Mavo 4 hoofdstuk 3
1 / 11
Lesson duration is: 10 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
De vier productiefactoren zijn ...
Slide 2 - Open question
Bereken
de
kostprijs
de
kostprijs
A
€400,-
B
€450,-
C
€480,-
D
€600,-
Slide 3 - Quiz
Bereken de arbeidsproductiviteit in week 10
Slide 4 - Open question
Wat zijn hier de variabele
kosten per product?
kosten per product?
Productie
Totale kosten
25
1.500
50
2.000
75
2.500
Wat zijn hier de variabele kosten per product?
Wat zijn hier de variabele kosten per product?
Slide 5 - Open question
Bedrijven streven naar een hoge arbeidsproductiviteit.
De arbeidsproductiviteit kan toenemen door:
De arbeidsproductiviteit kan toenemen door:
A
scholing
B
specialiseren
C
mechanisering
D
Alle antwoorden zijn goed,
Slide 6 - Quiz
Bereken de prijs exclusief btw.
De prijs inclusief btw is € 29,95 (btw 21%)
Hoeveel is de btw?
De prijs inclusief btw is € 29,95 (btw 21%)
Hoeveel is de btw?
Slide 7 - Open question
Wat is het nettoresultaat?
A
21.000 euro winst
B
39.000 euro winst
C
21.000 euro verlies
D
39.000 euro verlies
Slide 8 - Quiz
Behalve loonkosten zijn er nog andere bedrijfskosten. Wat zijn geen bedrijfskosten?
A
electriciteitsverbruik
B
de huur van het pand
C
inkoop van hamburgers
D
salaris van de werknemers
Slide 9 - Quiz
Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag
Voor je kledingzaak koop je een jas in voor € 55. Je rekent 75% brutowinstopslag.
Bereken het bedrag van de brutowinstopslag
Voor je kledingzaak koop je een jas in voor € 55. Je rekent 75% brutowinstopslag.
Bereken het bedrag van de brutowinstopslag
A
€ 96,25
B
€ 13,75
C
€ 41,25
Slide 10 - Quiz
11. Wat is de omzet bij de evenwichtsprijs ?
A
€30
B
€600
C
€18.000
D
€70.000
