NLT hersenen en leren kennisblok 2

• Natuur, Leven en Technologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Deze les

Introductie kennisblok 2: hersenanatomie en functie

Zelf werken: Maken instaptoets 2, samenvatten kennisblok 2

Volgende week practicum hersenanatomie!

Voorbereiding = samenvatting schema kennisblok 2

Hoe zitten je hersenen in elkaar?

De hersenen bestaan uit drie delen:

1. Grote hersenen (hersencentra)
2. Kleine hersenen (coördinatie)
3. Hersenstam (onbewuste processen)

leren doe je met je grote hersenen

Grote Hersenen

Per soort zintuig is er een gebied in de hersenen waar de impulsen via gevoelszenuwen binnenkomen: hersencentra.

De uitgaande impulsen gaan vanuit andere hersencentra via bewegingszenuwen naar spieren.

Je hersenen reageren alleen op de belangrijkste prikkels.

Hoe zit dat nou?

Drie verschillende onderdelen in onze hersenen moet het met elkaar eens worden, voordat je met volle overtuiging een keuze kunt maken:

1. Hersenstam: Verantwoordelijk voor onze lichaamsfuncties, ons instinct

Limbisch systeem: Verantwoordelijk voor emoties en gevoelens

Hersenschors: Verantwoordelijk voor ratio, taal en mogelijkheden plannen te maken

Drie verschillende onderdelen in onze hersenen moeten het met elkaar eens worden, voordat je een keuze kunt maken:

1. Hersenstam:
   Verantwoordelijk voor onze lichaamsfuncties/
   ons instinct

2. Limbisch systeem:

    Verantwoordelijk voor emoties en gevoelens

3. Hersenschors:

    Verantwoordelijk voor ratio, taal
    mogelijkheden om  plannen te maken

Het Limbisch systeem

- midden in de hersenen

- betrokken bij: emotie, emotieregulering, emotioneel geheugen, genot en motivatie.

- onderdeel vd grote hersenen

- Bestaat uit: hippocampus, amygdala, thalamus en hypothalamus

Het korte termijn-geheugen ligt in de

1. Hersenstam
2. Hippocampus
3. Hypothalamus
4. Medulla

Heeft als belangrijkste taak het koppelen van ervaring aan emotie, emotioneel geheugen

1. Hippocampus
2. Amygdala
3. Thalamus
4. Pons

Op de hersenschors zit een centrum voor zien (het gezichtscentrum) maar ook een geheugencentrum voor zien. Deze twee hersencentra werken samen.
Leg uit hoe beide hersencentra samenwerken. Gebruik in je uitleg het voorbeeld: het zien van een bal.

Zelf werken

Maken instaptoets 2 (opdrachtenboek, blz 5.)

Maak een schema van alle hersengebieden uit kennisblok 2