chap 5 - van alles wat

plattegrond + telefoonnummers




Docent
1 / 36
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

plattegrond + telefoonnummers




Docent

Slide 1 - Slide

le mercredi 4 octobre 2023






Journée mondiale des animaux

Slide 2 - Slide

français en classe
Tu as un animal de compagnie?
Il a quel âge?
Il est comment?
sociable, gourmand, sportif, 
pantouflard, paresseux ,
 joueur, mignon, timide

Slide 3 - Slide

oefenbladen / oefentoets bij chap 5
1) oefentoets af? 
    Nee, eerst oefentoets afmaken.
 2)   Ja, verder met oefenbladen chap 5 
Klaar?
3) Kijk je je eigen werk na m.b.v. het nakijkblad

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

C quoi l'info
We gaan kijken naar een nieuwsuitzending voor jongeren.
Er worden zes onderwerpen besproken.

Noteer deze zes onderwerpen in je schrift en maak aantekeningen over wat er besproken wordt.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Welke 6 onderwerpen werden besproken?
  • 1  Nog geen spoor van de 15-jarige Lina die sinds 5 dagen wordt vermist.
  • 2 Inwoners van Nagorno Karabach zijn op de vlucht.
  • 3 Eurosongfestival voor jongerenz. Zoë Clauzure vertegenwoordigt Frankrijk.
  • 4 Sites waarop film- en fotomateriaal te vinden is van personen die daar geen toestemming voor hebben gegeven.
  • 5 Discriminatie van gehandicapten (validisme). Jon Hetherington kon niet naar het concert van Beyoncé vanwege zijn handicap. Dankzij fans is het toch gelukt.
  • 6 Fashion week in Parijs van 25 september tot 3 oktober.

Slide 8 - Slide

mannelijk
vrouwelijk
meervoud
klinker / stomme h
geen lidwoord in Nederlandse zin
du
de la
des
de l'
na ontkenning of hoeveelheidswoord
de 
de 
de 
d'
na getallen
-
-
-
-
na werkwoorden aimer, adorer préférer & détester
le 
la
les
l'

Slide 9 - Slide

Sleepvraag

1. Je mange .......................... pizza (v). 
2. il a acheté ......................... huile. (v)  
3. j'ai mangé ........................ légumes (mv)
4. Je bois ........................ thé. (m) 

de l'
des
de la 
du

Slide 10 - Drag question

Je mange parfois .............. viande.

Slide 11 - Open question

Chaque matin, je bois ............. eau.

Slide 12 - Open question

Je voudrais deux kilos ....... tomates.

Slide 13 - Open question

Je ne veux pas ......... jambon.

Slide 14 - Open question

Elle boit peu ........... eau
A
de l'
B
d'
C
de
D
des

Slide 15 - Quiz

Je préfère ........ légumes.

Slide 16 - Open question

Vous aimez ............ chocolat?
A
des
B
de
C
les
D
le

Slide 17 - Quiz

Je veux ...... eau

Slide 18 - Open question

Madame Dusud aime .......... pâtes.
A
des
B
de la
C
les
D
du

Slide 19 - Quiz

Je voudrais deux kilos ............. tomates
A
des
B
de
C
les
D
de la

Slide 20 - Quiz

Il y a ................ légumes?
A
les
B
des
C
de
D
du

Slide 21 - Quiz

Is de volgende zin goed of fout:
'J'ai mangé de quatre tomates'
A
goed
B
fout

Slide 22 - Quiz

Ils préparent .............. pizzas tous les samedis!
A
de la
B
du
C
des
D
de l'

Slide 23 - Quiz

Tu bois souvent............... coca?
A
de la
B
du
C
des
D
de l'

Slide 24 - Quiz

J'achète une bouteille ....... jus d'orange.

Slide 25 - Open question

Elle ne mange pas ......... viande.

Slide 26 - Open question

Mon frère adore ........ chocolat.

Slide 27 - Open question

Je déteste ............ oranges?
A
des
B
de
C
les
D
le

Slide 28 - Quiz

Je veux ...... eau

Slide 29 - Open question

Et qu'est-ce que tu bois au petit déjeuner?

Slide 30 - Open question

Qu'est-ce que tu manges au dîner?

Slide 31 - Open question

Je mange souvent .............. fruits!
A
de la
B
du
C
des
D
de l'

Slide 32 - Quiz

Ma mère boit ............... lait à chaque repas.
A
de la
B
du
C
des
D
de l'

Slide 33 - Quiz

Jeu  -   30 secondes
- Twee teams tegen elkaar
- kaartjes met 5 Franse woorden uit chap 5 - voca E + F
- 1 leerling uit eerste team begint en beschrijft in 30 seconden
   (in het Nederlands)  z.v.m. woorden van het kaartje.
- De rest van het team raadt welk woord beschreven wordt en
   zegt dat in het Frans.
- Ieder goed geraden woord levert een punt op voor het team.

Slide 34 - Slide

Jeu  -   30 secondes - exemple
1) Je smeert het op je brood voordat je er ander beleg op doet.
    --> le beurre
2) Je eet er soep mee.
     --> la cuillère
3) Als je iets wilt bestellen in een restaurant kijk je eerst op de....
     --> la carte

Slide 35 - Slide

oefenbladen / oefentoets bij chap 5
1) oefentoets af? 
    Nee, eerst oefentoets afmaken.
 2)   Ja, verder met oefenbladen chap 5 
Klaar?
3) Kijk je je eigen werk na m.b.v. het nakijkblad

Slide 36 - Slide