1.2 Armoede in Nigeria

Lesplanning

  1. Afronding 1.1
  2. Uitleg 1.2
  3. mk 1.2

1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesplanning

  1. Afronding 1.1
  2. Uitleg 1.2
  3. mk 1.2

Slide 1 - Slide

Waarom heeft het zuiden van Nigeria een hoger BNP dan de rest van Nigeria?

Slide 2 - Open question

Zijn alle mensen in het zuiden van Nigeria rijker door het hoge BNP? Leg uit!

Slide 3 - Open question

In Nigeria werkt ongeveer 45%-55% van de bevolking in de dienstensector. Dat is vreemd omdat 1 op de 5 mensen werkloos is. Hoe kan dit?
A
Je zit automatisch in de dienstensector als je werkloos bent.
B
De werklozen horen bij de landbouwsector
C
De werklozen werken vaak in de vluchtsector en die sector hoort bij de diensten
D
Er is ondanks alles toch veel werk in de dienstensector

Slide 4 - Quiz

Lorenzcurve Nigeria: zijn de inkomens eerlijk verdeeld?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Lorenzcurve: hoeveel % van de inkomsten gaat naar 50% van de bevolking?
A
Ongeveer 10%
B
Ongeveer 50%
C
Ongeveer 90%
D
Ongeveer 60%

Slide 6 - Quiz

Armoede in Nigeria

Slide 7 - Slide

Wat moet je kennen?
  • Welke kenmerken gebruik je om armoede te meten?
  • Wat hebben die kenmerken met elkaar te maken?
  • Verschillen tussen regio’s in Nigeria verklaren

Slide 8 - Slide

Begrippen
  • voedselgewassen
  • voedselvoorziening
  • voedselzekerheid
  • honger/ondervoeding
  • kwantitatieve honger
  • kwalitatieve honger
  • levensverwachting
  • zuigelingensterfte
  • cirkel van armoede

Slide 9 - Slide

Hoe weet je of er veel armoede is in Nigeria?
Welke kenmerken gebruik je dan?
- het BNP (par. 1.1)
- Je kijkt naar de basisbehoeften: voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheiszorg

In deze les kijken we hoe het gesteld is met de basisbehoeften van de bevolking in Nigeria

Slide 10 - Slide

1- Geen voedselzekerheid
Er is te weinig voedsel... waarom?
- kleine boeren --> lage opbrengst
- rampen of oorlogen komen vaak voor
- voedsel niet goed verdeeld over het land

Gevolg --> het tekort aan voedsel wordt geimporteerd uit het buitenland --> duur!

Slide 11 - Slide

2- Voedseltekort = Honger!
- Geen voedselzekerheid --> er is honger of ondervoeding

2 soorten honger:
1- Kwantitatieve honger

2- Kwalitatieve honger 


Kwantitatief = hoeveelheid, je krijgt onvoldoende calarieen binnen. 
Kwalitatieve honger wordt ook wel ondervoeding genoemd.
De kinderen hebben dan een dikke buik omdat ze onvoldoende vitamines en voedingsstoffen binnenkrijgen.

Slide 12 - Slide

3- Slechte gezondheid
Gevolg =>
- lage levensverwachting: 55 jaar
- veel sterftes door infectieziekten
- hoge zuigelingensterfte
vraag
Hoe hoog is de levensverwachting in Nederland?

Slide 13 - Slide

4- Slechte huisvesting
- kleine huizen
- geen waterleiding
- open riool
- zelfgemaakte huizen
- krottenwijken

Slide 14 - Slide

5- Slecht onderwijs
- regering investeert te weinig geld
- te weinig scholen
- kwaliteit is laag
- weinig leraren

Slide 15 - Slide

Wat hebben de kenmerken met elkaar te maken?
Je hebt net gekeken naar de volgende kenmerken:
ondervoeding - ziekte - huisvesting - onderwijs

=> wanneer dit in een land slecht geregeld is houden ze elkaar in stand....
=> dit heet: cirkel van armoede

Slide 16 - Slide

Waarom zijn er verschillen tussen gebieden in Nigeria?
=> In het noorden is meer armoede dan in het zuiden

=> in het zuiden zijn de voorzieningen beter

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Aan de slag
Ga naar  LEARNBEAT
Lz par 1.2
Mk de opdrachten bij B
timer
1:00

Slide 24 - Slide