Herhaling p1 en p2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Herhaling thema water

infiltratie

verdamping

neerslag

condenseren

bevriezen

smelten

afstromen

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de lange en de korte waterkringloop?

welke uitspraak is goed?

1. Het grootste deel van het water is zoet.
2. Er zit maar weinig water in ijskappen.
3. Het minste zoete water zit in meren.
4. Het meeste zoete water is onbereikbaar.

Gemengde rivier

Gletsjerrivier

regenrivier

ontstaat uit smeltwater van sneeuw en ijs.

ontstaat door regenwater.

bestaat uit regenwater en smeltwater

Op welke manieren kan een gebied aan water komen?

Neerslag

+

Aanvoer uit andere gebieden

Bovengronds: Rivieren en beken

+

Aanvoer uit andere gebieden

Ondergronds: Grondwater

+

Aanvoer virtueel water

1 kg rijst = 3400 liter water

+

verdamping

-

Uitstroom in zee

-

De waterbalans van Nederland

Gebruik in huishoudens, fabrieken en landbouw.

-

Uitvoer virtueel water

500 gram kaas is 2500 liter water

-

Noem 1 manier waarop mensen in droge gebieden toch aan water kunnen komen.

Neerslag

Infiltratie

Grondwater

Fossiel water 

Ondoorlaatbare laag

Wat betekend "nuttige neerslag"

1. Neerslag en de verdamping
2. Neerslag die gebruikt wordt voor irrigatie
3. Neerslag die overblijft na verdamping
4. Neerslag die op het juiste moment op de juiste plek valt

Als de waterbalans positief is betekent dat.................

1. het veel heeft geregend
2. er weinig verdamping is
3. boeren weinig water gebruiken
4. Er valt meer neerslag dan er verdampt

Wat betekend "duurzaam waterbeheer"? Gebruik in je uitleg de begrippen "vernieuwbaar water" en "niet vernieuwbaar water"

Noem 2 voorbeelden waardoor jij zelf duurzamer met water om kan gaan.