Les 17 (Week 50, 14/12 - Periode 2) - v1y

1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Laurens

Slide 2 - Slide

Dagopening: "Pianospelen"

  • Is te veel om andere mensen geven volgens jou een kracht of een zwakte?

Slide 3 - Slide

1HV1 Première leçon
Les objectifs :
  • Ik kan de woorden vanaf 20 t/m 100 in het frans herkennen en gebruiken.
  • Ik kan al een paar woorden die met het eten te maken hebben. 
Le programme :
  • Maak de zinnen ontkennend
  • So bespreken
  • Oefentoets
Jeudi 14 Décembre

Slide 4 - Slide

H - Grammaire : La négation (de ontkenning)
Maak de zinnen ontkennend

1) J'aime la glace au caramel.
2) Tu veux du thé ?
3) C'est cher !
4) J'achète un croissant au chocolat.
5) Oui, je veux l'addition.

Slide 5 - Slide

Parler: Jeu de rôle - 7b p.65




Doe de dialoog in 7a p.65 met je buurman. 1 is de ober, de ander de klant. Klaar? Wissel dan van rol.
timer
3:00

Slide 6 - Slide

SO
1) Iedereen is stil.

2) Als je klaar bent breng je je SO naar mij toe.

3) Doe iets anders dan Frans: huiswerk voor andere vakken, lezen... niks op de computer.




timer
20:00

Slide 7 - Slide

F – Lire : Les nombres en francais par 10 
timer
12:00

Slide 8 - Slide

F – Lire : Les nombres en francais vanaf 70 t/m 100

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Oefen SO
1) Pak je schrift.
2) Schrijf eerste allee vragen  en daarna de vertaling.
3) Geef jezelf een cijfer: gebruik de website cijferberekening – 5,5 voldoende, 15 puten, 66,63 %




timer
7:00
1 leter fout: -1/2 pt
1 accent fout: -1/4 pt

Slide 11 - Slide

Oefentoets Hoofdstuk 2

  • Pak l'ordinateur en maak Hoofdstuk 2 -> Oefentoets, vergeet je oortjes niet!

Al klaar? Oefen met de website Verbuga (ww op er).

Slide 12 - Slide

H - Grammaire : 32ab p.89

  • Prends le livre p.89, un stylo en doe mee.

Slide 13 - Slide

Se présenter
Stel de vragen aan je buurman en wissel dan van rol. Vraag en antwoord in het Frans.

1) Comment tu t'appelles?    (Atw: Ik heet...)
2) Vraag aan je buurman (in het Frans) hoe oud ze/hij is.  (Antw: J'ai + leeftijd + ans)
3) Tu as des frères et des soeurs ?  (Antw: Ja, ik heb + 1,2,3 + petit(e)/grand(e) + soeur(s)/frère(s))

Slide 14 - Slide

Zelfstandig Werk

1. Schrijf allee woorden en zinnen van Apprendre B - p.88

2. Schrijf het op in het Nederlands en in het Frans.




Slide 15 - Slide

Apprendre G p.94

Slide 16 - Slide

Les devoirs pour Lundi 18 décembre 



  • Alle Apprendres van Hoofdstuk 2 herhalen (A,B,C,D,E,F,G,H)

  • Leren getallen: 1 t/m 100 p.94

  •  Vragen over de proefwerk? Schrijf ze op voor volgende les. 






Slide 17 - Slide