui is
Slide 14 - Quiz
De studenten gaan zometeen hard aan het werk. Ze hebben geleerd hoe ze verwijswoorden kunnen herkennen en toepassen in een zin.
Waar verwijst “ze” naar?
A
De studenten
B
Hard
C
Werk
D
Verwijswoorden
Slide 15 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 16 - Quiz
Het programma ... gisteren de meeste kijkers trok, was boer zoekt vrouw.
A
wat
B
dat
Slide 17 - Quiz
Hier is het bureau ... je vorige week besteld had.
A
wat
B
dat
Slide 18 - Quiz
Is dat het meisje ... je gisteren in de trein leerde kennen?
A
wat
B
dat
Slide 19 - Quiz
Deze trui vind ik mooi/mooier als/dan die.
A
mooi/als
B
mooier/als
C
mooi/dan
D
mooier/dan
Slide 20 - Quiz
Boontjes vind ik net zo lekker/lekkerder als/dan doperwten.
A
lekker/als
B
lekker/dan
C
lekkerder/als
D
lekkerder/dan
Slide 21 - Quiz
Onze televisie is even groot/groter als/dan jullie televisie.
A
groot/als
B
groot/dan
C
groter/als
D
groter/dan
Slide 22 - Quiz
Mijn scooter rijdt snel/sneller als/dan die van jou.
A
snel/als
B
snel/dan
C
sneller/als
D
sneller/dan
Slide 23 - Quiz
Opdrachten maken
Studiemeter > 2F af > 3F
zie studiemeter
Slide 24 - Slide
Kies de juiste volgorde van de zakelijke e-mail.
Emailadres
Onderwerpregel
Aanhef
Inleiding
Kern
Slot
Slotformule
Slide 25 - Drag question
Hallo, / Beste Ivo
A
formeel
B
informeel
Slide 26 - Quiz
Geachte heer Maes
A
formeel
B
informeel
Slide 27 - Quiz
Wij bieden u onze excuses aan voor het ongemak
A
formeel
B
informeel
Slide 28 - Quiz
Sorry voor het storen.
A
formeel
B
informeel
Slide 29 - Quiz
Groetjes
A
formeel
B
informeel
Slide 30 - Quiz
Met vriendelijke groet,
A
formeel
B
informeel
Slide 31 - Quiz
Het was mij een genoegen.
A
formeel
B
informeel
Slide 32 - Quiz
Formeel
- zakelijk taalgebruik
- Vaktaal
- Vaak naar onbekenden
U
Informeel
- sociale taal
- Persoonlijk
- vrienden
Jij/je
Slide 33 - Slide
Wat is een geschikt emailadres voor een zakelijke mail?
A
Killah200@gmail.com
B
robert_zaan@gmail.com
C
markminecraft@gmail.com
D
rocky4ever@gmail.com
Slide 34 - Quiz
More lessons like this
Verwijswoorden
July 2021
- Lesson with
15 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Verwijswoorden
December 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Verwijswoorden
February 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Verwijswoorden
February 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Verwijswoorden
September 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Verwijswoorden
October 2020
- Lesson with
19 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Formuleren 1.1 Verwijzen
March 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Dat of wat
February 2022
- Lesson with
11 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1