5.3 Machtige heren, halfvrije boeren

                 5.3: Machtige heren, halfvrije boeren
1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

                 5.3: Machtige heren, halfvrije boeren

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

                                Machtige heren, halfvrije boeren


- In de tijd van Monniken en Ridders was er weer een Landbouwsamenleving in plaats van een landbouwstedelijke samenleving

- Onzekerheid en onveiligheid, waardoor boeren zekerheid en bescherming zochten bij machtige heren. 

- In ruil voor de bescherming verloren de boeren een deel van hun vrijheid en werden horigen

Slide 3 - Slide

                                                    Het hofstelsel


- Horigen: halfvrije boeren die hoorden bij het gebied van de heer.


- Horigheid: de onvrijheid van de horigen. 


- Domein: het gebied van een heer. 


Slide 4 - Slide

Hofstelsel
Boeren

Slide 5 - Slide

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Boeren

Slide 6 - Slide

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Rijke boer
(de heer)
Boeren

Slide 7 - Slide

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Rijke boer
(de heer)
De heer geeft 
  • Bescherming
  • Landbouwgrond
Boeren

Slide 8 - Slide

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Edelman
(de heer)
De heer geeft 
  • Bescherming
  • Landbouwgrond
In ruil geeft de boer:
  • Deel van oogst
  • Herendiensten
Horigen

Slide 9 - Slide

De edelen
Eignaars van de grond, bestuurden het land, zorgden voor rechtspraak en voerden oorlog
Huis van de heer
Vaak niet meer dan een iets groter houten huis met een muur. Hierkonden de boeren schuilen bij een aanval.
Ophaalbrug
Kan gesloten worden bij een aanval
Gracht
Extra verdediging tijdens een aanval
Simpele huizen
Binnen de muren voor de belangrijkste mensen
Boomgaard
Ook binnen de muren werd voedsel verbouwd. Alle opbrengst hier was voor de heer
Boer buiten de muur
Er waren twee soorten boeren:
  1. Vrije boeren: bezaten hun eigen grond
  2. Horigen: hadden geen bezit en moesten werken voor de heer
Herendiensten
Horigen werden door de heer beschermd en gevoed, maar daar wilde de heer wel iets voor terug
De heer kon vragen om herendiensten
  • graan malen
  • druiven persen
  • vechten voor de heer
  • graan betalen
  • wegen onderhouden
  • gracht graven
Akker
Ook buiten de muren werd op het land gewerkt. Dit werd gedaan door de horigen.
Weiland
Buiten de muren lagen weilanden voor de dieren

Slide 10 - Slide

Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.

Slide 11 - Slide

                                 De organisatie van het domein


- Hof: woning van de eigenaar of de rentmeester (iemand die namens de eigenaar het domein beheert)


- Kerk, molen, bierbrouwerij, voorraadschuren.


- Een deel van het domein is voor de heer (vroonland), een deel van het domein is voor de horigen (hoeveland).

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

                            Hofstelsel en leenstelsel / Feodale stelsel



- Hofstelsel: Het economische systeem met horigen op domeinen.




- Leenstelsel / Feodale stelsel: Het bestuurssysteem met leenheren en leenmannen. 


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat is het verschil tussen het hofstelsel en het leenstelsel / Feodale stelsel?

Slide 16 - Open question

                   Rechten van de heer (heerlijke rechten)


1. Jachtrecht


2. Molenrecht


3. Recht om recht te spreken

Slide 17 - Slide

                                 Plichten van de heer

1. De boeren op zijn land beschermen (door middel van legertjes).








2. De boeren laten landbouwen en veeteelt bedrijven.

Slide 18 - Slide

                                   Rechten van de horigen



Op het domein:

1. Akkerbouw en veeteelt verrichten

2. Wonen

3. Gebruik maken van de weiden en bossen

Slide 19 - Slide

                             Plichten van de horigen


1. Belasting betalen: een deel van de oogst afstaan aan de heer.


2. Herendiensten verrichten: een deel van de tijd onbetaald werken voor de heer. 


3. Ze mochten het domein niet zonder toestemming verlaten. 

Slide 20 - Slide

Drie sociale groepen
In de middeleeuwen ontstond een standensamenleving.
Er waren drie standen:

  1. De geestelijkheid (in dienst van de kerk) had privileges/heerlijke rechten
  2. De adel (in dienst van het bestuur) had privileges/heerlijke rechten
  3. De boeren (vrije boeren en horigen) kregen bescherming

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

De eerste stand:

Slide 23 - Slide

De tweede stand:

Slide 24 - Slide

De derde stand:

Slide 25 - Slide

                                   3 sociale groepen 


1. Geestelijken (zij die bidden)

2. Edelen (zij die vechten) 

3. Boeren (zij die werken)


Slide 26 - Slide

Wat wordt hiermee bedoeld? Welke begrippen horen hierbij?

Slide 27 - Slide

Weinig handel


- In de tijd van monniken en ridders was er weinig handel.

- Domeinen waren autarkisch 

- Dorestad (Nederland) was een uitzondering. 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

                  Nog een aantal belangrijke vragen 

Slide 30 - Slide

Waardoor moesten de domeinen noodgedwongen autarkisch (zelfvoorzienend) zijn?

Slide 31 - Slide

Wat zien we hier precies? 

Slide 32 - Slide

Waarom kan het voor een leenheer gunstig zijn om een bisschop als leenman te benoemen?

Slide 33 - Open question