Nederlands 2 tl/h H2 Lezen

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Inleiding H2 "Buiten"
Ik weet wat het onderwerp is van H2.
Ik leer een aantal spreekwoorden en uitdrukkingen.
Taalweetjes H2 blz. 39

Nederlands 
Taalweetjes klassikaal

Doel behaald?
Vragen?
elke les: leesboek mee!

Slide 2 - Slide

Taalweetjes H2 blz. 39
Ik kan onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken.
Ik kan een eenvoudige tekst samenvatten.
Startopdracht, filmpje, groene blok
lessonup
Uitleg Lezen H 2 blz. 40 t/m 45 opdracht 1 t/m 5

Nederlands 
Lezen H 2 blz. 40 t/m 45 opdracht 1 t/m 5 maken 
Klaar? laten zien, nakijken, verbeteren, laten zien. 
Lezen

Doel behaald?
Vragen?
Elke les Nederlands een leesboek mee!
afmaken: Lezen H 2 opdracht ..  afmaken

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Slide 5 - Link

Hoofd- en bijzaken

De belangrijkste informatie in een tekst 
noemen we hoofdzaken.

Wat niet zo belangrijk is, zijn de bijzaken.

Slide 6 - Slide

Hoofd- en bijzaken
Hoofdzaken staan in kernzinnen:
- meestal de eerste of laatste zin van een alinea
- soms de tweede zin van een alinea
- lees de inleiding en het slot
Bijzaken: nadere uitleg of voorbeeld.
- bijzaken herken je soms aan signaalwoorden: bijvoorbeeld, neem nou, zo, zoals, onder andere

Slide 7 - Slide

Het onderwerp

Het onderwerp van een tekst vind je door te letten op: 
  • de titel
  • de eerste zin of de eerste alinea 
  • een afbeelding bij de tekst 
  • tussenkopjes en vetgedrukte of onderstreepte woorden in de tekst 

Slide 8 - Slide

De hoofdgedachte

  • De hoofdgedachte is een heel korte samenvatting in één zin. Het is het belangrijkste wat de schrijver wil vertellen. 
  • De hoofdgedachte = het onderwerp + dat wat daarover verteld wordt.  
  • Om de hoofdgedachte te formuleren moet je dus eerst het onderwerp bepalen
  • Het onderwerp = waar de tekst over gaat. Dat kun je vaak met één of enkele woorden zeggen.

Slide 9 - Slide

Hoe vind je de hoofdgedachte?

  • Vraag je af wat de schrijver vertelt over het onderwerp
  • Zoek in de eerste alinea of in het slot van een tekst. 
  • De hoofdgedachte hoeft niet letterlijk in de tekst te staan. 
  • Let op! Twee teksten met hetzelfde onderwerp kunnen heel goed twee verschillende hoofdgedachtes hebben.
  • Bedenk wat de tekstsoort en het tekstdoel is, de hoofdgedachte heeft daar mee te maken.

Slide 10 - Slide

onderwerp
hoofdgedachte
vinden met oriënterend lezen
vinden met nauwkeurig lezen
een woord of paar woorden
een hele zin
let op: geen vraagzin!
waar de tekst over gaat
wat de schrijver over het onderwerp wil vertellen
meestal eerste vraag in een toets
meestal laatste vraag in een toets

Slide 11 - Slide

SAMENVATTEN
- een samenvatting is een zelfgemaakte, korte weergave van de belangrijkste dingen (de hoofdzaken) uit een tekst

- verwerk hoofdzaken in de samenvatting, laat bijzaken weg
- formuleer de samenvatting in je eigen woorden

Slide 12 - Slide

SAMENVATTEN
- je gebruikt je eigen woorden in een samenvatting om jezelf te dwingen de leerstof te lezen, te verwerken en te begrijpen. Je legt zo verbanden met kennis die je al hebt.

Slide 13 - Slide

Aan de slag:
Maak opdracht:
 1 t/m 5

Slide 14 - Slide

timer
1:00

Slide 15 - Slide