Lesson 5: Do / does / don't / doesn't

Today

uitleg grammatica

Lesson 3.5: doen  1 tm 8 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Today

uitleg grammatica

Lesson 3.5: doen  1 tm 8 

Slide 1 - Slide

Doel 
Na deze les kun je in het Engels :

1) Vragen stellen in de tegenwoordige tijd 

2) Iets ontkennen in de tegenwoordige tijd  

Slide 2 - Slide

do / does / don't / doesn't
In de tegenwoordige tijd maak je gebruik van een hulpwerkwoord om:
 ?   vraagzinnen te maken
 -   ontkennende zinnen te maken 
 ( een ontkennende zin is een zin met not )
Het belangrijkste hulpwerkwoord hierbij is het werkwoord: 
                                    TO DO 

Slide 3 - Slide

DO en DOES 
Het hulpwerkwoord is: To do
Maar soms moet je de vorm DOES gebruiken of DOESN't 
Dit doe je bij : he/she/it  ( en personen,dieren/dingen enkelvoud)
                                                  
                                                  DO  >  DOES 
Lees het grammatica blokje op blz 112 en de tip op blz 113.

Slide 4 - Slide

DO / DOES vragen

Do I walk?
Do you walk?
Does he/she/it walk? 
(zonder S achter WALK!)
Do we walk?
Do you walk?
Do they walk?
DON'T / DOESN'T ontkenningen

I don't walk.
You don't walk.
He/she/it doesn't walk.
(zonder S achter WALK!)
We don't walk.
You don't walk.
They don't walk.

Slide 5 - Slide

Wat hoort bij wat?
DO
DOES
Mrs Lode
My dog
Sjoerd and I
it
they
Willem and leanne
we
she
Willem
I
you
he

Slide 6 - Drag question


+ =  bevestigende zin    

- =  ontkennende zin 
( met not )

?  = vraagzin

? Do you like animals?
+ I like animals.
- I don't like animals.

? Does he like animals?
+ He likes animals.
- He doesn't like animals.

Slide 7 - Slide

Check homework:Exercise 6, page 112

Slide 8 - Slide

I _____ like films.
A
don't
B
doesn't

Slide 9 - Quiz


No, it _____ work. It's broken.
A
don't
B
doesn't

Slide 10 - Quiz

_____ he live in Holland?
A
Do
B
Does

Slide 11 - Quiz

No, we _____ live in London.
A
don't
B
doesn't

Slide 12 - Quiz

Maak vragend:

They like pancakes.

Slide 13 - Open question

Maak een ontkenning.
He has two sisters.

Slide 14 - Open question

Maak vragend:
A tiger eats meat

Slide 15 - Open question

Maak een ontkenning:
Hannah works very hard

Slide 16 - Open question

Vragen
Do/Does
Do gebruik je bij " I, You, We, You, They."  Do they like apples?

Does
gebruik je bij " He, She, It." Does she like apples?
Am/Is/Are
Bij " Am, is, are" zet je het werkwoord vooraan in de zin

Are you blind?

Slide 17 - Slide

Ontkenningen
Don't/Doesn't
He she it : doesn't (he doesn't like ice cream)

I you we they : don't (they don't like ice cream)
am not / isn't / aren't
I am very smart --> I am not very smart.

He is cool --> He is not cool / He isn't cool.

We are the best --> We are not the best / We aren't the best.

Slide 18 - Slide

Leer het schema in je boek!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Extra oefenen met 
de Present Perfect?



Slide 19 - Slide

Homework
Exercises  1 till 7 

Slide 20 - Slide

Homework 

Exercises 1 till 7 

 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Herhaling tegenwoordige tijd bij gewoontes en feiten
  • Instructie en  tips 
  • Quiz 
  • Opdracht 10/11/12/13
  • Test jezelf
  • End

Slide 23 - Slide