argumentatieschema's 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom H4A

Vandaag:

- afspraken

- toetsstof

- herhaling argumentatiestructuren 

- herhaling argumentatieschema's

Afspraken:

Binnen vijf minuten zit je klaar voor de les. 

Je jas hangt over je stoel. 

Je telefoon en oortjes zijn in je tas (behalve bij Lessonupvragen). 

Je hebt je spullen bij je (meestal oefenboek).

Tijdens de uitleg ben je stil. 

Je hebt geen eten of drinken (behalve water).

Je gaat niet naar de wc tijdens de les.

Toetsstof:

H. 19 Overtuigen

H. 20 Argumentatiestructuren

H. 21 Argumentatieschema's

H. 22 Drogredenen

Zet het standpunt en de argumenten in een argumentatiestructuur.

Is de argumentatie nevenschikkend, onderschikkend of is er een combinatie?

Argumentatieschema:

Geeft het verband aan tussen standpunt en argument.

1. Kenmerken

- voorbeelden

- voor- en nadelen

2. Vergelijking

3. Oorzaak en gevolg (causaliteit)

De argumentatiestructuur bij 10a (blz. 103) is:

1. enkelvoudig
2. onderschikkend
3. nevenschikkend afhankelijk
4. nevenschikkend onafhankelijk

Het argumentatieschema bij 10a (blz. 103) is op basis van:

1. kenmerken
2. causaliteit
3. een vergelijking

De argumentatiestructuur bij 10b (blz. 103) is:

1. enkelvoudig
2. onderschikkend
3. nevenschikkend afhankelijk
4. nevenschikkend onafhankelijk

Het argumentatieschema bij 10b (blz. 103) is op basis van:

1. kenmerken
2. causaliteit
3. een vergelijking

De argumentatiestructuur bij 10b (blz. 103) is:

1. enkelvoudig
2. onderschikkend
3. nevenschikkend afhankelijk
4. nevenschikkend onafhankelijk

Het argumentatieschema bij 10b (blz. 103) is op basis van:

1. kenmerken
2. causaliteit
3. een vergelijking

Maak opdracht 3, 4 en 6 (blz. 102). 

Overleg alleen met diegene naast je.