3 kader - grammar 7 (both, each, all, every, none)

Grammar 7
both, each, all, every, none

1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Grammar 7
both, each, all, every, none

Slide 1 - Slide

Video
Kijk naar het bord voor de video.

Slide 2 - Slide

BOTH
  • Both betekent beide / allebei
  • Je gebruikt both bij twee personen, dieren of dingen.
  • Bij both staat het zelfstandig naamwoord in het meervoud.

Both burglars were taken to the police station.
Emma feeds both cats at the same time.

Slide 3 - Slide

EACH
  • Each betekent elke
  • Je gebruikt each bij twee of meer pers., dieren of dingen.
  • Bij each staat het zelfstandig naamwoord in het enkelvoud.

She wore bracelets on each arm.
The trainer gave each dog a treat.

Slide 4 - Slide

ALL / EVERY / NONE
  • All / every / none gebruik je bij 3 of meer personen, dieren of dingen.
  • All betekent alle / allemaal
  • Every betekent iedere.
  • None betekent geen / niet één.

Slide 5 - Slide

EACH vs EVERY
  • Each  gebruik je om nadruk te leggen op individuele dingen.
  • Every gebruik je om nadruk te leggen op het geheel. 

Each of the students received a prize. 
The detective knows every criminal in town. 

Slide 6 - Slide

Exercise 1
Choose the right word.
(4x multiple choice)

Slide 7 - Slide

My two cats ... enjoy going outside.
A
both
B
none
C
all
D
every

Slide 8 - Quiz

Sorry, but it is ... of your business.
A
both
B
every
C
each
D
none

Slide 9 - Quiz

She sings ... song with passion.
A
none
B
each
C
both
D
all

Slide 10 - Quiz

Robert knows ... of the words for the test.
A
every
B
none
C
either
D
neither

Slide 11 - Quiz

Exercise 2
Kies uit: both / each / all / every / none
Je hoeft NIET de hele zin op te schrijven.
(4x open)

Slide 12 - Slide

She has played ... of her new games yet.

Slide 13 - Open question

Jane and Tim ... love dancing.

Slide 14 - Open question

The couple is quite hungry, so they ... order a snack.

Slide 15 - Open question

... of the shoes they sell here fit me.

Slide 16 - Open question

Ik begrijp wat ik moet doen bij grammatica 7.
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz