literatuur 6-2

• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 5,6

SE 3 : 23/03

 Per boek:

• Wie de schrijver is.
  
• Wanneer het boek geschreven is.
  
• Hoe het boek past in de tijd dat het geschreven is.
• Aan welke kenmerken van de schrijfstijl je dat ziet.
  
• Aan welke kenmerken van het verhaal je dat ziet.
  
• Thema, belangrijke motieven.
• Bijzonderheden van de schrijfstijl.
  
• Welk dilemma er speelt in het boek.
  
• Hoe de setting belangrijk is voor het verhaal.
• Je moet begrippen uit het theorieboek kunnen toepassen.

1. Karel ende Elegast (klassikaal)

2. Reinaert de Vos (klassikaal)

3. Het Wilhelmus (1570) (klassikaal)

4. Max Havelaar – Multatuli (1860)

5. Kaas – Willem Elsschot (1933)

6. Oeroeg – Hella S. Haasse (1948)

7. Turks Fruit – Jan Wolkers (1969)

8. Hersenschimmen – J. Bernlef (1984)

9. Het Diner – Herman Koch (2009)

10. Wij zeggen hier niet halfbroer – Henk van Straten (2017)

11. Eigen keuze: 

12. Eigen keuze: 

1. Het Wilhelmus (1570) (klassikaal)

2. Kaas – Willem Elsschot (1933)

3. Oeroeg – Hella S. Haasse (1948)

4. Turks Fruit – Jan Wolkers (1969)

5. Hersenschimmen – J. Bernlef (1984)

6. Het Diner – Herman Koch (2009)

7. Wij zeggen hier niet halfbroer – Henk van Straten (2017)

8. Eigen keuze: