Paragraaf 5.1: Handel en de opkomst van steden (deel 2)
Planning
Huiswerk nakijken
Introductie van het nieuwe hoofdstuk
Uitleg
Opdrachten maken
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1
This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Planning
Huiswerk nakijken
Introductie van het nieuwe hoofdstuk
Uitleg
Opdrachten maken
Slide 1 - Slide
Huiswerk nakijken
Opdracht 4 t/m 10 van §5.1.
Slide 2 - Slide
Paragraaf 5.1: Handel en de opkomst van steden (deel 2)
Slide 3 - Slide
Pak het huiswerk erbij!
Opdracht 8 t/m 13 van paragraaf 3.3.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
In 1200 groeide ook de handel over lange afstanden: tussen verschillende gebieden in Europa en zelfs daarbuiten.
Vanuit Medina veroverden moslims grote delen van het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Spanje.
Slide 6 - Slide
De Hanze
Steden werden échte handelssteden.
Verdienden extra geld door tol te heffen: passerende schepen moesten geld betalen.💰
Slide 7 - Slide
De Hanze
= een handelsverbond van
steden langs de Noordzee
en de Oostzee.
Voordelen:
- Bescherming tegen piraten.
- Minder tol eisen.
Slide 8 - Slide
Steden handelden niet alleen met omliggende gebieden, maar met ook andere delen van Europa.
Vanuit Medina veroverden moslims grote delen van het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Spanje.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Steden en handel
Handelaren uit verschillende steden in Noord-Europa werkte samen. --> Noem je een Hanze.
Door toenemende handel ook meer vraag naar geld, zo ontstond er weer een geldeconomie.
Slide 11 - Slide
In 1267 werd de Hanze opgericht. Wat is NIET WAAR over de Hanze?
A
De Hanze was een samenwerking tussen steden.
B
De Hanze leverde de kooplieden veel voordelen op, zoals afspraken over goedkopere prijzen.
C
Bij de Hanze waren veel gildes aangesloten die hun producten zo beter konden verkopen.
D
Door de samenwerking in de Hanze waren schepen beter beveiligd tegen piraten.
Slide 12 - Quiz
Betekenis
Begrip
Een landbouwmethode waarbij een stuk land in het eerste jaar wordt gebruikt voor wintergraan, in het tweede jaar voor zomergraan en in het derde jaar braak ligt.
Tijd van steden en staten (1000-1500).
Beroep waarbij je producten met de hand maakt.
Een economie waarin mensen elkaar met geld betalen.
Een maatschappij waarin de meeste mensen op het platteland wonen en in de landbouw werken, maar waar ook steden zijn.
Het voor landbouw geschikt maken van bossen en moerassen.