Les 2.4 Grammatica

Nederlands
Klas 2 KGT
 2.4 Grammatica
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
Klas 2 KGT
 2.4 Grammatica

Slide 1 - Slide

Vandaag in deze les:
Lesafspraken
Stillezen
Terugblik
Lesdoel
Huiswerk bespreken
Instructie Grammatica
Aan de slag

Slide 2 - Slide

Lesafspraken:
  • Je hebt respect voor elkaar en je omgeving
  • Je hebt de spullen op orde en huiswerk gemaakt
  • Je hebt de aandacht bij de les en bent stil wanneer nodig
  • Bij samenwerken werk je zachtjes
  • Wil je iets vragen of zeggen, steek dan je hand op
  • Tassen op de grond, jassen in kluisje
  • Geen eten/drinken/kauwgom

Slide 3 - Slide

Stillezen
Geen leesvoer mee?
Pak iets van de stapel 
voorin de klas en leg 
het na gebruik netjes terug!
Probeer er aan te denken dat
je leesvoer meeneemt naar
de les van Nederlands
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Terugblik:
Blok 1 afgerond
Toets bijna nagekeken
Fictie
Grammatica

Slide 5 - Slide

Lesdoel:
Aan het einde van deze paragraaf:
  • kun je de pv in een zin vinden.
  • kun je zinsdelen benoemen; wwg - ond - lvw.
  • kun je het bouwplan van een zin maken.
  • kun je een gesplitst ww in een zin herkennen.
  • kun je het wwg met 'te' benoemen.

Slide 6 - Slide

Huiswerk bespreken
Opdracht 3 (73)
  1. overschrijven 
  2. afpakken
  3. doortrekken
  4. ophangen
  5. opeten

Slide 7 - Slide

Huiswerk bespreken
Opdracht 4 + 5 nakijken via de online methode

Slide 8 - Slide

Instructie Grammatica
Lijdend voorwerp:
Voor het onderwerp gebruik je de vraag 
wie/wat + pv
Bij sommige ww heb je nog een vraag nodig.
Kijk naar de animatie

Slide 9 - Slide

Instructie Grammatica
Lijdend voorwerp:
wie/wat + wwg + wat
De bouwvakker slaat de paal in tweeën.
De hond trekt zijn baasje omver.

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Neem de volgende zinnen over in je schrift.
-Verdeel de zinnen in zinsdelen.
-Benoem de pv - wwg - ond - lvw.

Slide 11 - Slide

Aan de slag
1. Geef jij de appelmoes even door?
2. Gisteren gaf mijn zusje een spreekbeurt over energie.
3. Het paard heeft zijn ruiter er afgegooid.
4 Zij is vergeten dat formulier in te vullen.


Slide 12 - Slide

Aan de slag
5. Jari heeft vanmorgen zijn band geplakt.
6. De appels hangen nog in de bomen.
7. Waarom zitten jullie iedere keer te lachen?
8. Mijn zusje zit de handtekening van mijn vader na te maken.

Slide 13 - Slide

Bedankt voor jullie aandacht
Neem voor de volgende les alle spullen mee, dus ook leesvoer.
Maak je huiswerk af wanneer je dit nog niet hebt gedaan.

Slide 14 - Slide