3.2 Parallelschakeling
1 / 15
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Welke uitspraak over parallelschakelingen is waar? In een parallelschakeling:
A
Branden alle lampjes of zijn alle lampjes uit.
B
Is de stroomsterkte altijd overal even groot.
C
Komen geen vertakkingen voor.
D
kun je elk lampje afzonderlijk aan of uit doen.
Slide 4 - Quiz
Maak een schakelschema van een parallelschakeling
met 2 lampjes die aangesloten zijn op één batterij.
Slide 5 - Drag question
Sleep de onderstaande afbeelding naar de goede type schakeling. Is het een serie of een parallelschakeling?
Serieschakeling
Parallelschakeling
Slide 6 - Drag question
Soorten schakelingen
Serieschakeling
Parallelschakeling
Slide 7 - Drag question
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Welk symbool staat waarvoor?
schakelaar
lamp
batterij
voltmeter
Slide 10 - Drag question
Wat geeft de voltmeter
nu aan
nu aan
A
0 Volt
B
60 Volt
C
30 Volt
D
50 Volt
Slide 11 - Quiz
Sleep het begrip naar de juiste afbeelding
Lampje
Voltmeter
Spanningsbron
Slide 12 - Drag question
voltmeter
amperemeter
Slide 13 - Drag question
Een voltmeter moet altijd
A
parallel staan met het gene dat je wil meten
B
in serie staan met het gene dat je wil meten
C
Aangesloten voor het gene dat je wil meten
D
Aangesloten voor en na het gene dat je wil meten
Slide 14 - Quiz
Een voltmeter meet:
A
Spanning
B
Stroomsterkte
C
Elektriciteit
D
Energie
