H1 Quiz Laat nog wat over - Herhaling 3-4 methode

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Productie levert milieuschade op. Wat is waar over milieuschade?

1. Schade is direct merkbaar.
2. Herstellen is onmogelijk.
3. Schade is niet direct merkbaar.

Waarom is een visser bang om over te schakelen op milieuvriendelijke productie?

1. Hij wil graag duurzaam produceren.
2. Hij wil niet dat de maatschappelijke baten stijgen.
3. Hij is bang dat zijn bedrijfskosten stijgen.

Wat is het verschil tussen gangbare en biologische productie?

1. Gangbare productie levert meer op dan biologische.
2. Biologische productie is goedkoper dan gangbare.

Geef een voorbeeld van gangbare productie.

Rik moet naar de garage om de katalysator in zijn auto te laten vervangen. Waarom heeft de overheid een katalysator verplicht gesteld?

1. Om de verkoop van katalysatoren te verhogen.
2. Om de werkgelegenheid te stimuleren
3. Om luchtvervuiling te voorkomen.

Geef een voorbeeld van biologisch producutie.

Als diersoorten en plantensoorten uitsterven, is er sprake van maatschappelijke

1. baten
2. kosten

Geld dat de overheid vraagt van consumenten en producenten met de bedoeling om milieuonvriendelijk gedrag af te remmen:

1. milieuheffing
2. maatschappelijke baten
3. biologische productie

Als, door milieuvriendelijk produceren, schonere natuur ontstaat, is sprake van maatschappelijke

1. baten
2. kosten

Voor bedrijven is het goedkoper om ................... te produceren

1. milieuvriendelijk
2. duurzaam
3. milieuonvriendelijk

Als een bedrijf de maatschappelijke meetelt, dan is het bedrijf

1. milieuvriendelijk
2. milieuonvriendelijk

Bedrijven produceren al dan niet milieuvriendelijk. Welk bedrijf produceert milieuvriendelijk?

1. Schoonmaakbedrijf De Poetslap maakt schoon met chloor en spiritus.
2. Taxibedrijf Smulders rijdt alleen met hybride auto's.
3. Boer Simon heeft op zijn bedrijf een mestoverschot.

De nettowinst in 2015 was €40.000
In 2016 was de nettowinst €45.000
Met hoeveel % is de nettowinst toegenomen?

1. 10,5%
2. 12,2%
3. 13,5%
4. 12,5%

De nettowinst in 2013 was €40.000
In 2014 was de nettowinst €30.000
Is de nettowinst toe- of afgenomen?

1. toegenomen
2. afgenomen

De nettowinst in 2013 was €40.000
In 2014 was de nettowinst €30.000
Wat is het juiste antwoord?

1. De nettowinst is met 25% toegenomen.
2. 25%
3. De nettowinst is met -25% afgenomen.
4. De nettowinst is met 25% afgenomen.